In 1983 hebben wij voor het eerst Ierland bezocht. Het was het vierde jaar dat we met onze Volkswagen camper op reis waren. Toen waren we met z’n vieren Gepke en ik, dochter Anita en Maliesa de zus van Gepke. Dit jaar gaan we weer met z’n vieren. d.w.z. Frouwke & Bert rijden in hun eigen camper met ons mee. Vorig jaar zijn we samen naar Canada geweest en dat is voor herhaling vatbaar, het beviel goed, zo gezellig met elkaar.
Dag 1. 13.6.18
11.15 uur is het als we Zuidhorn verlaten, op naar Hoogvliet om een bezoekje te brengen de zus van Gepke. Bij praten en lekker eten. Om 7 uur gaan we weer op pad richting Bergen op zoom waar aan de boulevard en strand een goede camperplaats is. We kennen het van een vorige keer. Niets veranderd, en het restaurantje is ook nog open zodat we na onze wandeling nog even aan een ijsje kunnen likken. We staan naast een Engelse camper, verder een Duitse en een VW camper met twee Nederlandse meisjes.
Dag 2. 14.6.18
Tot Antwerpen over de snelweg en dan programmeren op Geraardsbergen in België via lokale wegen. Dat hebben we geweten want de tunnel onder de Schelde in Boom blijkt vanwege onderhoud gesloten. We moeten dus een andere weg kiezen. Voorlopig rijden we in oostelijke richting door woonwijken en industrie terreinen. Uiteindelijk komen we bij Mechelen pas over de schelde en dan naar Geraardsbergen. Rond het middaguur zijn we daar en parkeren vlak bij het centrum en gaan eten en nemen een “power nap” daarna begint het te regenen, van onze voorgenomen wandeling naar het centrum en een bezoek aan het Manneke pis museum komt dus niets. Dan maar naar de CP 2,5 km verderop. Prachtige plek aan een recreatieplas. We maken er nog een prachtige wandeling. De parkeerplaats waar we staan blijkt niet de juiste CP te zijn die zit verderop voorbij de jeugdherberg. we verkassen dus en sluiten ons aan bij 2 Luxemburgse campers en twee Engelse campers waarvan bij nadere beschouwing toch een Australische te zijn. Dit jonge echtpaar met hun dochter trekken een jaar door Europa. In Australië wonen ze ook in een, grote, camper en zijn al verschillende keren Australië rond getrokken. Leuke plek hier, de kleine konijntjes huppelen om de camper en het is hier erg rustig.
Dag 3. 15.6.18
Niet te laat opgestaan want we willen vandaag via lokale wegen naar Bray Dunes rijden, dit is dertig km voor Duinkerke waar we morgen op de ferry stappen. De CP is midden in het dorp gesitueerd en er staan al wel zo’n 20 campers, maar we passen er nog wel tussen. We hebben direct een leuk contact met een paar Engelse vrienden op leeftijd en hebben daarmee een heel leuk gesprek. Frouwke & Bert zijn inmiddels ook gearriveerd en na het gebruikelijk smok smok zitten we gezellig koffie te drinken en bij te kletsen. Na de nasi en een kop koffie gaan we nog even aan de wandel naar de boulevard. Als we langs de camper van F&B komen hebben die het zelfde plan, dus we gaan samen. Aan het strand zien we nog wat overblijfselen van wat scheepswrakken liggen. Restanten van de aftocht van de Engelsen hier uit Duinkerken in 1940, trieste herinneringen. De gebouwen langs de boulevard zij over het algemeen smakeloos modern maar toch staan er nog wat nostalgische gebouwen tussen uit het begin van de twintigste eeuw. Met een lekkere Leffe in een kroegje sluiten we deze dag af.. We gaan niet te laat op bed want morgen wil Gepke om 4.45 uur opstaan. om zes uur moeten we rijden om de ferry te halen.
Dag 4. 16.6.18
We halen de ferry ruim op tijd en gaan vlot aan boord en hij vertrekt op de juiste tijd, alles OK dus. Hij doet er twee uur over maar we komen toch een uur later aan, het tijdsverschil is hier debet aan. Klokjes worden terug gesteld en we gaan aan de rit, een hele lange vandaag. We programmeren daarom op snelwegen. Saai maar het schiet wel op. Zuidelijk van Londen rijden we stukken over de M25, druk en af en toe een verschrikkelijk slecht wegdek, om de vier meter een gleuf van 10 cm breed, het gaat dus constant van kadoen, kadoen kadoen. stapelgek wordt je er van. Bij Bristol steken we via een grote tolbrug de River Severn over. Waarna we al snel van de snelweg af mogen, via Aberganenny naar de “Black Mountains” In Lianfoist nemen we in eerste instantie een verkeerde afslag van een rotonde en lopen vast in een buitenwijkje, Tom had het niet in de gaten maar wij keken radeloos om ons heen, hoe nu? Maar toen kwam er spontaan een vriendelijke Whelsmen uit z’n voordeur stappen om ons de weg te wijzen. We moeten naar Blainavon vertelde ik hem, O, dat is aan de andere kant van de “Ben Pit” Toen was het zo maar gepiept, dat wil zeggen we moesten tegen een steile smalle weg omhoog, maar wel geweldig mooie route. Boven gekomen, tussen de los lopende wilde schapen door laverend, bleek daar een grote visvijver te liggen en op de parkeerplaats stonden al een paar campers geparkeerd. Hier sloten wij ons bij aan. Een schitterend plekje met een prachtig uitzicht over de dalen. Het is oorspronkelijk een koelwater reservoir van een steen- en ijzer mijn die hier ooit heeft gestaan. We maken nog een fijne wandeling in de ruige natuur. en ondanks de straffe wind hebben we hier toch van een hele goede nachtrust.
Dag 5. 17.6.18
Vandaag gelukkig wat minder kilometers, maar omdat we hier dwars door het prachtige Wales rijden kost het ons toch de gehele dag om in Holyhead te geraken. We genieten volop van de smalle slingerwegen door de overweldigende natuur, de pittoreske dorpjes en de eeuwenoude bomen die we overal zien staan. Vermoeid maar tevreden komen we een uur te vroeg aan bij de haven, tijd dus om even de ogen dicht te knijpen. Ook deze overtocht duurt 2 uur. dat wil zeggen dat we een uur te laat vertrekken om dat er een medisch probleem blijkt te zijn. Dit wordt niet nader uitgelegd, maar halverwege de overtocht komt er toch nog een “rescue” helicopter boven de ferry zweven. Veel krijgen we daar niet van mee want er is geen gelegenheid om aan dek te gaan. We eten onze eerste “fish and chips”, geen succes, de fish is smakeloze koolvis en de chips zijn slap. Debarking gaat snel en nog 17 km te rijden naar de CP die op het eind van een schiereiland ligt noordelijk van Dublin. Heel mooi plekje in de vissershaven van Howth. Op het eind van de pier. Haventjes zijn onze favoriete plek om te overnachten.
Dag 6. 18.6.18
Rustig opgestaan en toen op zoek naar een garage, de uitlaat van de camper van F&B heeft kuren en maakt geluiden als van een gillende keukenmeid. Een garage op het industrieterrein is bereid om het euvel te verhelpen. Na een uurtje noeste arbeid is het de monteur gelukt om de keukenmeid de mond te snoeren. Dan rijden we omstreeks het middaguur naar Drogheda en vandaar richting Slane. We bezoeken “Newgrange” Dat is een prehistorische site van ca. 3000 v.chr. Het is een soort omgekeerd bord met een doorsnede van ca. 80 meter en 11 meter hoog. Ruim 200.000 ton stenen zijn hier heen gesleept door die zogenaamd primitieve boeren. Er is een ingang aan de zuidzijde die toegang geeft tot een 19 m lange gang. Op 21 december schijnt de opkomende zon precies door die gang, waardoor de grafkamer achterin precies 17 minuten wordt verlicht. Een heel modern informatie centrum geeft een zeer mooi beeld van het geheel. Na dit bezoek rijden we door naar een camping aan de rand van het Tollymore natuurpark nabij Newcastle. Het is een fantastisch mooi park, door een oud poortgebouw rijden we over de Koninklijke toegangsweg welke omzoomd is met gigantische dikke en heel bijzondere bomen. Nog nooit hebben we zulke bomen gezien.
Dag 7. 19.6.18
Voor we vertrekken maken we nog een paar foto’s van de bijzondere bomen die de oprijlaan omzomen. De Tallynore forest is een prachtig wandelgebied. Een woeste rivier met hier en daar een oud boogbrug er over heen. Maar ook hier en daar “stepping stones” waarmee je de overkant kunt bereiken. Machtige oude bomen bepalen het heuvelachtige landschap. Helaas kunnen we er vandaag niet veel van genieten, mogelijk de volgende keer dat we hier in Ierland zijn. We rijden langs de prachtige “Causeway Coast” met uitzonderlijk mooie uitzichten op de kustlijn, naar Whitehead. We rijden daarvoor door Belfast, we stoppen er niet omdat we willen gaan wandelen over een voetpad “the Gobbins” Het moet erg spectaculair zijn alleen blijkt het ook een zeer zware tocht van minstens 2.5 uur te zijn met vrij veel zeer steile gedeelten. Wij zien daar dus maar van af en kopen ter compensatie een heerlijk ijsje. Een man waar we de weg aan hebben gevraagd had ons dat geadviseerd en hij had gelijk. De mensen hier zijn heel erg vriendelijk en toegankelijk. We rijden door naar Larne en 10 km verder ontdekken we een plekje aan de zee bij een botenhuis van een roei vereniging, dit is ons overnachtingsplek voor deze nacht.
Dag 8. 20.6.1
We stonden hier vlakbij de ingang van natuurpark bij Crancastle. We beginnen de dag met een mooie wandeling door dit park alvorens we aan de rit gaan naar Glenarm. De bedoeling is om Glenarm Castle te gaan bekijken. Helaas is de eigenaar met z’n familie thuis en daarom is het kasteel niet te bezichtigen vandaag. Wel kunnen we er omheen lopen en wat foto’s maken. Het kasteel is gebouwd in 1825, dat is nog niet zo heel oud natuurlijk, maar toch lijkt het wel of het verdedigd moet worden tegen een vijand met die dikke muur er omheen waar zelfs schietgaten in zitten. We vervolgen de kustweg naar Ballycastle, een klein havenstadje aan de noordkust. We hebben hier uitzicht op een eiland voor de kust, Rathlin Island. Daar achter zien we de kustlijn van Schotland en “the mull of Kintyre”. Het is een heel mooie zonnige en heldere dag vandaag, dus we kunnen het goed zien. We laten onze camper achter in de haven en rijden met F&B mee naar de 4 mijl verder gelegen “Carrick-a-Rede rope bridge. Dat is een touwbrug die naar een rots voor de kust is gespannen, door zalm vissers, minstens 100 geleden De trek van de zalmen liep namelijk vlak langs deze rots. Helaas is deze wandeling voor ons te zwaar. Het is maar 1.5 km maar er zitten een paar hele steile trappen in F&B gaan wel, maar B vertelde ons wel dat ook hij het er heel moeilijk mee had gehad. Terug naar Ballycastle de camper opgepikt en het binnenland in gereden naar “The Dark Hedges” een weggetje omzoomd met heel bijzonder bomen, het is decor geweest in de film “Game of Thrones” Het is een beetje een teleurstelling, wel bijzonder maar de foto’s die we in de folders zien staan zijn natuurlijk door professionals gemaakt en daar kunnen wij niet aan tippen. We overnachten op de P. bij de entree van de weg.
Dag 9. 21.6.18
Opnieuw prachtig mooi weer vandaag. We gaan aan de rit naar de “Giant Causeway” een van de bekendste natuurwonderen van Ierland en dat willen we natuurlijk niet missen. We zitten er niet zo ver vandaan dus met een half uur staan we al bij de ingang. Het blijkt dat er een hypermodern informatie centrum bij is gebouwd. Het hele gebouw is geconstrueerd met als voorbeeld de zeskantige basaltblokken. Het ziet er geweldig uit. We kopen kaartjes en gaan staan wachten op de shuttlebus, F&B gaan aan de wandel, het is niet zo heel ver verwijdert maar er zit wel een pittige helling in, dat lukt mij niet meer. We dachten dat we vroeg waren maar helaas lopen er al wel honderd mensen over de basaltkolommen, een foto maken zonder mensen lukt helaas niet meer. Ondanks dat is het heel indrukwekkend om te zien hoe hier miljoenen jaren geleden is gevormd. Lopen wat rond en maken toch wat foto’s waarna we weer met het busje terug gaan. We blijven de kustweg volgen naar “Dunluce Castle” een eeuwenoude ruïne van een kasteel uit de 14e eeuw. Dat aan de rand van de 30 meter hoge rotsen is gebouwd. In de 17e eeuw is er een groot stuk afgebroken en in zee gevallen tijdens een gigantische storm. Heel indrukwekkend. We volgen de weg naar Londonderry, dat gaat heel snel want deze weg is prima. We gaan de stad niet in maar steken de grens over en zijn terug in de EEG, dus betalen we weer met euro’s. Dat vernemen we pas als we bij een kraampje aan de weg wat fruit kopen. Bij Letterkenny zwaaien we af en volgen verder de “Wild atlantic way” Bij Termon slaan we af naar het natuurpark “Glenfeagh” Op de parkeerplaats bij het visitorcentre slaan we onze tenten op en genieten nog wat van de laatste zonnestralen.
Dag 10. 22.6.18
Om negen uur vertrekt het busje naar het 4 km verder gelegen “Glenveagh Castle” F. gaat er op haar fiets naartoe. Het is een prachtige rit langs het meer. Een zekere John Adair liet dit kasteel of liever gezegd buitenhuis in 1870 bouwen. Hij had zijn vermogen bijeen gegraaid door koop- en verkoop van land. Hij had een zeer negatieve invloed op dit gebied. Hij was verantwoordelijk voor de zogenaamde “Derryveagh” ontruiming. In april 1861 verdreef hij 244 pachters van het landgoed met als resultaat dat er 47 families zonder een dak boven het hoofd kwamen te zitten. Het is een mooi buitenhuis, onder begeleiding van een goede gids bekijken we het en daarna de prachtig aangelegde tuinen. We rijden terug naar de kust naar “Horn Head” Dat is een hele hoge kaap waar we via een smalle steile weg naar toe rijden. Terug in Dunfanagh doen we aankopen waarna F&B naar een camping gaan 5 km verderop en wij sluiten ons aan bij een paar campers aan de haven. Daar horen we dat er dit weekend een festival wordt gehouden hier in het dorp. Tientallen bands gaan hier muziek maken in de diverse pubs. Al gauw komen er steeds meer campers bij het kleine haventje aan. We zijn dus juist op tijd. Al lijkt het wel of we terecht zijn gekomen in een grote familie, heel gezellige contacten hebben we met diverse mensen. Omdat we liefhebbers zijn van Country- en Bluegrass muziek vallen we dus met de neus in de boter. We installeren ons in de Oyster bar waar we tot twaalf uur genieten van de muziek van 4 bands, het was echt een geweldige avond.
Dag 11. 23.6.18
F&B opgepikt bij hun camping en aan de rit over de “Wild Atlantic Way” een schitterde route met prachtige uitzichten over de ruige kust waar de branding op de rotsen slaat of uitvloeit over de mooie strandjes. Soms krijgen we te maken met wel heel smalle wegen en als je dan een grote vrachtwagen als tegenligger krijgt zul je toch af en toe een stukje achteruit rijden om die te laten passeren. Maar gelukkig is het allemaal goed gegaan. Op de landtong Meenaneary rijden we door tot op het uiterste westelijke puntje, waar we in het piepkleine haventje Malainn Bhig bij een huisje aan de rand van een hoge “cliff” blijven staan voor de nacht. Een geweldig mooi plekje met een magnifiek uitzicht. We maken er nog een mooie wandeling. Later op de avond komen meerdere camperaars op het idee om hier de nacht door te brengen en op het moment staan er al zeven en een paar tentjes van bergklimmers die hier de hoge rotsen gaan beklimmen. Ik maak nog een praatje met een oude Lobster visser, hij verteld mij dat dit een favoriete duikstek is, er zijn weekenden dat er wel 150 duikers het water ingaan. Het was weer een hele mooie zonnige dag.
Dag 12. 24.6.18
We hebben moeite om hier weg te gaan, het is zo’n prachtige stek je zou hier wel een week willen staan maar de horizon wenkt. We rijden door het onherbergzame binnenland van dit schiereiland, tanken in Killybegs, een klein havenstadje waar we veel vis trawlers in de haven zien liggen, maken een onbedoelde omweg omdat we de verkeersborden verkeerd interpreteren en rijden richting Sligo. Ten minste dat is de bedoeling. Als we het stadje Donegal doorgereden zijn denk ik in de richting Ballyshannon te rijden maar na 30 km blijkt dat ik de hele tijd richting Ballybofey te hebben gereden, fout dus. Het lastige is dat er hier veel plaatsjes met Bally beginnen en bovendien staat niet alleen de Engelse naam op de verkeersborden maar ook in het Gaelic. Maar uiteindelijk komen we toch aan in Enniskillen, dat is een stadje aan het Lough Erne. We stranden op P. in een park bij de jachthaven waar we gaan overnachten. Aan het eind van deze prachtige zonnige dag gaan we nog even een Guinness pakken in een pub in het centrum.
Dag 13. 25.6.18
Half negen aan de rit naar Sligo, 7 km daarvoor gaan we kijken bij de kleine “Glencar” waterval. We hebben al heel veel watervallen in ons leven gezien maar deze hoort toch echt bij de top 5. Een prachtige waterval in een schitterende omgeving. Vandaar naar Ballysadare en daar vervolgen we de “Wild Atlantic Way” naar Kiliala, waar we aan het eind van de haven ons broodjes opeten en in een visverwerkingsfabriek een grote zee forel kopen, schoongemaakt en wel, eten we morgen lekker op. Dan door naar Ballycastle, waar we een smal weggetje inrijden naar “Downpatrick Head” Dat is een vrijstaande rots vlak voor de kust, heel bijzonder. Ook zijn er een paar “Blowholes” gaten in de grond die middels grotten verbonden zijn met de zee. Bij een van die Blowholes zitten drie vriendelijke dames te picknicken, ze nodigen ons uit om een glas wijn van hun te drinken en een sandwich erbij. We komen tot een heel gezellig gesprek. Verrassend dit soort ontmoetingen, die blijven je altijd bij. We blijven hier vannacht op deze plaats overnachten.
Dag 14. 26.6.18
We volgen weer de Atlantic Way die de gehele kustlijn volgt en ook verwijst naar diverse bezienswaardigheden. We rijden door het leuke kleine stadje Belmullet en zakken af over het lange smalle schiereiland naar het eind waar een kleine haven is “Blacksod” . vandaar terug door de woeste natuur van Ballycroy natuurpark. We zien de kale top van de 722 m hoge berg “Sleave Car”. Bij Mulrany slaan we rechtsaf naar het eiland Achill. eigenlijk is het geen eiland want we rijden er in Achill Sound over een brug op. Slaan daarna snel links af naar de zuidkust. Daar worden we bij Cloughmore verrast door de prachtig, grillige kustlijn en de rotsformaties voor de kust. We vinden een krappe plaats om onze camper te parkeren en besluiten hier de nacht door te brengen terwijl F&B doorrijden naar Achill Sound waar een kleine camping is. De hele avond genieten we van het prachtige landschap en de ondergaande zon, want opnieuw is het een prachtige dag geworden met 30 graden. Er komt nog een jong Duits koppel naast ons staan die in hun stationcar overnachten.
Dag 15. 27.6.18
Door de warmte worden we al om zeven uur gewekt kunnen nog fijn een uurtje lezen en genieten van het heerlijke uitzicht over de kust en de oceaan. Half tien hebben we afgesproken bij de brug met F&B. een kwartiertje te laat arriveren we daar doordat we diverse foto stops maken onderweg. Achter elke bocht zien we weer vergezichten die vastgelegd moet worden. Samen rijden we via Newport naar Westport, wat een heel gezellig stadje blijkt te zijn. Wat opvalt is dat praktisch elke winkel en pub nog z’n oude gevel in stand heeft gehouden van minstens honderd jaar geleden. De meeste gevels zijn in vrolijke kleuren geverfd. De atlantic way gaat het eerste stuk vlak langs de kust van Clew bay. Leuke route, echt een aanrader. Bij louisburgh gaan we een beetje de mist in doordat de bewegwijzering alleen in het Celtic is maar uiteindelijk lukt het ons toch om de weg naar Clifden te vinden en tien km verder een plaatsje bij een strandje te veroveren, het is wel vlak langs de drukke weg maar na negen uur werd dat een stuk rustiger. Het was een hele warme dag vandaag.
Dag 16. 28.6.18
We volgen opnieuw de wild Atlantic way die hier met een paar gigantische bochten om 2 baaien heen leid. Er zijn weinig momenten dat we de atlantic niet zien. Wel is de weg weer heel smal en moeten we regelmatig afremmen of helemaal stoppen om een tegenligger te laten passeren. Soms moeten we zelfs de spiegel in klappen. Bij Carraro slaan we nog een zijweg in en komen na een km over een smal boerenweggetje op een P bij de beach uit. Hier gebruiken we de lunch en zwerft Gepke nog over een oude begraafplaats (haar hobby). We mogen hier echter niet overnachten en rijden na 1,5 uur weer door. In het havenplaatsje an-sean-ceib staan al een paar campers op de pier van de haven, wij gaan er bij staan en hebben al gauw goed contact met de buurvrouw die hier een paar dagen staat met haar twee dochters. We lopen nog even het dorp in om een ijsje te eten maar zijn al snel weer terug want het is bloedheet, 32 gr. De rest van de middag luieren en lezen we in onze makkelijke stoelen.
Dag 17. 29.6.18
We komen nu in de nabijheid van Galway, wat een grote stad is, het verkeer wordt steeds drukker. Er blijkt dit weekend een festival en rafting races te zijn. Het is zo vroeg op de ochtend dan ook al erg druk. Het lijkt ons een gezellige stad maar we blijven er toch niet. De rit door het centrum van de stad gaat toch nog redelijk snel. Daarna nog een twintig km snelweg en we draaien weer de N59 in, de Atlantic route. Al snel bereiken we het natuurpark de Burren. Het is een kaal, dor en stenig berglandschap. Bij Ballyvaughan gaan we het binnenland in naar de Aillwee Cave. Het is een diepe grot in de berg die pas in 1940 is ontdekt door een plaatselijke boer. We gaan er in met een vrouwelijke gids die naar onze zin veel te snel sprak waardoor we de helft van de informatie misten. Maar toch was het een heel bijzondere wandeling door de donkere grot waar ooit ook nog botten van een holenbeer zijn gevonden. Een kleine waterval diep in de grot maakte deze wandeling tot iets heel bijzonders. Om een plekje voor de nacht te vinden keerden we terug naar de N56 om de kustweg verder te volgen. Dat was geen prettig stuk omdat de weg heel smal was en we wel 10 grote touringcars tegen kwamen, dat was weer passen en meten. Maar uiteindelijk zagen we voorbij Fanore op een stuk stenig vlak een paar tentjes en campers staan. Voordat we op een plekje stonden werden we behoorlijk door elkaar geschud, maar dan staan we dan ook op een magnifiek plaatsje. Aan het eind van de middag kwamen er nog een aantal mensen met tentjes bij. Wel gezellig natuurlijk, onze buurman woont ergens in Kerrie en komt hier vaak voor een weekend om te vissen vanaf de rotsen. Deze dagen heeft hij nog geen visje gevangen.
Dag 18. 30.6.18
Lekker vroeg op pad, dus weer even door elkaar geschud op het keienpaadje naar de weg en dan op naar “The Cliffs of Moher” . Er staan nog niet veel auto’s op de parkeerplaats, we betalen € 8,= pp en lopen naar het visitorcentre. Een heel modern gebouw, opgetrokken in natuursteen maar wel geheel onder de grond, wat natuurlijk prachtig is voor omgeving. Waar ze natuurlijk niet aan ontkomen is de wandel paden naar de Cliffs. Dat is wel heel erg ontsierend voor het uitzicht. We maken er uiteraard wel gebruik van om de cliffs te bekijken. We genieten van de indrukwekkende rots formaties van de Cliffs of Mohar. Bij Spanish Point maken we een stop aan de rand van een enorm strand, waar het enorm druk is. We eten ons broodje en rijden dan door naar het schiereiland Loop Head. We laten F&B achter op een camping nabij Doonaha en zelf gaan we bij Carrigaholt op de pier van de haven staan, waar al 2 campers staan. Als we het dorp in wandelen ontdekken we een pub waar vanavond om 10.00 uur live muziek is. We besluiten om daar heen te gaan. Bij de afhaal pizzeria halen we een grote pizza en peuzelen die op voor de camper in het zonnetje, want ook vandaag liet die ons niet in de steek. Niet om 10 maar om half elf begon de gitarist met z’n optreden. Heel gezellig zo in de pub tussen al die locals, todat onze oogleden om twaalf uur zwaarder werden en we naar de camper terug wandelden.
Dag 19. 1.6.18
F&B kwamen ons bij de haven oppikken. De vooruit nog van wat vliegen ontdaan en toen aan de rit naar de noordkant van “Loop Head Peninsula” Dit is een indrukwekkend ruige kust met hoge cliffen en vrijstaande pinacles, eigenlijk vinden we het hier nog mooier dan de Cliffs of Mohar. We blijven maar foto’s knippen. Op een parkeerplaatsje bij de Cliffs of Kilkee ontmoeten we het Nederlandse koppel die ook bij ons stonden op de camperplaats in Howt bij Dublin. Zij reden met de klok mee en wij andersom dus was het logisch dat we ze hier ergens zouden zien, maar toch blijft het heel toevallig als je ze daadwerkelijk tegen het lijf loopt. Om een lange, landschappelijk minder aantrekkelijke, omweg langs Limerick te vermijden, steken we bij Killimer met de ferry de “Mouth of the Shannon” over naar Tarbert. Een tochtje van twintig minuten voor de prijs van € 21,= Bij Ballylongford bekijken we na de lunch de ruïne van Carrigafoyle Castle, gebouwd in de 16th eeuw. Ik klauter de ruim honderd treden op naar het bovenste platvorm en heb daar een pracht uitzicht over het getijden landschap. Daarna rijden we in snel tempo door naar Tralee waar ik LPG wil gaan tanken. Ik had een adres gedownload in de tom-tom maar vermoedelijk is die informatie verouderd want we worden kriskras door de binnenstad gestuurd, worden voetgangers area’s en van de verkeerde zijde eenrichtingsstraten in gestuurd maar een tankstation vinden we niet. Een tweede station even buiten de stad heeft geen LPG, dus rijden we maar door we zitten nog niet helemaal zonder. Het schiereiland Fahamor lijkt een beetje op Schiermonnikoog en het is er heel erg druk doordat er veel campings en watersport activiteiten zijn. Maar we vinden er toch een klein plekje aan de kant van de weg waar we besluiten om de nacht door te brengen
Dag 20. 2.7.18
We zitten hier op een schiereiland, we rijden nog wel even door maar veel is er niet te zien. We rijden in westelijke richting zonder goed op de kaart te hebben gelet. Dat blijkt als we de R560 in rijden, deze weg gaat rechtstreeks naar Dingle. Na zo’n 20 km gaan we steeds steiler ophoog en de weg wordt smaller. Als we een bord passeren met een waarschuwing dat we hier nog kunnen keren worden we alert. Dan blijkt dat de weg voor ons niet geschikt is. Maximaal 1.80 m breed mag je zijn en we zijn 2.24 m terug dus. Maar het is wel heel erg jammer want het is een prachtig berglandschap hier. Het betekend wel een omweg van 20 km, hadden we maar beter op moeten letten. Als we door Dingle heen rijden zien we daar in het centrum een grote P. bij de haven waar al een paar campers staan. We besluiten hier vanavond te gaan overnachten. Maar eerst gaan we het Dingle schiereiland ronden. Bij Slea Head bekijken we nog een “round fort” een van gestapelde stenen in de vorm van een bijenkorf met een twee meter brede muur er omheen. In die oude tijden was dit natuurlijk goed te verdedigen. De daken zitten er niet meer op maar je kunt je nog heel goed voorstellen hoe het er uitgezien heeft. Bij Dunquin hebben een goed uitzicht op de “the great Blasket isles”. Sinds 1953 wonen daar geen mensen meer, het was altijd een hard bestaan daar. Aan de kust staat een hyper modern informatie centrum met veel informatie over de eilanden en de leef omstandigheden van de bewoners. Het is heel informatief. We genieten nog van de prachtige kustweg die hier in de rotswand is uitgehakt. Terug in Dingle maken we nog een wandeling door het aardige stadje met veel pubs en gezellige restaurantjes. Het is de laatste avond dat we samen zijn met F&B en we gaan daarom samen eten in de “Marina Inn”. Het werd nog een heel gezellige avond.
Dag 21. 3.7.18
Al vroeg werden we wakker van de warmte. Ook F&B waren vroeg want ze willen aan de rit. We nemen afscheid van elkaar, deze twee en halve week samen door Ierland trekken is ons ontzettend goed bevallen van beide zijden. Nog 2 dagen en ze stappen op de ferry in Dublin en dan nog een paar dagen door Wales en Cornwall. Wij gaan op zoek naar een tankstation waar we LPG kunnen tanken, 1 fles is namelijk nagenoeg leeg. Uiteindelijk rijden we terug naar Tralee. De coördinaten kloppen niet, maar na een paar maal vragen komen we dan toch terecht bij Nolan’s garage waar we heel vriendelijk werden geholpen. Dan rijden we door naar de ring of Kerry, Glenbeigh, Derby’s bridge, Cahirsiveen en toen naar Portmagee waar we de brug over steken naar Valentia island.. Direct over de brug is een mooi informatie centrum over “The Skelligs” een eilandje 15 km uit de kust waar monniken hebben gewoond. In 1982 zijn we daar al eens heen gevaren in een open bootje. Dat was een hele belevenis, nog steeds varen ze er heen met toeristen, maar wel in veel comfortabeler bootjes. We rijden naar het zuidelijkste puntje, naar Bray Head en overnachten daar op de parkeerplaats.
Super artikel, er zijn enkele puntjes daar had ook wel over verteld mogen worden, maar voor de rest vind ik ‘m echt super. TD
Superrrr artikel, er zijn op zich wel enkele punten dat ik denk van daar had ook wel over verteld kunnen worden, maar voor de rest vind ik ‘m echt top! Gr.
heel erg bedankt voor je reacties.
Natuurlijk valt er over elke reis nog veel meer te vertellen maar ik leg mij zelf steeds weer
beperkingen op qua lengte Dat is wel moeilijk, maar het moet wel leesbaar blijven.
En ik heb immers niet de intentie een reisboek te schrijven.
We zien weer uit naar de volgende reis aankomend voorjaar.
vr. gr. Joop Cley