In Husavik waar we elk jaar een whale watching tour maakten, was een penis museum gevestigd nabij de haven, in een loods. Dat was iets waaraan je niet zomaar voorbij kon lopen. Uniek in de wereld, dus dat moeten we zien. Een paar jaar later is het verhuisd naar Reykjavik en is nu gevestigd in een modern gebouw.
Het IJslands fallologisch museum (IJslands: Hið íslenzka reðasafn), gelegen in Reykjavík, IJsland, herbergt ’s werelds grootste tentoonstelling van penissen en penisdelen. De collectie bevat meer dan 300 penissen van meer dan 100 soorten zoogdieren. Ook heeft het museum 22 penissen van wezens en volkeren uit de IJslandse folklore. In juli 2011 verkreeg het museum zijn eerste menselijke penis, een van de vele beloofd door potentiële donoren. Het losmaken van het lichaam van de donor verliep niet volgens plan en het werd teruggebracht tot een grijsbruine verschrompelde massa die werd gepekeld in een potje formaline. Het museum blijft zoeken naar “een jongere en een grotere en betere”. Opgericht in 1997 in het noordelijk gelegen havenplaatsje Husavik, door de toen gepensioneerde leraar Sigurður Hjartarson en nu gerund door zijn zoon Hjörtur Gísli Sigurðsson, groeide het museum uit een interesse in penissen die begon tijdens de kinderjaren van Sigurður toen hij een runderzweep kreeg gemaakt van de penis van een stier. Hij verkreeg de organen van IJslandse dieren uit bronnen in het hele land, met aankopen variërend van de 170 cm (67 inch) voorpunt van een blauwe vinvis penis tot de 2 mm (0,08 inch) baculum van een hamster, die alleen kan worden gezien met een vergrootglas. Het museum beweert dat de collectie de penissen van elfen en trollen omvat, maar aangezien de IJslandse folklore dergelijke wezens als onzichtbaar beschrijft, kunnen ze niet worden gezien. De collectie bevat ook fallische kunst en ambachten zoals lampenkappen gemaakt van het scrotums van stieren. Een interview en overzicht kun je zien op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=fHeeKrBJPFs