Verslag van onze reis naar Turkije.
Dag 1. Vrijdag 31.aug ‘12
De gehele week bezig geweest met de voorbereiding van deze reis.
Alles stond dus klaar, (dachten we) maar toch blijkt dat er ons nog zaken te binnen schieten. Nou daar hebben vanmorgen nog even tijd voor, omdat we de bedoeling hebben vanmiddag direct na het eten te vertrekken. We maken nog een ommetje via de Vries in Buitenpost, we hebben namelijk ontdekt dat het achterlicht vervormd is, vermoedelijk door een lampje met een te hoog wattage. We kunnen er nog mee rijden maar dan kan Johan alvast een nieuwe bestellen. Daarna naar Fred in Groningen om nog even afscheid te nemen. Dit neemt wat meer tijd in beslag dan we dachten omdat hij net onderweg was naar een storing.
Uiteindelijk rijden we dan toch richting Arnhem, waar we even over zessen aankomen. Na een lekkere hap eten is het een gezellige praat avond geworden.
Dag 2. Zaterdag 1 sept.‘12
Om negen uur ontbijten bij Anita & Tjerk, en nog wat napraten maar dan rijden we om half elf dan toch.
We zullen veel KM afleggen tijdens deze reis, dus beginnen we maar goed. Via de snelweg dus. Dit is niet onze favoriete manier, maar ja dit stuk hebben we al zo vaak gereden. bijna 500 km is het naar de “stelplatz Am Weser Stein” in Hannoversch Munden. Een mooi plekje waar we vaker hebben overnacht. Het is nog steeds mooi weer dus we maken een leuke wandeling door het centrum van het stadje dat maar 300 meter verderop ligt. Het is er niet erg druk want de meeste winkels zijn reeds dicht, maar de terrasjes zitten wel vol. dit is een favoriete stelplatz, want het staat helemaal vol zeker dertig campers staan er.
Dag 3. Zondag 2 sept.‘12
Evenals thuis zijn we om acht uur uit bed en hoewel we heel rustig aan doen rijden we om negen uur van de stelplatz af. Het is mistig maar binnen het uur is daar al weer niets van te zien, het is een stralende dag. Tom heb ik ingesteld op Waltershausen een klein dorpje 100 km zuid-oostelijk van Han.Munden en op het vermijden van snelwegen. Dit betekent dat we een verrassende route rijden. We doorkruisen het Meisner natuurpark. Kronkelende weggetjes door kleine dorpjes, door bossen en weiden. Dit noemt men nu vakantie. Na Waltershausen stel ik weer een honderd km verder op in, maar zo dat we nu door het Thüringer Wald rijden. Een prachtig gebied is dit, uitgestrekte bossen en de heuvels worden ook steeds hoger. Door dit gehele gebied zijn lange afstand wandelroutes uitgezet en we zien dan ook erg veel groepjes wandelaars. Onder het genot van een lekker ijsje in Neuhaus bestuderen we het stelplaatsen boek van de ACSI en besluiten een dertig km door te rijden naar Pressig. Dit blijkt een goede gok te zijn, een prachtige plek in een dalletje bij een natuurbad met alle voorzieningen voor slechts € 5,=. we maken nog een lange wandeling verder het dal in langs een beekje en een forellenkwekerij. De man die de vijf euro’s komt innen blijkt de burgemeester van het dorp te zijn, een erg gezellige man waar we een leuk gesprek mee hebben.
Dag 4. Maandag 3 sept.‘12
Al snel lopen we in de Aldi, we hebben nog een paar kleinigheden nodig, maar dan rijden we dan toch richting Freyung. Dat is een klein stadje 17 km vanaf de grens met Tsjechië. Vanmorgen geen mist maar gelijk zonneschijn, we boffen weer. De rit door het “Bayerische Wald” wordt daar een stuk vrolijker van. Onderweg besluiten we een wandeling door Bayreuth te maken, een grote stad met een historisch centrum. het vinden van een parkeerplaats voor onze kampeerauto is niet eenvoudig, maar uiteindelijk vinden we een plekje bij een grote bouwmarkt. Het is wel een kwartiertje lopen naar de binnenstad maar dat is niet erg. Druk is het niet op deze maandag ochtend. We bewonderen een aantal mooie monumentale gevels. De geboorte stad van Richard Wagner ziet er erg deftig uit. En zuinig met bloembakken zijn ze ook niet geweest. Mijn Ecco sandalen zijn na 10 jaar tot op de draad versleten, daarom kopen we hier (in de uitverkoop) een nieuw stel. De ruim 350 km die we vandaag rijden voeren ons opnieuw door een prachtig bosrijk heuvellandschap. Het is duidelijk aan de huizen te zien dat we in de nabijheid van Oostenrijk komen, veel houten balkons met een overdaad aan bloemen, heel sfeervol. De overnachtingplaats in Freyung ligt zo’n 1,5 km buiten het centrum maar aan de rand van een schitterend wandelgebied. Daar maken we dan ook direct gebruik van door een wandeling te maken.Onze buren op de stelplatz is een oud Nederlands echtpaar, beide zijn ze 87 jaar maar ze zijn nog erg vief. Ze vertellen dat ze al meer dan 45 jaar met hun camper door Europa hebben gezworven. Turkije is hun favoriete land daar zijn ze al 31 maal door heen getrokken, ze zijn helemaal wild van de natuur en van de vriendelijke mensen daar. Ze rijden in een VW Transporter zonder ramen die heel primitief en slordig is ingericht. Maar dat dondert niet, want ze hebben er ontzettend veel plezier mee. drie kwart jaar zijn ze op pad elk jaar. Ook deze stelplatz is weer uitstekend met elektriciteit en mogelijkheid voor vullen en legen van de watertank en het toilet. En dat voor € 5, =
Dag 5. Dinsdag 4 sept.‘12
17 km is het maar naar de grens van Tsjechië, maar eerst proberen we verbinding met internet te realiseren bij de McD maar dat gaat moeizaam en daarom reden we maar door. Bij de grens wisselde ik € 50,= om voor 2300 Koruna Een wegenpas zag ik maar eerst vanaf, we zijn toch niet van plan over snelwegen te gaan rijden en daar is die pas alleen maar voor nodig. Het landschap is hier niet zoveel anders dan aan de andere zijde van de grens, alleen aan het slechtere onderhoud van de huizen en tuinen zien we het verschil. We rijden over weg 39 en dan langs het “Vodni nádrz lipno” meer naar “Ĉesky Krumlov” dit is een heel bekend toeristisch stadje. Vlak bij het centrum vinden we een overnachtingplaats achter een parkeerplaats voor touringcars. Geen voorzieningen, maar strikt genomen hebben we die ook niet nodig. Eerst een broodje eten en dan aan de wandel. We steken de weg over en lopen recht op het grote kasteel af dat de gehele stad domineert. Hoog op de rotsen gebouwd ziet het er heel imposant uit. De rivier de “Vitava” slingert zich door het stadje. We zwerven wat door de straatjes en bekijken winkeltjes die overwegend het zelfde te koop aan bieden. De meeste, in de bekende Oost-Europese stijl gebouwde, huizen zijn omgebouwd tot restaurants en hotels. Ondanks dat het al laat in het seizoen is zien we veel toeristen lopen, waaronder veel Aziaten. Op sommige plaatsen heb je een prachtig uitzicht op de rivier waar kano’s in varen en het kasteel. Na een paar uur hebben we het wel gezien en gaan terug naar ons huisje. Maar ’s avonds na het eten kunnen we het niet laten en maken opnieuw een leuke wandeling door de stad.
Dag 6. Woensdag 5 sept.‘12
Het lijkt of het steeds vroeger word, om half acht waren we al uit bed. Nou, ja we lagen er gisteren dan ook al om half elf in. Mistig van morgen maar dat klaart na een paar uur op verder is het een warme dag geworden. Het landschap is vandaag wat minder interessant, zacht glooiend landschap en kleine eenvormige dorpjes waar we door rijden Bij “Trebon” wijken we nog even van de route af om het centrum te bekijken maar dat kan ons ook niet erg bekoren, worden we blasé? Voor Brno vinden we een plaatsje op een oprit naar een klaverveld om te lunchen. Als de tafel is gedekt komen er twee enorme combines aangereden die nou juist het plan hebben om dit klaverveld vandaag te gaan oogsten. Met een beetje gepas en gemeet en heel voorzichtig manoeuvreren schuiven we aan de kant. Bij Brno rij ik bijna de snelweg op maar gelukkig is het niet druk op de weg en kan ik een eindje achteruit rijden en de goede weg nemen, we hebben immers geen vignet gekocht. DE bewegwijzering in Brno laat wat te wensen over, we hebben moeite om de juiste weg te vinden. maar op goed geluk en oriëntatie op de zon rijden we in oostelijke richting. Dit blijkt een goede gok te zijn geweest want we komen uit op de weg naar “Uherske Brod”, daar is een van de laatste overnachtingsplaatsen van Tsjechië voor de grens met Slowakije. Het is een plek voor twee campers bij een modern Aqua Centre “Delfin” ’t is vier uur en dus nog genoeg tijd om het dicht bijzijnde centrum van de stad te gaan bekijken. Er staan een paar mooie kerken maar verder is het niet de moeite waard afgezien dan van het feit dat ze er lekker ijs verkopen (onze derde in deze vakantie)
Dag 7. Donderdag 6 sept.’12 386/30806 km
We hadden 50 euro gewisseld voor de zekerheid, het restje hebben we vanmorgen eerst kapot gegooid in de Lidl voordat we vertrokken richting Slowakije. Een paar flessen drank (spotgoedkoop) worst, koeken e.d. Over 15 km gaan we de grens over en daarna hebben we er toch niets meer aan. Het ritje door Slowakije valt wat tegen. Landschappelijk niet veel te beleven. Dus besluiten we na de lunch om maar gelijk door te rijden naar Budapest. Dat gaat allemaal lekker vlot, zelfs door de stad rijden we lekker snel en foutloos naar de camping. De haller camping ligt vlakbij het centrum en maar tien minuten lopen van de metro. Ondanks de tijd van het jaar is het er erg druk, hooguit tien plaatsen zijn er nog vrij. Na 1 sept. geldt hier zelfs het CC tarief van € 16,= per nacht, incl. stroom, douchen en WiFi. Na het eten maken nog even een verkenningswandeling naar de metro. Erg veel Nederlanders staan hier op de camping de meesten met een camper. Maar ook zien we veel kleine tentjes staan.
Dag 8. Vrijdag 7 sept.’12 0/30806 km
Klaas Kiewiet, kwam bij ons langs om promotie te maken voor de Vagabond reizen. Zij staan hier op dezelfde camping en vertrekken morgen met een groep van 13 deelnemers naar Turkije. Ze rijden ongeveer dezelfde route als wij maar dan in omgekeerde volgorde. Best mogelijk dat we ze nog weer eens tegen komen.Later komen er nog meer deelnemers van hun groep binnen rijden, waaronder Els van Aalst en Mientje en Harry van Dooren, de laatste zijn al eens met ons naar IJsland geweest. Wat is het wereldje toch klein. Met Peter en Marianne hadden we afgesproken dat ze om 16.00 uur hier op de camping aan zouden komen, verdorie komen ze pas om 16.01 uur de camping oprijden. Gezellig weerzien, heel wat bij te praten want we hebben elkaar al een week niet gesproken. Lekkere rustige dag gehad, om half een nog even naar de stad geweest en wat rond gewandeld in Pest daarna met de metro weer terug. ’t gaat heel eenvoudig met de Metro, vijf haltes verder zit je al midden in de stad. Het leuke is dat 65+ gratis met openbaar vervoer kan reizen, dat is mooi meegenomen. Je moet je wel legitimeren met je pas of rijbewijs.
Dag 9. Zaterdag 8 sept.’12 0/30806 km
Vanmorgen houden we rust, een beetje mailen en deze site bijwerken. De vagabonden zijn inmiddels vertrokken. Maar nog even een leuk gesprek gehad met Els, ze gaat met die groep mee als deelnemer, ze is gestopt als reisbegeleider, met pensioen dus.Na een rustige morgen vertrekken we tegen twee uur naar het centrum waar we eerst naar de overdekte markthal gaan. Het is altijd leuk om daar even rond te kijken. Al die verscheidenheid aan stalletjes met groenten en fruit. vlees en worsten, dranken en niet te vergeten met de traditionele Hongaarse handwerk producten. We zijn op tijd want een aantal tentjes beginnen al op te breken. We lopen daarna door de winkelstraten naar de beroemde kettingbrug. Aan de overkant van de Donau komen uit bij het kabel treintje die naar boven gaat naar het visserskwartier. We treffen het want bij het kasteel wordt net de wacht afgelost. Een heel ceremonieel is dat, die soldaten met hun stramme bewegingen en hakken geklap. Daarna lopen we de oude buurt in en gaan op een terras wat zitten drinken. Daarna lopen we door naar de prachtige kerk en het vissersbastion. Dit zijn terrassen met witte muren, trappen, torens en arcaden waarvandaan je een prachtig uitzicht hebt over de benedenstad Pest. Een beetje dissonant is het moderne Hilton hotel dat pal naast de Matthias kerk is gebouwd. Het vissersbastion spiegelt is de goud gecoate ramen van het hotel. We lopen vervolgens weer naar de metro om terug te keren naar de camping waar we in het restaurantje heerlijk hebben gegeten voor relatief weinig geld.
Dag 10. Zondag 9 sept.’12 304/31110 km
Vanaf de camping zitten we al snel op de autoweg en rijden we in snel tempo Budapest uit. De weg is erg rustig, het is immers zondag! De E75 voert ons naar Szeged en vandaar naar Arad, daarna is de autoweg op en rijden we weer over lokale wegen door kleine dorpjes naar Timisoara. dat gaat een stuk minder snel vandaar dat we omstreeks vijf uur pas in het dorpje Costeiu een plaatsje bij een kerkje vonden. Terwijl we ons beraadden hoe we precies wilden gaan staan kwam er een franse auto bij ons staan met wat jongelui erin. Het vrouwtje achter het stuur begon in het Nederlands een gesprek met ons. Ze woont in Nederland en wel op een camping in Westerbroek bij Groningen. Maar ze heeft ook een huis hier in Costeiu. Ze nodigde ons gelijk uit om ’s avonds bij hun op visite te komen. Ze woonde maar een eindje verderop. Zo gezegd zo gedaan, wij er na het eten heen gewandeld, Bleek dat ze bedoeld had dat we ook bij haar kwamen eten. Ze had al een grote pan met Goulash soep klaar gemaakt. Hebben we met de volle maag nogmaals een portie opgegeten. Heel leuk gesprek gehad met Ionela en Cristi haar man. Haar nicht en twee neven waren er ook bij. Ionela kende Zuidhorn ook wel, over toevallige ontmoetingen gesproken.
Dag 11. Maandag 10 sept.’12 345/31455 km
Heel vroeg in de morgen hoorden we een auto naast ons stoppen maar verder geen aandacht aan geschonken. Maar toen we wakker werden bleek dat er een caravan naast ons was geparkeerd, met een enorme hoop troep ernaast maar zonder auto. Wel liep er een heel oud mannetje bij ons rond die het gras aan het maaien was met een zeis. Hij had geen tanden in de mond maar hij wist mij wel duidelijk te maken dat de caravan van hem was. Hij probeerde mij nog een oude tuin stoel aan te smeren, wat hem niet lukte want ik heb al een tuinstoel. Toen we weg reden kwam er nog een auto met caravan aanrijden. Het bleek een groepje rond reizende zigeuners te zijn. De bedoeling was om de “IJzeren poort” te bekijken bij Drobeta Turnu Severin. we sloegen de zijweg naar Orsova in en reden stroom opwaarts langs de Donau. Voorbij Orsova werd de weg steeds smaller en slechter. De gaten werden steeds dieper en we raakten aan beide zijden de takken van de bomen dus besloten we maar om te keren. Bij Drobeta zijn we over de stuwdam in de Donau Servië in gereden en vandaar doorgestoken naar Bulgarije. Even over de grens hebben we een plaatsje gezocht in het dorpje Bregovo. We meenden daar erg rustig te staan afgezien van wat nieuwsgierige kinderen. maar tegen zevenen kwam een meisje van een jaar of vijftien ons waarschuwen dat het geen veilige buurt was, er woonden rondom ons diverse zigeuner gezinnen. we waren daar wat sceptisch over, maar toen ontdekten we dat er een gat was gemaakt in de hor voor het openstaande raam aan de andere kant van waar wij zaten. we misten alleen een paar bananen die daar voor het grijpen lagen. Toen zijn we toch maar verhuisd naar het centrum van het dorp.
Dag 12. Dinsdag 11 sept.’12 411/31866 km
Heerlijk rustig geslapen, we stonden hier bij het centrale plein waar een aantal jongelui de gehele avond op bankjes zaten te praten maar tegen twaalf uur werd het toch rustig. Vanmorgen waren we alweer op tijd wakker en gingen we aan de rit richting Vidin. En vandaar via Bekogradcik naar Montana maar daarna kwamen de berg hellingen in het zicht. Hier reden we de rest van de dag bij langs en af en toe zelfs een stukje helling omhoog en weer naar beneden. Bij Botevgrad kwamen we bij de snelweg waar we een Vignet voor nodig hadden. Die kochten we bij een tankstation voor 10 Lev. ongeveer € 6,= Helaas was de snelweg na 30 km veranderd in een normale, wel goede, tweebaansweg. ’t was inmiddels 4 uur en we besloten om naar Gabrovo te rijden, dat is aan het begin van de pas over de bergketen Planinastara. In de stad vonden we geen plek en op advies van Marianne reden we naar het openluchtmuseum Etăra enige km verder richting de pas. Bij een hotelletje gevraagd of we daar mochten staan. Zij verwezen ons door naar de grote parkeerplaats bij de ingang van het openlucht museum. En dat was een goede treffer, zeer rustig stonden we daar onder de bomen. Na het eten hebben we nog een mooie wandeling gemaakt door het bos, het is een prachtige omgeving hier, echt een aanrader voor de mensen die deze pas nemen.
Dag 13. Woensdag 12 sept.’12 262/32128 km
Vandaag hebben we er een fijne rustige dag van gemaakt. Eerst zijn we het open lucht museum Etăra in gegaan. In het dalletje is een dorpje gereconstrueerd van allerlei huisjes uit Bulgarije. Hierin zijn handwerkbedrijfjes gevestigd, zoals een wasserij, leerbewerker, houtdraaier, wagenmaker, wever, smederij, zilversmid enz. enz. In veel van die bedrijfjes worden de machines door waterkracht aangedreven. Het ziet er allemaal heel leuk en oorspronkelijk uit. We hebben er dan ook erg van genoten. Vervolgens zijn we de pas over gereden door een mooi berglandschap. Het vlakke land daarna kon ons niet zo bekoren, vandaar dat we gelijk maar zijn doorgestoomd naar de grens met Turkije. Bulgarije uitrijden was een maar Turkije in bleek nogal ingewikkeld. Het bleek een enorm groot complex met meer dan honderd loketten te zijn Hypermodern. Het was er echter zeer rustig. Eerst werden bij het ene loket onze passen bekeken, vervolgens moesten we naar loket twee waar we een sticker in het paspoort kregen met een stempel erover. In loket drie kregen we weer een stempel erbij. Daarna moesten we de auto parkeren en met de paspoorten naar loket 92 lopen, waar we € 15.= p/p moesten betalen voor een visa. Hiermee moesten we weer naar loket drie voor controle ven de gehele procedure. Toen konden we doorrijden naar het laatste loket om Turkije in te gaan. Maar daar kreeg ik te horen dat er ergens vergeten was nog een stempel te zetten. We werden dus terug gestuurd om deze bij lokt 94 te gaan halen. Al met al heeft deze hele passage ons een uur gekost. Zeventien km verder zijn we het centrum van Havsi ingereden en vonden daar een grote parkeerplaats waar we besloten te overnachten. De coördinaten zijn: N 41.32960 E 26.49420 Na het eten zagen we dat er grenzend aan de parkeerplaats een privé parkeerplaats was van een of ander overheidsgebouw met een paar enorme schijnwerpers. Dit leek ons toch een iets veiliger plaats en zijn we dus maar verhuisd. We waren goed en wel gesetteld toen de conciërge van het gebouw bij ons kwam. In het Turks vertelde hij ons dat we daar vannacht mochten blijven staan en dat hij wel een oogje in het zeil zou houden. Heel aardige man. Een half uurtje later kwam hij ons vier bekertjes en vier zakjes oploskoffie brengen. Wij hadden nog een paar rood/wit/blauw kaarsjes meegenomen uit Nederland die we hem als geschenk gaven hij was daar erg blij mee. We constateren dat de mensen hier, in tegenstelling met Roemenië, veel vriendelijker en opener zijn. Ze maken al heel gauw contact met je voor een praatje en hulp.
Dag 14. Donderdag 13 sept.’12 198/32326 km
Voor de rit naar Istanbul kozen we voor de D100 dit is de secundaire weg die voor een groot gedeelte trouwens wel een snelweg lijkt, ook hier is het landschap saai. Wel staan er enorm veel stalletjes met groenten en fruit (vooral meloenen) langs de weg. Je vraagt je af hoe ze ooit die enorme stapels meloenen kunnen verkopen. Wij hebben ons best gedaan door wat inkopen te doen. Hoe dichter we bij Istanbul komen hoe drukker het werd. Het grootste gedeelte reden we wel vier rijen naast elkaar, soms met nog geen 30 cm ertussen. Veel stoplichten en rijen auto’s die uit de zijstraten kwamen, een grote heksenketel was het die laatste twintig km. maar uiteindelijk reden we op de Kennedy Cadesi toch wat rustiger naar de camperplaats. Een mooi plaatsje gevonden met uitzicht over de zee van Marmaris waarin we al snel de dolfijnen zagen dartelen. De coördinaten zijn: N 41.00 074 E 28.58636. Er staan maar 5 campers 3 fransen, een Duitser en een Turk. Verder wat luxe- en vrachtwagens + wel 50 katten. Het is inmiddels bijna vier uur geworden even een uurtje relaxen met een kopje koffie en toen aan de wandel. We hebben Marianne & Peter middels een globale rondwandeling de structuur van deze wijk, Sultanahmet, laten zien. De weg overgestoken en naar de Blauwe Moskee dan het drukke plein over naar de Haghia Sophia. Gewezen op de ingang van de Cisterne dan is, langs het eindstation van de Oriënt expres naar de Galatabrug. Onder langs de visrestaurants met de opdringerige obers. Ze versperren je de weg om je naar een tafeltje te dirigeren. Het beste kan je ze afpoeieren door ze zogenaamd niet te verstaan en in koeterwaals Zweeds aan te spreken, daar knappen ze al snel op af. Bij de brug liggen een paar scheepjes waar vis wordt gebakken, een broodje vis kost 5 TL = € 2,50. Het is er een drukte van belang. Hele Turkse families zitten er op de kleine tonnetjes te smullen, lijkt me een hele goede business toe. Via de voetgangers tunnel lopen we onder de drukke verkeersweg door naar de Egyptische bazaar “Misir Ċarşisi” . Ook daar is het een drukte van belang. Gepke bakt in de kampeerauto regelmatig een cake in een oude wonderpan de ze heeft geërfd van haar Oma, dat gaat uitstekend, maar zo langzamerhand is de pan aan het eind en kijken we al jaren uit naar een vervanger. Nou, plotseling zie ik een bijna identiek exemplaar aan het plafond van een kraampje hangen. 35 TL kost hij maar we krijgen hem mee voor dertig. Afdingen is een sport die er bij hoort, we hadden nog wel verder kunnen zakken maar hier is Gepke ook heel blij mee, en ik ook want in de toekomst zijn we verzekerd van lekkere kruidkoek in de vakantie. Het begint al een beetje donker te worden en lopen we richting de Grand Bazaar terug naar de Blauwe Moskee en weer terug naar onze huisjes. Daar is het druk met af- en aan rijdende auto’s. Een paar jonge mannen staan bij onze campers aanwijzingen te geven waar de auto’s moeten gaan staan. We komen tot de conclusie dat het hier tevens een afwerkplek is voor de plaatselijke hoertjes. Het gaat allemaal heel gemoedelijk en we voelen ons dan ook geen moment ongemakkelijk, ’t is immers bekend dat het nergens zo veilig is als in een hoerenbuurt. We zitten nog heerlijk een uurtje buiten in onze stoeltjes te genieten van het sfeertje. Er varen een paar grote disco boten langs met hotsende mensen en zwaaiende lampen. Istanbul is echt een metropool met z’n 21 miljoen inwoners.
Dag 15. Vrijdag 14 sept.’12 0/32326 km
We waren al weer vroeg op vanmorgen en het eerste wat we uit het raampje zagen waren de speelse dolfijnen. Vanmorgen blijven we lekker relaxen bij de camper, Haren wassen en deze site bijwerken. Vanmiddag gaan we met z’n beiden de stad weer in, P&M zijn al vroeg aan de wandel gegaan, die zien we vanavond wel weer terug. Zelf zijn we naar de Grand Bazaar gewandeld om wat cadeautjes te kopen, een paar rondjes gemaakt, geslaagd met 1 cadeautje. Toen aan de achterzijde er weer uit door de bochtige straatjes afgezakt richting de gouden hoorn. Dit is een heel oorspronkelijke buurt, je ziet er weinig toeristen en al helemaal geen opdringerige verkopers, dat is ook wel weer prettig. Wat staan er veel moskeeën in deze stad, bijna op elke hoek zie je er wel een. Uiteindelijk komen we via via bij de Egyptische bazaar uit waar we een lekker glas verse sinasappelsap dronken op een klein terrasje. Het is erg warm vandaag zodat we al gauw weer richting de thuishaven zijn gelopen waar we heerlijk hebben genoten van onze luie stoelen. Bij de parkeerplaats staat een radartoren die dag en nacht bemand is. Een van de operators hebben we al kennis mee gemaakt, we noemen hem Ahmed Radar, het is een zeer sympathieke jonge man die uitstekend Engels spreekt. De bedoeling was om wat te slapen en lezen, maar daar kwam niet veel van terecht want we kregen bezoek van Erik van Bronswijk uit Nijmegen. Een 60 jarige loodgieter die onderweg is van Nijmegen naar Jeruzalem met een Pipo wagen met een paard ervoor. Hij is via Duitsland, België Frankrijk, Italië, Slovenië, Kroatië, Montenegro, Griekenland naar Turkije getrokken. Het paard heeft hij toen ongeveer 90 km richting Griekenland bij een boeren bedrijf gestald en is toen een paar maanden naar huis gegaan. nu zit hij hier in een hotel om te onderzoeken hoe hij met zijn paard en wagen hier door Istanbul heen kan trekken. Het is een gezellige prater en is 1,5 uur blijven zitten. Hij beloofde vanavond nog een foto van hem met z’n paard te komen brengen. Inderdaad kwam hij er tegen achten aan wandelen met een paar pilsjes en limonade voor de meisjes, heel gezellig allemaal. Vannacht was het weer een drukte van belang van af en aan rijdende auto’s, sommige met de radio op maximaal volume, zodat we konden genieten van Turkse disco deuntjes.
Dag 16. Zaterdag 15 sept.’12 0/32326 km
Vandaag zijn P&M al vroeg op stap gegaan, ze willen het Top Kapi Paleis bezoeken, daar is inderdaad wel een groot gedeelte van de dag voor nodig, dus die zien we vast niet zo vroeg weer terug. Wij maken er weer een rustige morgen van en gaan pas na de lunch aan de wandel. Eerst lopen we naar de Arami Bazaar, daar zijn veel mooie winkels met sieraden en kleden te vinden. Dan gaan we naar het museum voor Turkse- en islamitische kunst aan de Hippodroom, waar we een paar uur rondlopen. Het heeft een heel indrukwekkende collectie relicten die zijn opgegraven en klederdrachten en gebruiksvoorwerpen van Turkse nomaden waaronder volledig ingerichte tenten. Ook veel is er te zien over het leven in Istanbul door de eeuwen heen.
Dag 17. Zondag 16 sept.’12 425/32751 km
Van Ahmed Radar hebben we gehoord dat vanmorgen een groot gedeelte van de Kennedy Caddasi zal worden afgesloten omdat de president op bezoek komt. We hadden al besloten om om acht uur te gaan rijden, Dat was nog mooi voortijd zei Ahmed. Gelukkig was het helemaal niet druk op de weg toen we vertrokken. de binnenstad door en de Galatabrug over rijden kwamen we al snel op de grote ringweg uit. Voor de brug moesten we tol betalen, maar dat kon alleen met een pasje, die we niet hadden. Maar er stond (toevallig) een man die ons hielp met zijn pasje, wel moesten we hem daar 5 TL voor betalen. Een eind verderop begon de tolweg, ook hier van het zelfde laken een pak. Alleen met een pasje. Ook hier kwam iemand met een auto aanrijden die ons verwees naar een kantoortje aan de andere zijde van de weg, waar we een KGS pasje konden kopen voor 30 TL. Dat schoot lekker op, alleen kwam er bij werkzaamheden aan de weg mij een motorrijder tegemoet die rakelings langs een pylon reed, waardoor deze omgeblazen werd en voor onze camper schoof, dat was een enorme klap, hij werd nog een eind meegesleurd onder de wagen. Later bleek dat de grill ontzet was, maar onder de wagen was gelukkig geen schade aangericht zodat we weer door konden rijden. Bij Gerede verlieten we de snelweg en al gauw vonden we op een landweg een plekje om te lunchen. We zaten nog maar net of er kwam een beor aanrijden op een tractor die ons kleine peertjes aanbood om te proeven, aardige mensen hier. Ons doel was om een plaatsje te zoeken voor de nacht in Safranbulu, uiteindelijk vonden we in een buitenwijk een plekje op een parkeerpleintje bij een paar kleine flats. N 41.265471 E 32.674013. Uiteraard kregen we daar alweer snel bezoek van de plaatselijke jeugd. Nieuwsgierig maar niet vervelend. Een oude vrouw die in het huisje naast onze parkeerplek woont kwam ons vier tomaten en vier eieren brengen, heel hartelijk, alleen totaal niet te verstaan natuurlijk. Gelukkig had Marianne nog een Hollands doosje met zoute drop bij zich, zodat we ook wat terug konden doen. Nog hadden we het eten niet op of daar kwam de buurvrouw uit een flat aan de andere zijde met een schaal komkommer/tomaten salade en een schaal nog warme platte oliebollen naar ons toe, ontroerend, zo lief als die mensen hier allemaal zijn. Gepke had nog een stel Hollandse kaarsjes, dus ook bij haar konden we wat terug doen. Tegen achten zijn we met een klein busje naar het centrum gereden, een ijsje gegeten, wat rond gewandeld en een afspraak gemaakt in een internet café om daar morgen onze mail te bekijken en te versturen en uiteraard om deze site bij te werken.
Dag 18. Maandag 17 sept.’12 97/32848 km
Rustig ontbeten en toen met het Dolmus busje naar het centrum, waar we eerst het Internet Café hebben opgezocht. Het ging allemaal uitstekend met de verbinding. Het centrum nog wat doorgewandeld en vervolgens weer terug naar de kampeerauto’s waarna we na de lunch aan de rit zijn gegaan naar de benedenstad van Safranbolu. Het ligt in een kloof, we rijden dan ook steil naar beneden en vinden een plaatsje op een schoolplein. N 41.24781 E 32.69340. Het is een officiële camperplaats, afrekenen moet je in het restaurant aan de overzijde van de straat. Het wijkje staat op de wereld erfgoedlijst Unesco. De smalle straatjes zijn geplaveid met ronde gladde natuurstenen. De huizen zijn van steen met een bovenverdieping van hout. Ze staan zeer schilderachtig kris kras door elkaar en de meesten zijn winkeltjes met souvenirs (uiteraard). Het was vroeger een belangrijke handelsstad, reizende kooplui vonden hier onderdak in de Cinci Hani, een soort karavanserai. Rondom een binnenplaats loopt een galerij waaraan de kamers zijn gelegen. Binnen de tachtig cm dikke muren is het lekker koel. Het is deels ingericht als museum maar het heeft ook nog de functie van hotel. met een trap kunnen we naar het dakterras waar we een prachtig uitzicht hebben over de gehele wijk. We lopen er een paar uur rond en rijden dan naar Amasra, We rijden door het bergachtige en groene landschap en plotseling doemt dan de zwarte zee voor ons op. Bij een natuurlijke binnenhaven vinden we een magnifiek plekje gevonden, vlak aan de zee. Het is hier zeker tien graden koeler dan in het binnenland, met de wind erbij is het gewoon noodzakelijk dat we er een trui bij aantrekken. later op de avond komt er nog een Duits echtpaar met een campertje naast ons staan. Dit is de eerste camperaar die we tegenkomen hier in Turkije, het seizoen is duidelijk voorbij. Het stadje, waar we na het eten nog even een wandeling maken, is wel toeristisch met veel souvenir winkels. We hebben besloten hier morgen een relax dag te houden.
Dag 19. Dinsdag 18 sept.’12 0/32848 km
We hebben genoten van onze relax dag, Eerst even de mails bekeken in een internet café in het dorp, toen wat lezen in de luie stoel met een bakje Hollandse koffie erbij. Na het eten even naar de overdekte markt. Hier zitten voornamelijk oude boeren vrouwtjes met de oogst van hun tuintjes. Het blijft voor ons altijd een feest om dergelijke marktjes te bekijken. Ditmaal kopen we ook wat aanvulling voor onze koelkast, pistache noten, wortels, andijvie, een blok zoetigheid (een soort Fudge) en tot slot 1 radijs, maar wel een hele dikke daar heeft een heel weeshuis genoeg aan. ’t Zijn allemaal heel vriendelijke groentemarkt dametjes in traditionele kleding en de onvermijdelijke grote kleurige hoofddoeken. Overal word je wat te proeven aangeboden.
We brengen onze aankopen naar de kampeerauto en gaan opnieuw het stadje in. We dwalen door de smalle straatjes en lopen omhoog naar de oude wijk die is gebouwd op de fundamenten van het in de 12e eeuw gebouwde Byzantijnse kasteel. Een aantal poorten en behoorlijke stukken van de vestingmuren staan nog overeind. Ook een Romeinse brug naar het eiland is nog intact. Op dit eiland staat ook nog een burcht, maar daar is weinig van overeind gebleven. Met een paar op de markt gekochte tonijnen wandelen we terug naar de parking waar zich nog een klein campertje met een jong Spaans koppel uit Salamanca bij ons aansluit. Ze bieden ons koffie en vijgen aan, leuke lui! Het weer is wat omgeslagen, veel meer bewolking en harde wind in de avond kregen we nota bene nog een paar regendruppels op ons dak.
Dag 20. Woensdag 19 sept.’12 146/32994 km
We hadden de keus via de binnenlanden of langs de kust te rijden vandaag. Een Duitse Turk die in Duitsland heeft gewerkt maar nu hier woont, vertelde ons dat de kustweg erg bochtig is maar wel een goede weg is. De binnenlandse weg is een vierbaans weg en gaat volgens hem veel sneller, we hebben dus maar voor de kustweg gekozen. Uiteindelijk hebben we die weg omgedoopt in de 1001 bochten weg. Het heeft ons van ’s morgens 9 tot ’s middags 4 gekost om deze 146 km te overbruggen. Maar mooi was het wel, de met bossen begroeide bergen werden steeds hoger en de soms kale rotswanden torenden boven ons uit. We reden door talloze dorpjes en havenplaatsjes. In Immakly maakten we koffiestop en bekeken we een werf waar de traditionele houten vissersscheepjes werden gebouwd. Prachtig om de, in diverse staten van afbouw zijnde, werkstukken te bekijken. De arbeiders waren erg vriendelijk en hadden er geen enkele moeite mee dat we overal rondsnuffelden. Het afbouwen gaat nog met vrij primitieve gereedschappen, maar het resultaat is beeldschoon. Het ene moment reden we hoog over de toppen van de bergen en daarna weer beneden vlak langs de turkooizen zee. In Dodgayurt hebben we plekje in de haven gezocht voor de nacht. We kijken uit op de steile gelaagde rotswand met daaronder het dorp met de moskee en minaret. Het was vandaag niet zo vreselijk warm maar dat is natuurlijk de invloed van de zee.
Dag 21. Donderdag 20 sept.’12 253/33247 km
Bochten, bochten en bochten tot Sinop, daar kwamen we uit op een 4 baans weg en reden we Sinop, dat op een schiereiland ligt, binnen. Het is een grote oninteressante stad waar we eerst hebben getankt en wat inkopen hebben gedaan. De bedoeling was om hier ergens een plaatsje te zoeken maar het is zo’n drukke stad dat we maar hebben besloten om nog even wat door te rijden voor een wat rustiger plekje. Ja, ja, even doorrijden, dat was er niet bij, want de weg richting Samsun (niet Diederik) was allemaal 4 baans, waar je haast niet af kon.
Uiteindelijk konden we Alacçam, een plekje bij de rivier vinden. Het werd bijna donker toen we eindelijk achter de pannenkoeken zaten, maar met een hongergevoel smaken die dubbel zo goed. Denk je op een rustig plekje te staan, ver van de weg, komt er toch een boer langs met een hooiwagen even een praatje maken, waar we overigens niets van verstaan.
Dag 22. Vrijdag 21 sept.’12 469/33616 km
Nadat we de ruiten van de kampeerauto’s met rivierwater hadden gewassen gingen we op pad. De weg werd steeds beter en schoten daarom lekker snel op, de kilometers vlogen onder de wielen door. Tot Bafra was het nog landelijk daarna kwamen we uit in het delta gebied en verder langs Samsun, Çarsamba, Ünye Fatsa en Ordu, waar steeds meer bebouwing was. Het ene stadje reeg aaneen met de volgende. Duidelijk dat het hier een veel welvarender streek was. De flats werden moderner, de straten schoner en er waren minder hoofddoeken te zien. Tussen Fatsa en Ordu maakten we een uitvlucht langs de kust, dit stuk van ca 30 km was landschappelijk erg mooi. Hier in de bergen staan vaak betonnen reservoirs aan de kant van de weg waar bronwater in stroomt. Dit water is zo schoon dat je het zo kunt drinken, we hebben onze watertanks daar dan ook mee gevuld. Toen het tijd werd om een plekje voor de nacht te zoeken zijn we bij Espiye de zijweg naar Yaglidere ingeslagen. Enige km verder een beton pad naar een paar huizen ingereden en daar vonden we op een verbreding van dat pad een plekje. We stonden net te overleggen hoe we wilden gaan staan toen er een auto bij ons stopte met drie mannen die erg vriendelijk in het Turks ons uitnodigden om bij hen thuis een kopje Çay te komen drinken. Een paar honderd meter verder stond hun huis naast een school. En we konden de kampeerauto’s daar ook beter parkeren. We moesten door een hek kruipen om bij hun huis te komen, de schoenen uit bij de deur en via een betonnen trap met hier en daar een kleedje naar de verdieping en in een kleine kamer zaten we met vier mannen, twee dochters en een buurvrouw een kopje gloeiend hete thee te drinken. De communicatie was ontzettend moeilijk, zelfs de dochter van een jaar of 16 sprak geen woord over de grens. Natijd hebben ze onze campers nog even bewonderd. We hebben wat cadeautjes uitgewisseld. Zij kwamen met grote zak hazelnoten voor elk van ons aan, wel twee kilo. Dit hele gebied staat bekend om de kweek van hazelnoten en thee. Overal langs de weg en tegen de hellingen zien we struiken hazelaars, Maar thee struiken hebben we niet kunnen onderscheiden.
Doordat de communicatie zo slecht ging begrepen ze niet dat we hier in het dal een waterval wilden bezoeken, maar ja, hoe zeg je waterval in het Turks. Gelukkig kwam er een lerares Engels van de school ons te hulp, toen ging het allemaal veel beter. Yasar bood ons aan om morgenvroeg met ons naar de waterval te wandelen, een half uur wandelen zei hij. Dus hebben we een afspraak gemaakt, hij komt ons om half tien halen.
Dag 23. Zaterdag 22 sept.’12 187/33803 km
De wandeling is niet door gegaan, enerzijds omdat het erg donker weer is met de dreiging dat het gaat regenen, maar een belangrijker reden is dat we een groepje jongetjes van een jaar of 10-12 om de campers zagen zwerven, ze konden nergens met de vingers afblijven, trokken aan de spiegels, gingen op de trapjes staan, pulkten aan alle onderdelen. Ondanks onze waarschuwingen bleven ze vervelend doen. We hadden er geen goed gevoel bij wat er zou gebeuren als we een paar uur aan de wandel zouden gaan. Zo goed en kwaad als het ging hebben we het aan Mustafa proberen uit te leggen, we hadden het idee dat hij het wel begreep maar hij was wel teleurgesteld. Gisteravond zaten we te kaarten met de deur open, toen plotseling “Iyi akşamlar” (goedenavond) door de kampeerauto schalde. m’n haren gingen zowat overeind staan zo schrokken we. Het was Mustafa die nog even kwam buurten. Hij keek met een kennersblik in onze kaarten, van de een naar de ander en we kregen de indruk dat hij ook kon pokeren. We zijn nog verder het dal ingereden in de hoop dat we de waterval verderop nog konden vinden. Maar na 10 km zijn we maar weer omgekeerd en terug richting de weg langs de kust gereden. Het was niet zo ver naar Trabzon, waar we af wilden buigen het binnenland in. Bij Maçka afgebogen naar Meryemana, waar de ingang van het natuurpark is waarin het Semala Klooster hoog tegen de rotsen is gebouwd. Dit moet erg mooi zijn en daarom al bij voorbaat door ons in de routeplanning is opgenomen. De bochtige weg vanaf Maçka loopt door een prachtige nauwe kloof, hoge rotswanden torenen boven ons uit. We betalen 15 TL entree voor het park en rijden door naar een parkeerplaats vanwaar we naar het klooster kunnen klimmen of ons door een Dolmus naar boven te laten rijden, maar dat is pas morgen, voorlopig zoeken we een vlak plekje voor de campers voor de nacht, dit valt nog niet mee in zo’n smalle kloof. Er staan wat hutjes met wat oubollige souvenirs en de onvermijdelijke thee schenkerijen.
Dag 24. Zondag 23 sept.’12 90/33893 km
Een rustige dag maken we er vandaag van, ’t is immers zondag. tegen tienen gingen we aan de wandel naar het Sümela Manastiri (klooster). Dit klooster is te vergelijken met de Athos- en Meteora kloosters in Griekenland. Het klooster van zeven verdiepingen ligt tegen een loodrechte rotswand op een uitstekende rots. Al in de 4e eeuw kwamen er monniken naar deze plaats en het werd de meest vermaarde kloostergemeenschap van klein- Azië. De gebouwen die we bezochten dateren waarschijnlijk van de 12e eeuw. Een wandeling over het verharde pad dat zich door de beboste helling slingert kost ons bijna een uur en heel vel zweetdruppels. Als we boven zijn, zien we hele horden toeristen die met een dolmus naar boven zijn gebracht. We bekijken de cellen van de monniken, de bakkerij, eetzaal en de kerk. Alles is met gangetjes en trappen met elkaar verbonden. De kerk is gelegen in een natuurlijke grot, waarvan alle wanden met fresco’s zijn beschilderd, evenals de buitenkant. Helaas zijn de fresco’s die binnen handbereik zijn volgeklad met graffiti, namen zijn er in gekrast door vandalistische bezoekers. We wandelen terug via de verharde weg, waarop inmiddels een groot aantal auto’s en tientallen bussen de weg naar het klooster oprijden. We zijn net op tijd op bezoek geweest. We besluiten om nog aan de rit te gaan, terug naar Maçka en vandaar verder het binnenland in. Over de Zigana pas rijden we steeds hoger over een uitstekende weg. Spectaculaire steile bergwanden steken boven ons uit. De hoogste top hoeven we niet over want daar is een nieuwe tunnel van 1,7 km geboord, het is een prachtige route. Vlak voor het dorpje Gümüshane vinden we op een parkeerterrein bij een cultureel centrum een rustig plaatsje.
Dag 25. Maandag 24 sept.’12 206/34099 km
Het is vandaag een hele mooie weg door de bergen, ruim aangelegd, een strook asfalt geschikt voor 4 banen, maar meestal zonder belijning. Bij Tekkeköy verlaten we de E80 en rijden de bergen in richting Erzincan. We rijden over diverse passen en overal word aan de weg gewerkt, gigantische hoeveelheden rots word er verplaatst, het landschap wordt er niet mooier van. Erzincan is een grote moderne universiteitstad die geheel herbouwd werd na de verwoestende aardbeving van 1939. Hier stroomt ook de Boven-Eufraat door een woeste kloof richting het stuwmeer. 35 km verderop verlaten we dit brede dal en rijden over de weg 885 naar Daĝyolu waar we opnieuw een pas van 1900 meter oprijden. Aan de andere zijde proberen we in het dorpje Pülümür een plekje te vinden. Dit lukt niet erg naar onze zin en daarom rijden we nog een eindje door. drie km verderop zien we bij de rivier een pas gemaaid veldje waar we goed op kunnen staan, een ideaal plaatsje waar we ons erg op ons gemak voelen. Een paar honderd meter verderop is een klein heuveltje waar we een begraafplaats op ontdekken. Peter en ik wandelen er heen om eens rond te kijken. Onderweg stopt er een auto van een Turkse man die probeert een gesprek met ons te voeren in het Engels, Duits en Turks, dat laatste gaat hem nog het beste af. We begrijpen dat hij een vriend heeft die in België woont, hij pakt gelijk z’n Black Berry om die vriend te vertellen dat hij hier met twee Nederlanders staat te praten. Terug lopend naar de campers plukken we een paar gigantische eikels van een boompje. Gepke is hier helemaal wild van en wil nog meer hebben, dus wandel ik met Gepke terug en als we aan het plukken zijn stopt er opnieuw een auto, hier zit de vriend in met z’n vrouw en zus. Ze spreken perfect Belgisch en we hebben een leuk gesprek met hen, waarbij we gelijk worden uitgenodigd om bij hun te komen eten ze zijn op vakantie in een huisje een kilometer verderop. Leuk allemaal, maar Gep heeft het eten al klaar staan.
Dag 26. Dinsdag 25 sept.’12 225/34324 km
Een kilometer verder zat voor het huis de hele familie aan het ontbijt, we stopten even om hen te begroeten en gelijk vroegen ze of we mee kwamen eten. Maar we hadden het net achter de kiezen dus sloegen we dat af. Het landschap werd steeds spectaculairder, het was een canyon met steile rotsen en zeker 20 tunneltjes reden we door. Uiteraard stopten we hier en daar om er van te genieten en foto’s te maken. Iets voorbij zo’n tunnel stonden twee totaal uitgebrande vrachtwagens. En enige km verder opnieuw een uitgebrande vrachtwagen midden op de weg, we konden er net bij langs rijden. We hebben de indruk dat het niet toevallig is, er is hier in deze streek nog al wat onrust in verband met de koerden. Mogelijk houd dat verband met elkaar, hier en daar stonden ook leuzen op de rotswanden geverfd. Zoals bv. “Partizan” Ook zagen we een paar kampementen van militairen met bemande wachthuisjes die gebarricadeerd waren met zandzakken. Even voor Tunceli was een grote vrachtwagen met tomaten en paprika’s gaan scharen en op z’n kant gevallen.
De weg was bijna versperd, maar ook hier konden we er nog net langs rijden. Het was kort geleden gebeurd want er was nog geen hulp aanwezig. De chauffeur was gelukkig ongedeerd en er was een collega bij hem om hem bij te staan, dus reden we maar door. Voorbij Tunceli is het landschap wat saaier, de kale bergen zien er niet erg toegankelijk uit maar de weg is uitstekend, dus we schieten lekker op. Bij Eláziĝ buigen we af naar het zuiden richting Diyarbakir, hier is een landbouwtrekker met aanhangwagen van de weg geraakt en heeft z’n lading over de weg gestrooid, de politie leidt ons er langs via een parallel baan. 30 km verder komen we langs een stuwmeer, waar de Tigris doorheen stroomt, hier vinden we mooi plaatsje aan het water dat er heel aanlokkelijk uitziet en nog geen vijf minuten later zwemmen we er dan ook al in, heerlijk verkoelend na toch wel een enerverende dagreis. Natijd proberen we onze rookoven uit, we stoppen er tien dikke kippenpoten in, die we met z’n vieren heerlijk opeten. Dit moeten we vaker doen, daar zijn we het allemaal over eens.
Dag 27. Woensdag 26 sept.’12 189/34513 km
Langs het meer en via een uitstekende maar saaie weg op naar Ergani waar we direct in het begin al een internet café ontdekken. Helaas was er geen WiFi, de baas vraagt bij de buren of we daar mochten aansluiten op de vaste lijn, maar dat lukte ook niet maar bij de andere buren een reparatie werkplaats voor TV’s lukte het wel. Alle mails gelezen en de site bijgewerkt. Door gereden naar Ċermik, tot zover een saaie weg maar het volgende traject reden we door een heel bijzonder landschap. De rotsen langs de weg zagen eruit als stapels pannenkoeken, door erosie waren de zachtere lagen weg gesleten en hadden de mooiste figuren gevormd. We hebben hier wat rond gelopen en uiteraard foto’s gemaakt. In Siverek wilden we na het tanken betalen met een creditcard maar dat wilde op geen enkele manier lukken, daarom met ons laatste geld cash betaald. Dat betekende dat we een bank moesten zoeken in de binnenstad. Dat viel nog niet mee, de straatjes werden steeds smaller en smaller. Maar toen we uiteindelijk een bank vonden moesten we op zoek naar een parkeerplekje voor de campers. Dat lukte gelukkig snel, achter een tankstation was een bewaakt “Otopark” toen aan de wandel met z’n vieren. Hier heerst een heel oosters sfeertje, veel vrouwen gesluierd en mannen met geruite doeken op het hoofd en de typische broek aan, waarvan het kruis ergens tussen de kuiten hangt. In een carsissi, (bazaar) die ook alleen maar door de plaatselijke bevolking wordt bezocht, besluiten we een kopje Cai (thee) te drinken met Baklava erbij. In een piepklein theehuisje worden we zeer hartelijk begroet door de eigenaar en de rest van de gasten. Al gauw raken we verzeild in een levendige discussie in het Turks/Nederlands/Engels. Handen & Voetenwerk dus. Maar het is heel gezellig en voor een paar TL worden we voorzien van een assortiment mierzoete hapjes, thee en cola. Dan komt er ook nog een Turk binnen die met z’n paspoort laat zien dat hij eigenlijk Nederlander is. Hij spreekt uitstekend Nederlands en verteld ons dat hij hier ook een huis heeft. Hij is hier omdat er deze week een festijn is waarbij 30.000 mensen tegelijkertijd een gedicht gaan declameren. We zwerven wat rond in de carsissi, Als enige toeristen die daar rond lopen, hebben we erg veel bekijks, maar dat is wederzijds we kijken onze ogen uit naar al die winkeltjes met al die exotische producten en zij blijven uiterst vriendelijk vragen waar we vandaan komen en hoe we heten. Niet alleen winkels zijn hier maar ook allerlei werkplaatsjes, leerbewerking, smederijen, schoenmakers en kleermakers. We hebben moeite om weer verder te gaan maar we moeten nog een plekje voor de nacht zoeken, dat lukt als we doorrijden naar het Ataturk stuwmeer waar we bij Eirat Iskelesi met een pontje over moeten steken naar de andere zijde. Dat stellen we uit tot morgen want direct naast de oprit van het primitieve pontje is een vlak plekje waar precies twee campers op passen. N 37.89159 E 38.99809 Tot laat in de avond zitten we hier voor onze huisjes over het water uit te kijken, wat is het leven toch mooi.
Dag 28. Donderdag 27 sept.’12 19/34532 km
Een kort ritje naar Narince, een gehuchtje waar we af moeten slagen naar de berg Nemrut. We stoppen hier even en worden direct aangesproken door de plaatselijke bakker/winkelier. Als hij hoort dat we naar de beelden op de berg willen doet hij ons een voorstel. Z’n vriend wil ons vanmiddag er wel met een auto heen brengen en ook gelijk nog een paar andere bezienswaardigheden, we worden het eens over een totaal bedrag van 250 TL (ca. € 110,=) om half een vertrekken we, De campers laten we voor de bakkerij staan Mehmet Kurt zal het in de gaten houden. We rijden eerst naar de Karakus tumulus, dit is een 30 meter hoge van losse stenen opgeworpen heuvel met een paar zuilen ervoor. Hierin bevinden zich grafkamers. Vervolgens rijden we langs de Yeni Kale, de resten van een kasteel op een bergtop, naar de Cendere brug. Deze brug stamt uit de Romeinse tijd en is tussen 198-200 voor christus gebouwd. De brug overspant een rivier op het smalste gedeelte vlak voor een imposante kloof. Hij wordt niet meer voor verkeer gebruikt. We rijden door naar Eski Kale, waar we via een smal voetpad naar een gegraven tunnel lopen. De tunnel kunnen we een eindje inlopen maar is daar afgesloten door een hek. Hier onder bevinden zich de grafkamers. Een 50 m boven de tunnel staat een beeld van Antiochos en Heracles. Via de zelfde weg rijden we weer terug naar Narince en stoppen bij de bakker waar we een groot plat brood mee krijgen voor onderweg naar de berg Nemrut. Deze berg ligt nog ca. 40 km verderop. Hij is 2150 m hoog en de weg is smal, bochtig en gaat vrij steil omhoog. We zijn blij dat we er niet voor hebben gekozen deze weg niet met de eigen campers te nemen. De laatste paar honderd meter moeten we te voet afleggen, het is een steil voetpad naar de top. Ook hier is met mensenhanden een tumulus opgeworpen van 50 meter hoog. Aan de voet daarvan zijn zowel aan de oost- als aan de westkant een aantal beelden opgesteld. De voetstukken staan nog overeind maar de koppen zijn opgesteld op het terras. We bewonderen de manshoge koppen van Antiochos I, Commagen, Zeus, Heracles en een kop van een adelaar en een leeuw. Vervolgens lopen we om de tumulus heen en bekijken aan de westkant de daar opgestelde beelden. Samen met de ca. 100 andere toeristen wachten we hier op de “Sunset”. Het is een prachtig gezicht de zon te zien verdwijnen achter de bergen. Het wordt erg snel donker als we over de bochtige weg terug racen naar naar Narince. We hadden afgesproken dat we daar een pizza konden eten maar om de een of andere reden ging dat niet door en werden we uitgenodigd door Mehmet Kurt (40) om bij hem thuis een Koerdische maaltijd te komen nuttigen. Hij woont in een heel primitief huisje met z’n vrouw en 6 kinderen. De schoenen moeten worden uitgetrokken en we nemen plaats op kussens langs de muur. In het midden van de met matten bedekte vloer wordt een tafelkleed uitgespreid waar een metalen dienblad van een meter doorsnede wordt gezet met een aantal schaaltjes met soep, gele rijst en een soort groentepotje. Water en melk erbij en daar zaten we dan krampachtig balanserend op de grond te eten. De moeder en de vijf dochtertjes van 2 maanden tot 14 jaar aten niet mee maar zaten wel bij ons. Leuk om dit eens mee te maken maar wij kregen allemaal al gauw last van onze rug.
Dag 29. Vrijdag 28 sept.’12 197/34729 km
Vroeg opgestaan want we willen naar Sanliurfa, een half miljoen inwoners tellende stad vlak bij de Syrische grens. We volgende bruine borden naar Göl Basi en vinden op een bewaakte parkeerplaats een mooi plekje voor de campers. N 37.148364 E 38.782671. We informeren er naar en we mogen blijven slapen op dit terrein. Dat komt heel mooi uit want we steken hier de weg over en we lopen zo de tuinen van Göl Basi in. Hier is ook de bron van Abraham die opborrelt te midden van een vijver met honderden grote karpers. De vissen zijn heilig en mogen alleen worden gevoerd met voer dat hier te koop wordt aan geboden. Het is allemaal zeer proper en prachtig aangelegd met vijvers, terrasjes en uiteraard staan er de onvermijdelijke karretjes met etenswaren zoals noten, broodjes en maïskolven. Naast het park is een van de oudste bazaars van Turkije gelegen. Hier zijn winkeltjes met stoffen, specerijen, kleding, sjaals en potten en pannen. Op binnenplaatsjes zitten de kleermakers voor hun kleine winkeltjes te werken op hun aftandse naaimachines. Hier zien we dat kinderarbeid nog niet is verdwenen in deze wereld. Overal zitten mannen, alleen mannen, te kaarten, scrabble en domino spelen aan lage tafeltjes. Steeds worden we uitgenodigd mee te komen spelen. Na een hapje te hebben gegeten in de campers gaan we later op de avond opnieuw de stad in. Er speelt nu een groot orkest Turkse muziek in het park, maar we zijn net even te laat als we aansluiten, komt er een oude man het toneel op die wat Turkse liedjes zingt. Leuk om mee te maken maar na twee liedjes houden we het voor gezien en wandelen de heuvel op naar een citadel die hoog boven de stad uit torent. Het kasteel zelf is gesloten maar halverwege op de trappen is een leuk terras waar we een uurtje genieten van het prachtige uitzicht over het park en de rest van de stad. Al die prachtige gebouwen en moskeeën, we genieten ervan. Het restaurant is voor een deel gevestigd in een natuurlijke grot. De ober laat het ons zien en ook de waterpijpen die je kunt huren. Je kunt kiezen uit verschillende soorten tabak. De dames duiken natijd in bed maar Peter en ik maken nog even een flesje wijn leeg zittend in onze luie stoeltjes voor de campers.
Dag 30. Zaterdag 29 sept.’12 57/34778 km
Onderweg naar Harran kopen we bij een stalletje aan de weg een grote meloen. Gepke gebaart naar het jongetje dat ons bedient dat hij de meloen maar naar haar toe moet gooien, als hij dat prompt doet misrekend Gepke zich in het gewicht en de grote watermeloen valt in stukken aan haar voeten. Grote hilariteit bij het joch, hij komt niet weer bij van het lachen.. We kopen er dan maar een bij, zo zijn we goed voorzien. Harran, dat vlak bij de Syrische grens ligt, is een van de oudste Mesopotamische steden, Abraham zou hier enige jaren hebben gewoond. Er zijn nog enige resten van de oude stadsmuur aanwezig. De merkwaardige huizen zijn ca . 150 – 200 jaar geleden gebouwd van de stenen van de oude muur. Ze bestaan uit diverse kleine ruimten elk met een dak van in een cirkel opgestapelde stenen, die aan de buitenkant zijn bepleisterd met leem en koeienmest en hebben daardoor de vorm van Bijenkorven. Door de dikke muren zijn ze van binnen zomers erg koel en ’s winters lekker warm. We worden bij het begin van het dorp opgewacht door een jongeman die ons naar een gerestaureerd huis begeleid, dat is ingericht als museum, thee schenkerij en winkel. We bekijken de inrichting en vele oude gebruiksvoorwerpen en drinken er een kopje thee. We mogen voor het complex blijven staan om te overnachten. We blijven tijdens de heetste uren lekker in de schaduw zitten en gaan tegen vieren aan de wandel. Er zijn een paar complexen waar opgravingen zijn, o.a. een oude moskee en een kasteel in het midden van het dorp. Het is een echt oosters dorpje de geiten, paarden, kippen en kalkoenen lopen er los door heen. Ook zien we een paar kamelen staan. Alles ziet er erg kaal en stoffig uit en de huizen die nog bewoond zijn hebben een heel armoedige en rommelige uitstraling. voor een aantal huizen staat een soort groot bed van wel drie bij vier meter en wel 2 meter boven de grond met matten op de vloer, we vragen het na waar het voor is en ons word verteld dat de bewoners altijd buiten slapen. En inderdaad zien we ’s avonds dat er kussens naar buiten worden gesleept en dat er mensen liggen te slapen. Tegen de avond komt er een televisieploeg het terrein op met een belangrijk persoon om het dorp te laten zien. Ze vragen of wij met hem op de foto willen, het blijkt de oude zanger te zijn die we gisteravond in Sanliurfa hebben zien optreden. We vermoeden dat het een soort Turkse Andre Hazes is.
Dag 31. Zondag 30 sept.’12 333/35111 km
Nuri Sesigüzel is de naam, Ik heb het nog even nagevraagd in het cultuurhuis. ’t schijnt een bekende zanger te zijn hier in Turkije. Ik zal het nog eens na google’n . Veel is er niet te vertellen over de dag van vandaag. Eerst terug gereden naar de parkeerplaats in Sanliurfa, want daar hadden we een onbeveiligde verbinding ontdekt en ik wilde nog een paar mails verzenden. Dat lukte allemaal wonderwel. Terwijl ik daar mee bezig was had Peter in het park contact gelegd met een vrienden clubje dat daar zat te eten. Hij was niet zo goed of hij moest een schaal vol met hartige broodjes en dolmussen mee nemen. plus nog een paar broden. We blijven ons verbazen oven de gulheid en vriendelijkheid van de mensen hier. Al snel reden we de stad uit en via de tolweg reden we naar het westen. Bij een tankstation konden we onze KGS kaart met tien TL uploaden, zodat we de tol konden betalen. Afrit 12 voorbij Gaziantep was waar we weer op de lokale weg verder konden rijden., Dat schoot even lekker op. Het werd al snel een bochtige bergweg, waar we bij Karatas een prachtig koffie stopje vonden met een wijds uitzicht over de hellingen. De omgeving van Kahramanmaras was weer een stuk saaier. Daarna gingen we op zoek naar een plekje voor de nacht, wat we vonden achter een simpel wegrestaurant even voor de pas Alikauasi Geçidi. Toen we toestemming vroegen om er te overnachten kregen we direct een gratis kopje thee aangeboden.
Dag 32. Maandag 1 okt.’12 227/35338 km
De pas waar we direct over reden vanmorgen was slecht 1630 m hoog dus dat viel nog wel mee. Het landschap was overweldigend. Na Göksun was het wat vlakker maar de pas in weg naar Devell was een bezoeking, niet vanwege de hoogte maar omdat er net een nieuwe weg werd aangelegd. Wat betekende dat we zeker 15 km over de steenslag noodweg moesten rijden. Niet alleen onaangenaam maar ook zeer stoffig. We kwamen hier door zeer simpele en armoedige dorpjes heen. Langs de weg zagen we velden met gigantisch veel gele meloenen. Maar ook veel aardappels werden er geoogst door grote groepen arbeiders, voornamelijk vrouwen. Kennelijk woonden deze mensen tijdens het oogstseizoen vlak bij hun werk want overal zagen we primitieve, van latten en zeildoek, in elkaar getimmerde tenten in het veld staan. Bij Çayrüzü was naast de weg een meertje dat gevoed werd door een onderaards riviertje met koel helder water. Aan de oever sloegen wij onze tenten op. Gepke en Marianne hebben nog even een lekkere kruid cake gebakken, die heerlijk smaakte.
Dag 33. Dinsdag 2 okt.’12 68/35406 km
Lekker rustig vertrokken want we hoeven nog maar een klein eindje te rijden.Voorbij dödyol gaan we weer tegen en pas omhoog, minder hoog maar wel een smalle weg, dus oppassen geblazen. Overal zien we hier grote velden met meloenen, en met de koffie stop stonden we bij een terrein met wilde amandelbomen, waar we natuurlijk een paar handen vol van plukten. bij het dorpje Akkóy zagen we de eerste grotwoningen. Zijn daar dan ook gestopt om het van dichtbij te gaan bekijken. Het is een erg armoedig dorpje met veel leegstaande krotwoningen en schuurtjes. Nog niet de helft is in gebruik. Het is tegen een steile bergwand aangebouwd en die wand lijkt wel een gatenkaas, allemaal gaten zijn er in gehakt. Het is net een flat gebouw met wel tien verdiepingen. We kruipen door een van die holen naar boven. Letterlijk kruipen is het, gaten in het plafond met traptreden en gaten waar 1 voet in past, een klein gaatje om een paar vingers in te steken en zo worstelen Peter en ik ons naar de volgende verdieping. Het is er wel lekker koel trouwens. In dit dorpje zien we overigens ook wat er met al die meloenen word gedaan. Er staat een machine aangesloten op een landbouw tractor waar de meloenen in worden gegooid en van de pitten worden ontdaan. Deze pitten leggen ze dan te drogen op grote stukken zeildoek. Urgup, ons doel van vandaag, is een toeristisch stadje waar we door heen rijden naar de Kaya camping. Hier zien we dat we niet de enige Nederlandse camperaars zijn, De groep van Vagabond van Klaas Kiewit en de NKC groep staat hier namelijk ook, later op de avond hebben we nog gezellig zitten praten met onze collega reisbegeleiders Piet en Annie Tielen. Vandaag was het niet zo warm maar wel hadden we af en toe een stofstorm toen we op de campings stonden. Dat duurde dan een half uurtje en dan was het weer over. Een fijne camping overigens met een zwembad uitstekend sanitair en een vriendelijke beheerder Yassar.
Dag 34. Woensdag 3 okt.’12 0/35406 km
We zijn uitgenodigd door Piet en Annie om vanavond aan de culturele avond met diner van hun groep deel te nemen. er zijn een paar uitvallers in hun groep waardoor er ruimte is. Tegen betaling mogen we mee, we hebben dit aanbod graag aangenomen. Vandaag gaan we met de camper van Peter & Marianne aan de rit. We hebben besloten om naar de Ihlara kloof te rijden en daar een wandeling doorheen te maken. als we er heen rijden zien we vlak voor Güzelyurt, dat er in het dorpje Gaziemer een ondergrondse stad is ontdekt in 2006. We gaan hier een kijkje nemen. Via een trap dalen we af naar de ruimten onder het dorp. Het was in de byzantijnse tijd een schuilplaats voor de bevolking. maar door de eeuwen heen is het deels ingestort en helemaal volgestoven met zand en stof.
Dat is er nu grotendeels uitgegraven en kwam met tot de ontdekking dat hier misschien wel een paar duizend mensen hebben geleefd. Er zijn stallen voor kamelen, opslagplaatsen voor de mest< Het gas dat daar uit ontstond werd gebruikt om te koken en verwarmen. Er zijn voorraadkamers voor graan en wijn. Keukens en woonvertrekken en een kerk. Heel interessant om hier rond te kijken.We rijden door naar Ihlari waar een kilometers lange kloof in het landschap is ontstaan door de erosie van een rivier. In de steile wanden zijn veel woningen en kerken uitgehakt. Soms heel hoog in de wand, die waren waarschijnlijk alleen met een ladder te bereiken. 382 treden moeten we naar beneden lopen om de bodem te bereiken. Daarna steken we via een brug de rivier over en lopen over een smal voetpad tussen de eeuwen oude bomen door richting het dorp. volgens de kaart moet dat 7 km zijn. Het is een leuke wandeling, waarbij we soms over of onder rotsblokken moeten kruipen. Maar als we vlakbij bij Ihlari zijn kunnen we niet verder want de rivier stroomt hier langs een hoge rotswand en daar is geen pad meer. We moeten dus de zelfde weg terug.
Het is inmiddels 1 uur geworden dus de maag begon te knorren. Gelukkig vonden we een wilde appelboom met wat heerlijke appels die we lekker opaten. Deze lunch hebben we aangevuld met bramen. Het was net of we in het oerwoud liepen en kwamen geen mens tegen.382 treden weer omhoog en toen met de camper terug naar Ihlari waar we in een klein primitief restaurantje de gaatjes vulden met scheurbrood, salade en een chicken kebab. Voor de terugweg kozen we een andere route via de bergen. Dit was niet zo’n gelukkige keuze want het was een hele slechte weg met hier en daar stukken gravel. We kwamen door uiterst armoedige dorpjes waar de mensen ons met open mond nakeken. De kinderen waren wel goed bij de tijd want ze maakten het gebaar van geld tellen en riepen Money, Money. We waren gelukkig wel op tijd thuis om ons klaar te maken voor de feestavond, Dat feest werd gegeven in een restaurant dat uitgehakt is in een berg. Met muziek en volksdansen zijn wij de hele avond tot twaalf uur bezig gehouden. Een uitgebreid scala aan Turkse gerechten werd ons in vlot tempo voor de neus geschoven. Om half een lagen we doodvermoeid in bed terwijl we de wekker op kwart voor vier hebben ingesteld want morgenvroeg gaan we ballon varen.
Dag 35. Donderdag 4 okt.’12 0/35406 km
Het was wel even slikken toen de wekker afliep, maar ja de ballonvaart was nu eenmaal afgesproken. Door een Dolmus busje werden we bij de camping afgehaald en naar de drie km verder gelegen startplaats gebracht. Het was nog aardedonker maar we werden ontvangen met thee, koekjes en broodjes. Daarna begon het gereedmaken van de ballonnen, de enorme gasbranders maakte een gigantisch geluid en langzaam kwamen de ballonnen omhoog. Wij werden ingedeeld in een mand voor 24 personen. Na een tijdje, het begon al wat lichter te worden, gingen we heel zoetjes omhoog. Nu konden we ook zien dat we niet de enige waren. Overal in de wijde omgeving zagen we ballonnen opstijgen. Je kon ze niet tellen maar het waren er minstens vijftig. We hoorden dat het er soms wel 120 in de lucht waren. De zon kwam langzaam over de bergen kijken waardoor de ballonnen prachtig verlicht werden. Het was een magnifiek gezicht toen we laag over het bijzondere landschap van Cappadocië dreven. Onze piloot was zeer ervaren, hij was ook instructeur, en manoeuvreerde ons op soms dertig cm over de rotsen heen. Hij vertelde ons dat hij soms de appels uit de bomen kon plukken. later gingen we nog omhoog naar zo’n 1000 meter, waardoor we een schitterend uitzicht hadden over dit mooie landschap en de daarboven drijvende vloot ballonnen. Deze unieke belevenis waren we niet graag misgelopen, hier zullen we nog vaak aan terugdenken. Na een uur zetten we de landing in en werden we door de grond crew ontvangen met champagne en een certificaat.De rest van de morgen hebben we geluierd op de camping en na de middag zijn we nog naar Gumere open air museum gelopen dat vlak bij de camping is gelegen. Dit is een echte toeristen fuik, meer dan tien bussen en talloze dolmussen staan op de parkeerplaats. Het is wel een duidelijk voorbeeld van de typische bouw van de kerken hier, uitgehakt in de bergen. Maar door de aanleg van de voetpaden en andere voorzieningen is het leuke er af. Als dit de toekomst is van Cappadocie dan zou dat eeuwig zonde zijn. Wij houden meer van de oorspronkelijke staat.
Dag 36. Vrijdag 5 okt.’12 38/35444 km
Vandaag gaan we onze eigen gang, half tien starten we onze camper en rijden naar Avanos, een stadje 13 km noordelijk. Het ligt aan de rode rivier en staat bekend om z’n pottenbakkers. Inderdaad word in de meeste winkeltjes aardewerk verkocht. De voorgevels doen niet vermoeden dat daarachter de ruimte in de rotsen is uitgehouwen. Alle ruimten zijn d.m.v. smalle, lage gangetjes met elkaar verbonden en gaan ver de berg in. In sommige zitten mensen achter draaischijven om aardewerken potten, vazen en kommetjes te boetseren. Het meeste daarvan word naderhand beschilderd. Wij kopen wat cadeautjes en wandelen terug naar de camper. Het is een aardig stadje met een grote goederen markt waar we ook nog een uurtje rond kijken en inkopen doen. Die ene reuzen radijs is niet de moeite waard om te wegen en moeten we zo mee nemen van de koopman. Als we doorrijden naar Zelve komen we langs het Paşabaġi dal, waar volgens ons de mooiste formaties “feeënschoorstenen” zijn te vinden. Deze ondergrondse rots woningen zijn nog tot 1952 bewoond geweest. Waar je ook kijkt overal staan de geërodeerde kolommen, veelal bekroond met een deksteen. Met wat fantasie kun je er allerlei figuren in zien. Terug op de camping duiken we eerst het zwembad in, maar zijn er al even gauw weer uit, zo koud is het water. Peter & Marianne hebben nagenoeg de zelfde tour gemaakt als wij, maar dan met openbaar vervoer. Naast ons is een Duitse jongeman met een landrover komen staan die is onderweg naar Tibet. Verderop staat een jong Duits echtpaar dat met hun 4WD campertje onderweg zijn naar Australië, ze blijven 2 jaar onderweg. Een Zwitsers echtpaar reist in een grote omgebouwde truck ook richting het oosten. Een Engels echtpaar reist in een VW campertje, net als wij kris kras door Turkije. Een bejaard excentriek Frans echtpaar zijn onderweg met hun landrover camper van Frankrijk via het middenoosten naar India en dan weer terug naar Frankrijk. Ook zij denken 2 jaar onderweg te zijn, Dan staat er nog de groep van de Vagabond. Van al deze mensen nemen we afscheid want we hebben besloten om morgen weer verder te trekken.
bekijk een leuke video van cappadocie