Hellnar

Eeuwenlang was Hellnar een van de grootste vissersdorpen onderaan de Snaefellsjokull ijskap. Nu is het een klein gehucht waar de kreten van zeevogels de lucht vult en walvissen regelmatig worden gespot.
De resten van de visserij loodsen gebouwd door Hellnar’s 11e-eeuwse kolonisten kunnen erop wijzen dat dit dorp niet is veranderd sinds de Vikingen.
Valanos, een vrijstaande rots, is te zien ten oosten van de baai. Ook een van de meest bijzondere grotten van IJsland, Badstofa, is er te zien.
Het is bekend om zijn bijzondere breking van het licht en kleurrijk interieur.
De Hellnar kerk werd herbouwd in 1945 op een schilderachtige plek waar de kerk voor het eerst werd gebouwd in 1833.

Fjöruhúsið.
Bij het begin van het wandelpad naar Arnastapi staat een mooi klein café genaamd Fjöruhúsið Het opende in 1997 en is erg populair onder de IJslanders. De locatie is fantastisch, verstopt tussen de rotsen vlakbij de oceaan en de kliffen.
Men kan het café niet zien vanaf de weg, het is goed verborgen totdat je de top van de heuvel te bereikt.
Ze bieden zelfgemaakte taarten en brood, warme chocolademelk, wafels en een vissoep. Het is een café, geen restaurant, dus alleen lichte maaltijden worden hier verkocht. Het is zeer klein, dus slechts een beperkt aantal gasten kan het café gelijktijdig bezoeken.
snaefellsnes-peninsula hellnar

Bij de afslag van weg nr.574 naar Hellnar is een monument opgericht ter na gedachtenis aan. Guðríður Þorbjardóttír.266

Ze werd geboren eind 900 in Hellnar, aan de voet van de Snæfellsjökull” de oude, 1446 meter hoge vulkaan. Ze bracht hier, zowel als in Arnarstapi, haar jeugd door. In die tijden waren de IJslanders heidenen. Omstreeks 985 verhuisde ze met haar ouders naar Groenland. Hier trouwde zij met Þorsteini, zoon van Erik de Rode. Þorsteini’s broer Leif Erikson, die Vinland had ontdekt (nu bekend als Noord-Amerika), vroeg het echtpaar ook naar Vinland te komen.
Dit mislukte echter doordat Þorsteini aan de pest stierf.

Het IJslandse stamhoofd Þorfinnur Karlsefni kwam kort na die tijd naar Groenland en trouwde met de jonge weduwe Guðríður.
Ze zeilden vervolgens naar Vinland waar zij drie winters op verschillende locaties woonden. Vermoed wordt dat ze ook in de omgeving van het huidige New York hebben gewoond.
Ergens op dit continent werd haar zoon Snorri geboren.
Historische bronnen geven aan dat Snorri het eerste kind van Europese afkomst was dat in Amerika is geboren.
Voortdurende strijd met de oorspronkelijke inwoners bracht het gezin er toe terug te keren naar IJsland, waar Þorfinnur nabij Skagafjörður in Noord-IJsland een boerderij bezat.
Dit was in de beginjaren waarin IJsland het christendom omarmde; Guðríður was daar geen uitzondering op. Snorri bouwde een kerk in Glaumbær, tien kilometer ten zuiden van Saudarkrokur. Toen Þorfinnur kwam te overlijden, vertrok Guđríđur voor een pelgrimstocht naar Rome.
Eerst zeilde ze naar Noorwegen en vandaar naar Denemarken.
Vanuit Denemarken ging ze te voet naar Rome, waar ze een winter doorbracht.
Na haar terugkeer leefde Guðríður teruggetrokken en wijdde ze zich geheel aan het geloof. Guðríður was de enige vrouw in haar tijd die zowel naar Amerika als naar Rome was gereisd en zij gold dan ook als de meest bereisde vrouw van de Middeleeuwen. Guđríđur had vele nakomelingen, zodat tegenwoordig veel IJslanders er zich op kunnen beroepen dat ze op de een of andere wijze aan haar verwant zijn.

Hoe kom je  er: N 64.750614 W 23.650320kaart arnarstapi kopie 1