Onze tweede reis door Australië vangt vandaag aan.
Dag 35. Vrijdag 23 oct. Mooi zonnig weer.
We moesten nogal wat formaliteiten afhandelen bij aankomst op Brisbane airport. Formuliertje invullen. Formuliertje af laten tekenen bij douane, formuliertje laten zien aan man in korte broek ter controle op de aftekening. Formuliertje laten zien aan dame die er een stukje afscheurt, formuliertje laten zien aan somber kijkende Aziatische geüniformeerde man. ( deze wijst ons een line aan waar we door moeten lopen naar een ander loket waar de bagage wordt gescreend) dan mogen we naar buiten, mits we het formuliertje maar in willen leveren.
Maar aan die ergernis komt een eind als we in de ontvangsthal een met al z’n armen zwaaiende Martin zien staan. Een hartelijker welkom kunnen we ons niet wensen.
Een lange rit naar hun nieuwe huis en vervolgens het bekijken van het prachtige huis, het is werkelijk prachtig gelegen aan een oprijlaan met grote palmbomen.
We hebben een eigen slaapkamer met badkamer toegewezen gekregen, na het uitpakken van de koffers hebben we nog een heel genoeglijke middag en avond te samen. We hebben heel wat bij te praten natuurlijk en we hebben het gevoel alsof we elkaar maar een paar weken geleden nog hebben gezien.
Dag 36. Zaterdag 24 oct. Mooie dag vandaag.
Lekker op tijd opgestaan en wat aan gelummeld. Samen inkopen gedaan en nog een wandeling gemaakt naar de ferry en terug langs de beach. Victoria point ligt op een schiereiland en aan het eind is een ferry bootje dat vaart in ongeveer 10 minuten naar een klein eilandje Coochiemudlo dat in de Moreton Bay ligt. Het schiereiland is geheel volgebouwd met vrijstaande huizen. Daar zijn prachtig mooie bij vooral die op het water uitkijken. Soms kleine stulpjes maar ook hyper moderne bouwwerken vaak met trailers met speedboten naast de deur. Maar de in de Queenslander style gebouwde huizen vinden we toch het aller mooist 1 of 2 verdiepingen, waranda ‘s voor of soms rondom, de dakrand met houten versiering. Ze komen erg goed uit door de weelderige tuinen met mooie bloeiende bomen en struiken. De gladgeschoren gazons lopen door tot aan de straat waardoor het een heel ruime indruk geeft. Het was een warme dag vandaag en daar moesten we toch wel even aan wennen, gelukkig staat er steeds een stevige wind die lekker verkoelend is.
Dag 37. Zondag 25 oct. Weer mooi weer, eentonig maar welkom.
“Side seeing day” vandaag. Met Anita & Martin naar de noordzijde van de “Brisbane river” gereden en daar bij “Bretts Wharf” op de “City Cat” gestapt, dat is een snelle catamaran ferry die als een soort lijnbus over de rivier door de city vaart en onderweg uiteraard steeds aanlegt om nieuw passagiers op te pikken. We varen onder de Story Bridge door, een stalen boog brug waar je, net als in Sydney, over de boog heen kunt lopen. Bij “South Bank” stappen we uit. Dit is een park dat langs de rivier ligt en eigenlijk is het een soort pretpark met diverse restaurants, een museum, een marktje. Er staat een Nepalese tempel die daar is gebouwd voor een wereld tentoonstelling. Prachtig mooi houtsnijwerk, maar helaas zijn er door het droge klimaat hier nogal wat balken gescheurd. In het park is ook een vrij zwembad aangelegd met een stromende rivier en een heuse beach. Het is er erg druk met gezinnen met kinderen. Terug met de ferry en toen nog naar Mount Nebo gereden waar vandaan we een prachtig uitzicht hadden over de gehele stad.
Dag 38. Maandag 26 oct. Zonnig weer. Heel warm.
Deze dag hebben we besteed aan het inrichten van de Mathilde en wat kleine reparaties. Benzine bijgetankt en inkopen gedaan. Verder was het een rustige dag, lekker in de tuin zitten lezen enz. enz.
Dag 39. Dinsdag 27 oct. Warm en zonnig.
Vandaag heeft Anita een vrije dag genomen en gaan we lekker met z’n tweeën diverse klusjes in het huis opknappen. Klemmende deuren, sloten die niet goed werken maar de grootste klus was het storten van een betonnen voet voor de droogmolen in de tuin. Dat viel nog tegen, het moest een gat worden van 65 cm diep en de grond was bikkelhard, van 7 tot 11.00 am zijn we daar mee bezig geweest. Nou moet ik toegeven dat ik Anita het zwaarste deel heb laten doen, ze had dan ook 6 blaren in haar handen. Maar het is klaar gekomen en Martin was tevreden, ook heel belangrijk. ‘S avonds nog een leuke wandeling gemaakt.
Via “schoolbank” was ik in contact gekomen met Geertje Strating, die in onze schooljaren een paar deuren bij mij vandaan in de kost is geweest bij een vriendin van mijn moeder. Geertje (inmiddels Grace genoemd) woont alweer 25 jaar in Australie, zo’n 60 km zuidelijk van Brisbane. We hadden een afspraak gemaakt om haar hier te bezoeken. Telefonisch heb ik vandaag een afspraak met haar gemaakt voor Donderdag a.s.
Dag 40. Woensdag 28 oct. Erg warm tot 11.00 uur daarna een enorme hoosbui tot 13.00 uur
Vroeg opgestaan en om 7.00 uur stonden we al bij de ferry naar Goochiemudlo. Het is niet zo’n heel groot eiland je kunt er in ongeveer 1 uur helemaal rond lopen en het moet een leuke wandeling zijn, dus dat is ons doel voor vandaag. 3 passagiers aan boord lijken mij niet erg lonen voor de maatschappij, maar er staan wel 100 mensen te wachten op de steiger van het eiland, dat maakt het weer goed. Het gehele eiland is volgebouwd met mooie huizen. Maar de beach rondom is een mooi wandel gebied. We zien mooie bloeiende bomen en struiken en een aantal voor ons onbekende vogels. Op het strand zien we op een gegeven moment hele groepen piepkleine krabbetjes lopen, maar als we te dichtbij komen kruipen ze snel onder het zand. Als we naar huis toe lopen gaan we eerst even langs de warme bakker voor wat lekkers bij de koffie. We zitten om 10.30 nog niet op het terras in de tuin, of het begint enorm te hozen. Grote plassen en de tuin en op de weg en de goten lopen zelfs over.
Dag 41. Donderdag 29 oct. Mooi weer. 84 km
Vandaag hebben we een afspraak met Greet Dijkstra. (Geertje Strating) Geertje heeft omstreeks 1947 gewoond in de westinghousestraat enige huizen verwijderd van waar ik woonde (grunopleintje) ze is daar 3 jaar in de kost geweest bij de familie Havinga. Via schoolbank ben ik in contact gekomen met Geertje en heb ik beloofd haar op te zoeken als we hier in Australië waren. Om 10.00 uur reden we het resort op waar ze woont met haar man Jaap. Het is een geheel nieuw resort, speciaal voor 50 plussers. Het is nog niet helemaal af gebouwd maar uiteindelijk zullen er 480 woningen worden gebouwd. Er is een verrassend groot en compleet gemeenschapsgebouw met zwembaden zowel binnen als buiten, tennisbaan, bibliotheek, hobbyruimtes, ontmoeting zalen en fitness ruimten. Zeer compleet en luxueus allemaal. We hebben samen veel herinneringen opgehaald en het was heel gezellig.
Dag 42. Vrijdag 30 oct. Mooi weer. 0 km
We hebben er ontspannen dag van gemaakt, ik ben eerst even naar de kapper geweest, was nodig na 6 week. Wat in de tuin gerommeld en andere klusjes gedaan. Niets wat verder het vermelden waard is.
Dag 43. Zaterdag 31 oct. Mooi weer. 220 km
Anita & Martin hebben het heel druk met het bij elkaar zoeken van hun kampeerspullen. Sinds ze hier wonen hebben ze nog niet gekampeerd. Het meeste zit nog in de verhuis dozen. Maar als we uiteindelijk omstreeks negen uur rijden is hun auto afgeladen. We hebben besloten om samen een weekendje naar Border Ranges National Park te gaan. Dit park ligt net over de grens in New South Wales. Het eerste stuk is wat minder interessant, maar hoe verder we van Brisbane afrijden hoe mooier de natuur word. Via Beaudesert – Rathdohwney richting Kyogle. De jacaranda bomen zien we overal in bloem staan. Vanuit het zuiden is het natuurpark het beste te betreden. We belanden op een camping area in het bos en nadat we zijn geïnstalleerd maken we vanaf het kamp een prachtige wandeling door de Gully. We dalen af naar de rivier over smalle paadjes door het regenwoud. Er word weinig gebruik gemaakt van dit pad, maar om hier zo eenzaam te lopen heeft toch wel wat. Het pad is zo’n honderd jaar geleden aangelegd door houthakkers. De kostbare red ceder boom werd hier massaal gekapt, op wagens geladen en door soms wel 14 ossen naar de weg getransporteerd. Het moet geweldig zwaar werk zijn geweest op de steile hellingen en soms ondoordringbaar woud. De restanten van die arbeid zien we hier en daar nog liggen, stammen van soms een meter in doorsnee, bijna of geheel doorgerot zien we tussen de rotsen en palmbomen liggen. Anita kan het niet nalaten even (gekleed) in een waterpoel te springen, het is wel koud verteld ze ons, dus blijven we lekker droog op de wal toekijken. Terug op de camping ontdekken we een Koala in een boom boven ons hoofd, het beestje laat zich heel rustig fotograferen maar ze zijn dan ook heel lui. Tot laat in de avond genieten we van de heerlijke temperatuur en de nachtelijke geluiden van het oerwoud.
Dag 44. Zondag 1 nov. Vannacht regen maar droog toen we op stonden. 220 km
Heerlijk geslapen de eerste nacht in ons campertje en ontbijten in de vrije natuur heeft ook wel wat. We zijn met de auto van A&M aan de rit gegaan. Eerst naar een “lookout” waar we uitzicht hadden op een “loop” van een spoorlijn die door het park loopt. In deze loop gaat het spoor in een grote boog om een heuvel heen en komt een stuk hoger via een tunnel weer te voorschijn, het heeft daarbij een behoorlijke hoogte overwonnen. In een ander deel van het park maken we een wandeling door het bos en langs een rivier waar reusachtige lelie’s in groeien. Ze zijn rose en wel 1,5 meter hoog. Prachtige varens groeien op de stammen van de bomen en soms in de lianen. Van vliegen hebben we gelukkig weinig last, wel moet we af en toe een bloedzuiger van onze benen verwijderen. Op een andere wandeling staan we nog onder een 48 meter hoge red ceder, volgens schatting moet deze ongeveer 1000 jaar oud zijn. Deze wandelingen zijn haast nog mooier als die van gisteren.
Terug op de camping pakken we de spulletjes in en tegen een uur of zeven zijn we terug in Victoria Point.
Dit was de eerste week in Australië.
Dag 45. Maandag 2 nov. Een heel warme dag. 202 km
De laatste werkzaamheden aan de camper en het huis en vervolgens bijtanken, voorraden inslaan en een nieuw vloermat kopen. En daar gaan we aan de rit “tante Truus” ingesteld op het dorpje Esk, aan de noordkant van Brisbane zodat we gemakkelijk door de stad worden geloodst. Dat kost wel een paar uur en is niet het mooiste gedeelte, buitenwijken, bedrijfsgebouwen, tankstations enz. Enz. Dat verveeld gouw. Maar voorbij Ipswich wijken we af van de higway en rijden verder over de 17 naar Esk, Toogoolawah, en belanden uiteindelijk op een camping bij Yarraman. De camping ligt boven op een hoge helling en we genieten nog lekker een paar uurtjes in een zwoel windje van een boek.
Dag 46. Dinsdag 3 nov. Opnieuw een hele warme dag. 342 km
Op onze vorige reis hebben gekozen voor de weg langs de kust, dus logisch dat nu we in de zelfde richting rijden dat we kiezen voor een andere weg en dus door het binnenland. Misschien is dit niet zo gelukkige keus geweest, het landschap is uitgedroogd, het heeft sinds februari niet geregend. Het gras is geel en het lijkt of we door de prairie rijden. Op den duur wordt dit saai. Een stukje herhaling hebben we nog wel, we komen door Kingaroy, dat is de pinda hoofdstad van Australië. We bezoeken opnieuw het heritage museum, wat nog steeds interessant is. Rijden door Goomeri, Gayndah en via Mundubbera naar Monto waar we op de camping belanden. Zeker 6 soorten
Caketoo’s en parkieten vliegen driftig van boom naar boom. We zien de King Parrot, de sulphur Crested Cockatoo en de Galah. Vrolijke maar vooral luidruchtige vogels. De klusjesman verteld ons dat hij ze elke dag voert, dat kost hem elke week 5 kg speciaal voer. Hij verteld ons dat de prachtige grote witte Sulphur Crested Cockatoo op de zwarte markt tussen de 20 en 25 duizend dollar op kan brengen.
Dag 47. Woensdag 4 nov. Heel warm vandaag. 231 km
We hebben nu het binnenland wel gezien en rijden naar Rockhamton en dan door naar Emu Park aan de kust. Op de mount Archer direct buiten Rockhamton heeft vorige week een bosbrand gewoed. Gelukkig hebben ze de brand vlak voor de eerste huizen kunnen blussen slechts 1 huis is in de vlammen opgegaan. Maar de gehele helling is zwart geblakerd en als we door rijden zien we overal stukken geblakerd bos. Langs de kust, waar het gelijk veel toeristischer is, rijden we door naar Yeppoon om op een camping aan de beach te belanden, we hebben dan ook gelijk een lange strand wandeling gemaakt om de beelden van de droogte en de brand uit ons hoofd te verdrijven.
Dag 48. Donderdag 5 nov. HEET. 400 km
Terug naar Rockhamton en toen 23 km naar het noorden waar “the Caves” zijn. Helaas is het Gepke vanmorgen in de rug geschoten dus ze beslist dat ze niet mee kan de grotten in. Dat is maar goed ook want voor een deel is het sluip door kruip door. Wel een prachtige grot. John Olsen heeft de grot ontdekt omstreeks 1880. Hij woonde 10 km verderop en hij had een transport bedrijf dat met paard en wagen goederen tussen Rockhamton en Sarina vervoerde. Hier vlakbij aan de weg, wat toen natuurlijk alleen maar een karrenspoor was, had hij een “corral” waar hij de paarden voor verse kon omruilen. Op een van z’n tochten ontdekte hij de ingang van de grot. Van toen af ging hij deze onderzoeken., maar vertelde dat aan niemand. Op een gegeven moment besloot hij het stuk grond te kopen van de overheid. Het was toen regel dat een paar controleurs het eerst gingen bekijken of er misschien waardevolle zaken waren te vinden, John was een slimme man, dus hij nodigde de controleurs uit op een erg hete dag en liet de mannen aan het uiterste eind van zijn claim beginnen met controleren. Na een paar uur hielden ze het wel voor gezien en hij kon de grond kopen. Na een paar jaar “ontdekte” hij zogenaamd de grot en begon deze voor toeristen te exploiteren. Maar er zaten duizenden vleermuizen in die er door de eeuwen heen een meters dikke laag Guano hadden laten vallen. Dit was een goudmijntje voor hem want hij verkocht deze als kunstmest aan de boeren in de omtrek. Een aantal generaties Olsen heeft de grot geëxploiteerd en het is nog steeds particulier bezit . De vrij primitieve trappen en bruggetjes zijn nog steeds aanwezig. Een gedeelte met een lengte van zo’n 25 m was zo smal dat we er ons net door heen konden wurmen. Om te ervaren hoe men vroeger door de grot liep kregen we elk een kaars in de handen om ons eigen pad te verlichten.
Bij de uitgang zagen we nog een paar heel kleine rots walabies. Ze waren niet groter dan zo’n 25 cm.
Australiërs houden van grote reclame objecten, vandaag zagen we o.a. Een kiosk in de vorm van een walvis en een enorme sinaasappel voor een fruit stalletje.. En ook zagen we onze eerste Baobab boom.
Ongeveer halverwege stond er een aanhanger van een vrachtwagen in brand, d.w.z. De remmen waren vermoedelijk vastgelopen want de banden stonden in brand, maar tevens stond het bos ook al over ca. 100 m in brand. Gelukkig stond de wind de andere kant op zodat wij er zonder gevaar langs konden rijden, hoe dat verder is afgelopen lezen we morgen wel in de krant. Met mijn kleine brandblusser had ik toch niets uit kunnen halen.
Veel tankstation hebben geen LPG te koop, vandaag moesten we dus noodgedwongen een lange tijd op benzine rijden, niet dat dat erg is maar het is de helft duurder dan LPG. Dat is gemiddeld 65 dollar cent/ltr (€ 0,36)
In Sarina zijn we op een leuke camping met een zwembad terecht gekomen, daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt. We stonden op een mooi plaatsje onder de palmbomen en bamboe struiken en we hadden vriendelijke buren waar we een leuk gesprek mee hadden, hij was een gepensioneerde schapen farmer maar reed nu nog steeds op een school bus. Ze wonen in Perth.
Dag 49. Vrijdag 6 nov. 39 gr. 220 km
Vandaag niet zo erg ver gereden, eerst naar Makay waar we inkopen hebben gedaan en toen door Airlie Beach.. In het centrum waar we de vorige keer ook zijn geweest is een camping maar helaas hadden ze daar geen “powered site” beschikbaar dus door gereden richting Shute Harbour even buiten Airlie Beach kwamen we op Ïsland Gateway Holiday park terecht. Een leuke camping waar we weer onder de palmen kwamen te staan. Al heel gauw kwamen de grote Sulphur crested cockatoo’s om de camper stappen gelijk oude mannetjes. We waren hier al op tijd zodat we een heerlijke luie middag hebben gehad. Elke middag om 4 uur worden hier de vogels gevoerd. Dat was een heel spektakel wel honderd van die kleurige beesten vlogen om ons heen, zaten op ons hoofd en armen en vraten zich de buik vol met in water geweekt brood.. Het was een heel leuke ervaring. Gelijk een boot tour voor morgen geboekt, naar de Whitsunday eilanden. We spraken 2 nederlandse meisjes die er drie dagen heen waren geweest en die waren dol enthousiast over de mooie stranden en het zachte dunne zand, en de vissen die ze hadden gezien. Wij gaan 1 dag en we moeten morgenvroeg om 7.30 uur klaar staan dan worden we opgehaald van de camping.. Deze streek langs de kust is ontzettend toeristisch, allemaal jachthavens, souvenir winkels , duik- en surf shops enz.enz. Veel jongelui die showen met hun gebruinde lichaam en hippe kleding, niet echt de sfeer waar wij zo dol op zijn.
Dag 50. Zaterdag 7 nov. Zwaar bewolkt en ‘s avonds regen. 0 km
Om half acht werden we met een busje opgehaald, de driver was van geboorte een Nederlander, zoals zoveel hier in Australië. Wat we niet verwacht hadden maar op de boot zaten wel 25 mensen, een behoorlijke groep dus. Het is een jet boot en die had goed de vaart er in. Maar toch was het nog wel een uur varen naar withsunday island. Hier werden we met een kleine dinghi over gezet op het strand. Een korte wandeling door de rainforest naar de andere kant van de heuvel waar we een prachtig uitzicht hadden over het eiland en de prachtige witte stranden. Terug op de boot rondden we het eiland en opnieuw werden we afgezet op het strand, maar nu moesten we door het water waden. Onderweg zagen we een grote schildpad zwemmen en later ook nog een walvis uit het water opspringen. Een uurtje hebben we hier op het ontzettend fijne silica zand gezeten. Dit zand is zo zuiver en fijn dat het is gebruikt voor het maken van de lenzen van de Humbolt telescoop. We mogen absoluut geen zand meenemen maar ik kan niet nalaten om een klein zakje te met de inhoud van een lucifersdoosje te vullen voor Loes. We varen door naar een andere baai waar een aflandige wind staat zodat er niet zoveel golfslag is, hier gaat de wetsuit aan en overboord om te snorkelen. Veel koralen en diverse soorten kleurige vissen. Doordat het bewolkt is dringt er minder licht door in het water waardoor we weinig kleuren zien, jammer. We hadden hoge verwachtingen omdat we twee jaar geleden op het great barrier reef zo veel hadden gezien. Al met al was het toch een heel geslaagde dag maar wel heel vermoeiend.
Dag 51. Zondag 8 nov. Een beetje regen. 402 km
We hebben afscheid genomen van een leuk Engels echtpaar waar we gisteren op de boot leuk contact mee hadden. Ze stonden vlak bij ons op de camping.. Vlak bij Bowen heb ik bij een stalletje aan de weg een portie Prawns gekocht lekker bij de lunch. We stonden net op een rest area om te gaan eten toen de Engelsen er aan kwamen rijden. Nog even mee gepraat en toen gingen zij verder. Een uurtje later kwamen we aan in Townsville, we besloten om daar een wandeling langs de boulevard te maken. We parkeerden onze camper naast die van de Engelsen die hadden de zelfde gedachten als wij kennelijk.. Uiteindelijk kwamen we op een camping te staan in Ingham. Lekker even het zwembad in om af te koelen want het is toch nog een hele warme dag geworden.. Palmtree caravan park heet de camping, heel terecht want het staat vol met diverse soorten palmen sommige zelfs met kokosnoten erin. Het trekt waarschijnlijk de vogels aan want we horen en zien ze overal om ons heen. Heel vreemde geluiden horen we ze maken, van heel muzikaal tot de schorre kreten van de cockatoos en parrots. Kikkers vullen die geluiden aan met met hun diepe bassen afgewisseld door de chicanes die je wel hoort maar absoluut niet kunt vinden al sta je er ook vlakbij. Kom je een stapje dichterbij dan houden ze hun snavel/bek om je te pesten denk ik .
Dag 52. Maandag 9 nov. Warme dag geen regen. 208 km
We zaten 3 km vanaf Ingham en zijn hier vandaan de binnen landen ingereden naar de Wallaman falls. Dit is de hoogste waterval van Australie 268 meter vrije val.. Het is 51 km rijden en de weg wordt steeds steiler en smaller enige km zijn gravel maar goed te rijden. Hier worden regelmatig Kasuarissen gespot, maar hoe goed we ook kijken we zien er geen een helaas. We maken er niet zo’n lange rit van vandaag we stoppen in Tully.
Dag 53. Dinsdag 10 nov. Warme dag. 156 km
Cairns komt dichterbij, hier willen we een dagje extra staan. We stoppen nog even bij de “Big mango” zoals ik al eerder schreef, de Australiërs houden van grote reclame objecten. In nu rijden we door een gebied waar veel mango’s worden geteeld, dus waarom zou je dan niet een mango van zeker 8 meter hoog langs de weg gaan zetten, nietwaar? Het landschap word hier wat groener, je ziet dat dit een vruchtbare streek is, onafzienbare velden met suikerriet. Het land is doorkruist met smalspoor voor de “Cane Trains” . Soms zien we lange rijen met die karretjes staan, leeg want het is nog niet volop oogsttijd.. Veel dorpjes hebben een eigen suiker fabriekje.
Hier beginnen de bananen plantages ook op te duiken. De trossen zijn, terwijl ze aan de bomen hangen, reeds verpakt in grote blauwe plastic zakken. Vermoedelijk om ze te beschermen tegen de regen. Want regenen wil het hier nog al eens.
De camping in Cairns heeft een nieuwe eigenaar gekregen, jammer dat we de vorige niet meer hebben ontmoet want daar hadden we de vorige keer erg leuk contact mee .
Omdat we lekker op tijd arriveerden is gepke gelijk aan de was gegaan, dat was weer eens nodig en in deze warmte was het dan ook weer in een uurtje droog.
Dag 54. Woensdag 11 nov. Bewolkte en warme dag. ‘S avonds regen 0 km
Vanmorgen lekker een beetje aanrommelen, website bijwerken enz. enz. Gepke is aan de wandel naar het centrum. Een leuke wandeling van een half uurtje langs de zee. Tegen de avond zijn we opnieuw naar het centrum gelopen om een hapje te eten in een Food Court. Ondanks onze paraplu’s kwamen we doorweekt weer terug op de camping.
Dag 55. Donderdag 12 nov. Regen, regen regen. 150 km
Nog steeds regen, maar toch maar aan de rit, naar de daintree river, waar we met een ferry over moesten steken. Van de vorige keer hadden we nog goede herinneringen aan de prachtige weg door het regenwoud naar Cape Tribulation. Met de regen erbij was de rit nog realistischer, halverwege maakten we nog een prachtige wandeling door een mangrove bos, (toevallig was het even droog) erg leuk om te zien hoe de mangrove bomen in de modder zich voortplanten. Informatie borden gaven een duidelijke uitleg, heel leerzaam. Aan het eind van de weg, bij Cape Tribulation, konden we nog fijn een droge strand wandeling maken en door het bos, helaas zagen we deze keer zowel geen Kasuaris zoals de vorige keer, hoewel het langs de weg regelmatig aangegeven stond om voorzichtig te zijn wegens overstekende kasuarissen.
Dag 56. Vrijdag 13 nov. Regen, droog, regen, droog, regen. 48 km
Op de terugweg naar de ferry zijn we nog even afgeslagen naar de “Cow Beach” hier een wandeling gemaakt op het strand en juist voor de bui waren we weer terug in de camper. Direct na de de overtocht met de ferry hebben we een rondvaart over de Daintree river gemaakt met een eco boat. Slechts 2 crocodiles hebben we gezien namelijk Scarface en later een van z’n vrouwtjes. Deze lag in de modder te slapen, toen we zagen dat er een modder krabje over haar rug wandelde zijn we even blijven kijken. Het arme beestje wist waarschijnlijk niet dat het wel een heel gevaarlijk wandel paadje was, want ze liep steeds verder naar voren, tussen haar ogen door en over de neus steeds verder naar voren. Op een gegeven moment gaan de ogen van moeder croc. Open en zien de krab lopen, met een snelle hap probeert ze het beestje te verschalken. Maar gelukkig word het krabje een eind weggeslingerd. Als we door een kreek varen zien we nog een lange gele slang op een tak liggen en iets verder zowaar ook nog een groene python opgerold in de boom hangen. Tot slot wees de Ranger ons nog op een hele kleine vleermuis die tussen de bladen van een boom hing.
Dag 57. Zaterdag 14 nov. Prachtig mooi droog en zonnig weer. 58 km
In Mossman was een boeren marktje, waar we een tijdje hebben rond gelopen en een Paw Paw hebben gekocht. Dat is een Papaja. Heerlijk rijp en sappig, we hebben er van gesmuld. Vandaag hebben we niet zoveel kilometers gedraaid en waren al gauw op de camping in Port Douglas. Tropic Breeze is een een leuke camping vlak bij de hoofdstraat van Port Douglas. We staan op een schaduwrijk plekje en maken er een rustige dag van vandaag. Na het eten hebben we nog even door het dorp gelopen en het is wel erg duidelijk dat dit een heel mondain vakantie plaatsje is, veel souvenir winkels, boekingsbureaus restaurants en mode winkels. En niet te vergeten ijssalons, daar maken we wel gebruik van want ze hebben hier heerlijk ijs.
Dag 58. Zondag 15 nov. Heel zonnig weer. 103 km
Vanaf de camping zijn we eerst naar de wekelijkse zondag markt geweest. Een gezellig marktje pal aan de tropische kust veel lokale producten en kunstnijverheid word er verkocht en er hangt een gemoedelijke sfeer, Gep wil allerlei leuke dingen wel kopen maar de gedachte dat het niet allemaal in de koffers past weerhoud haar daar van.
Laat voor ons doen reden we richting Cairns, het is een prachtige route die voor een groot deel vlak langs ze oceaan loopt. Het verwonderd ons dat het op deze zondag niet drukker is aan het strand maar misschien is het daar het warm voor. De middag op de camping brengen we door met lezen zwemmen, wassen en de watertanks opnieuw vullen.
Dit was het verslag van de derde week in Australië.
Dag 59. Maandag 16 nov. Warm en zonnig 168 km
Zeven uur is wel wat vroeg maar we hadden afspraken gemaakt, Gepke met de kapper ik met een garage direct daarnaast. De LPG installatie werkte niet naar behoren en Keithe Wane van de K.W. Garage had niet eerder tijd dan vandaag, bovendien moest hij nog een LPG converter van het model dat in Matilda is in gebouwd bestellen. Maar gelukkig is alles uitstekend verlopen. Half elf was Matilda weer klaar en Gepke een half uurtje later. Toen moesten we natuurlijk nog wat inkopen doen en aan de rit. Cairns uit en bij Innesfail de afslag naar de Atherton Tablelands genomen. Prachtige route die we eerder hebben gereden maar het blijft natuurlijk mooi en bovendien kun je je toch niet alles meer herinneren. Langs Millaa Millaa rijdend zagen we nog de camping van de vorige keer, maar de dag is nog niet voorbij dus reden we door naar een camping achter een Fuel station even voorbij Ravenshoe. Eenvoudig maar lekker koel onder de bomen,
Dag 60. Dinsdag 17 nov. Warm warm warm. 431 km
Forse rit vandaag. We laten de Atherton Tablelands nu achter ons en het landschap begin echt op de Outback te lijken, eindeloze vlakten met bomen, rode grond en dode kangoeroes. Over de Savannah HW via mt. Garnet naar de afslag naar de Undara Lavatubes. Dit maal nemen we een andere route, we gaan door in zuidelijke richting. Ik wil zien of we bij The Lynd Junction rechtdoor kunnen over de gravel road naar Hughenden. Hier eerst getankt want de gravel road is 263 km lang en heeft verder geen tank stations. Ik vraag aan een chauffeur van een roadtrain hoe de situatie is hij verteld dat het een prima weg is maar wel erg “Rough”. Nou dat is inderdaad waar, kuilen en wasbord, Matilda gaat te keer als een gek, onze tanden klapperen ervan en na 500 meter houden we het voor gezien en keren om. Dan maar via de langere weg naar Charters Towers. Dat betekend voor morgen wel 200 km meer rijden om weer op het goede spoor te komen. Goed, gokken is leuk en je kan niet altijd winnen nietwaar? Zo’n 45 km voor CT maken we een sanitaire stop bij de Fletcher Creek en zien daar tot onze verwondering dat deze Creek, in tegenstelling met de honderden andere Creeks, een echt stromend beekje is. En nog mooier er staan diverse campers aan de waterkant die daar kennelijk de nacht door willen brengen. Wat let ons, we sluiten ons daar bij aan en staan op een prachtig plekje aan het water kunnen we nog lekker een uurtje van de natuur genieten. Gepke denkt dat er krokodillen zitten, maar ik stel haar gerust want er zwemmen drie jongens in het water en voordat ze die verorberd hebben zijn wij allang Matilda in gevlucht. We hebben uiteraard geen aansluiting op 230 volt voorhanden dus we moeten het zonder airco stellen. Dat is wel even doorbijten en bovendien worden we belaagd door tientallen minuscule vliegjes die door het muggengaas kruipen, ze prikken niet maar zijn wel stront vervelend. Uiteindelijk worden ze overwonnen door een druk op een spuitbus. Wrede mensen zijn we toch, de beestjes hadden zo’n plezier.
Dag 61. Woensdag 18 nov. WARM. Bloedheet! 43 gr. 561 km
Het is nergens beter dan in een rijdende Matilda met de airco op maximum. Man o man wat was het warm vandaag. Geen wonder dus dat we er flinke ruk aan geven. Via Hughenden, waar we LPG kunnen tanken, naar Richmond. In het info centre een ijsje gegeten en wat rond gekeken, buiten voor de deur staat een enorme Krokosaurus. (geen echte) toen weer verder. We besluiten om in Julia Creek te stoppen. Het landschap is saai, deze van oorsprong grote binnenzee, is nu een onafzienbaar grote met dor gras begroeide vlakte. Geen dieren zien we hier, geen vogels en zelfs geen dode kangoeroes. Op een groot bord buiten het dorp staat dat bij de camping een zwembad is, ik geef wat meer gas want dat spreekt ons wel aan. De teleurstelling is echter groot want het zwembad zal pas volgende maand in gebruik worden genomen. Dan maar een doucheje pakken. Het water dat uit de warm water kraan komt is 80 gr. En dat uit de koud water kraan ongeveer 40 gr. Dus ook daar worden we niet mee verwend. De volgende camping is ongeveer 200 km verder, nee dus. De airco kan Mathilde niet koel krijgen, geen wonder want alles in haar voelt warm aan, wat ik wel lekker vind van een vrouw maar Matilda is een camper, dus!! Wat nog wel leuk is dat we als we in het donker naar het toilet gebouw lopen wemelt het daar van de grote padden. Je moet je er gewoon een weg doorheen banen.
Dag 62. Donderdag 19 nov. Opnieuw bloedheet.
Onze buren op de camping sliepen achterin een stationcar met de voeten buitenboord. Volgens mij is het vannacht niet beneden de 30 gr. geweest. Het probleem van ons viel in het niet met dat van hun. Om vier uur hoorden we hen de auto starten en van de camping afrijden. Heel wijs besluit, want als de motor draait werkt de airco pas. Wij hielden het uit tot zeven uur, alhoewel we uitstekend hebben geslapen. Flink door getrokken vandaag want het uitzicht is voor ons niet boeiend meer deze prairie hebben we nu wel gezien. In Mount Isa hebben we eindelijk de website kunnen uploaden, je moet toch wel een snelle verbinding tot je beschikking hebben om er door te komen. Op de camping in Cairns was dat niet het geval. Ook de camping in Camooweal was niet voorzien van een zwembad helaas. We hebben hier twee jaar geleden ook al eens gestaan.
Dag 63. Vrijdag 20 nov. Bewolkt maar toch nog heet.
Opnieuw weinig te melden zelfde landschap, zelfde hitte en opnieuw een groot aantal km vandaag. Gelukkig kunnen we steeds LPG tanken want dat is toch wel goedkoper, alhoewel het tanken in de outback duurder is dan in de dichtbevolkte kust strook.. Betaalden we in Brisbane nog 65 dollarcent de liter, hier hebben we al 1,2 dollar betaald. Toch nog goedkoper als petrol (wat hier dus ook duurder is)
Bij de Stuart HWY aangekomen draaien we naar het noorden richting Darwin, hier word het weer nieuw voor ons want de vorige keer gingen we de andere kant op. De bedoeling was om op de camping Bakka Bakka te gaan staan maar daar hadden ze alleen maar “unpowered sites” doorrijden maar want we willen de airco gebruiken vanavond/nacht. Veertig km verder is de camping Renner Springs voorzien van een 17 “pool” pessimistisch als ik inmiddels ben geworden merk ik op dat ik hoop dat er water in zit. Nou, inderdaad ik krijg nog gelijk ook, wel een zwembad maar geen water. In de (gezellige) bar staat dat ze pizza’s serveren, als we die willen bestellen blijken ze op te zijn, (‘s middags om 5 uur) waarom staat het dan op dat bord vragen we, O dat? Nou dat was gisteren.
🙁 + 🙁 ……………Welterusten.
Dag 64. Zaterdag 21 nov. Warm…. Heel warm
Gepke heeft nog nooit een goede relatie gehad met ganzen, zo ook vanmorgen; 3 ganzen kwamen met uitgerekte halzen luid gakkend achter haar aan toen ze van het toilet kwam. De eerste liep voorop, de tweede volgde de eerste en de derde kwam achteraan. Op tijd kon ze Matilda bereiken. Ik had met de beheerder van de camping een betere ervaring, heel vriendelijk begroete hij mij; haaimeethouaarjoekoing? (hey mate how are you going?) (hallo vriend hoe gaat het er mee?)
In Elliot zijn drie tank stations, de eerste was half ingestort en gesloten de tweede was uitverkocht maar gelukkig had de derde zowel petrol als LPG we kunnen er dus weer een tijdje tegen. Het dorpje is verder verschrikkelijk verwaarloosd, overal zwerf vuil en leegstaande huizen en hier en daar zitten onder de bomen groepjes aboriginals bier te drinken. Geen prettige sfeer. We komen vroeg in de middag aan in Katharine dat blijkt toch nog best een redelijk groot dorp te zijn, in elk geval is er een grote Woolworth dus we kunnen weer inkopen doen. Aan de rand van het centrum is een camping met een zwembad gevuld met water van 30 graden. Maar toch koelen we er een beetje van af.
Dag 65. Zondag 22 nov. Warm. Nee HEET.
Om 11.00 uur vertrekt onze boot waarmee we een tocht gaan maken over de Katharine river. Deze kronkelt hier door een prachtige gorge. Een paar kilometer varen we tussen hoge rotswanden door totdat het water te ondiep word. Daar stappen we uit en moeten een paar honderd meter over de rotsen klauteren. Onderweg krijgen we nog wat rots tekeningen te zien van de aborigionals die misschien al een paar duizend jaar oud zijn. Vervolgens stappen we in een andere boot en varen opnieuw een paar km. Onderweg komen we een aantal kano’s tegen die je hier ook kan huren. Sommige mensen liggen op een strandje anderen genieten van een zwempartijtje . Lekker ontspannen allemaal.
Na afloop gaan we nog een eind rijden, maar eerst nemen we nog even een duik in de “Hot Spring” dat is een bron die even buiten Katharine ontspringt en het heldere warme water afvoert naar de Victoria river. Het ligt onder in een kloof en er zwemmen al veel mensen in als wij aankomen. In de bomen boven het gekanaliseerde riviertje hangen duizenden vleermuizen “Flying Fox” het is een gekwetter en geklap van vleugels en af en toe laten ze ook wat vallen, wat ook de reden is dat wij niet lang in het water blijven liggen.
Dag 66. Maandag 23 nov. Weer warm. 616 km
Gisteren zijn we tot Timber Creek gekomen, een grote camping achter een tank station. Dit is vrij normaal hier in de outback van Australie. De meeste tankstations hebben een klein winkeltje een restaurantje en verhuren cabin’s op de camping. Veelal wordt daar gebruik van gemaakt door truckers en mensen die in de buurt werk hebben te doen. Het is allemaal erg simpel maar in principe hebben wij aan een contactdoos voldoende dus wij vinden het wel prima zo en de prijzen zijn ook niet om van te schrikken, gemiddeld zo 20 a 24 dollar per nacht.
Deze camping heeft nog als extra dat er kangoeroes op rond wippen.
We rijden nu door een aantal natuur reservaten en het landschap is veel meer afwisselend dan de afgelopen week. Meer bergachtig en soms langgerekte rotswanden. Maar wat ons vooral aanspreekt dat er hier een overvloed aan Boab bomen staan. Geweldig mooie exemplaren zijn daarbij sommige hebben een doorsnee van wel 3 meter, heel indrukwekkend. Ik blijf dan ook foto’s knippen. In Kununurra gaan we eerst naar een tourist office want we willen morgen een tocht maken over de Victoria river naar Lake Argyle. Het lijkt niet gunstig want we zijn de eerste die zich aanmeld voor de tocht van morgen en er moeten minstens 6 deelnemers zijn anders gaat het niet door. We zijn hier toch niet helemaal in het goede seizoen want veel is nog gesloten.
Dag 67. Dinsdag 24 nov. Iets koeler. 256 km
Vannacht hebben we een behoorlijke onweersbui gehad met veel regen met als gevolg dat het vandaag wat koeler is. Dat is welkom gezien onze plannen voor vandaag. Helaas, Helaas, maar het is niet gelukt met de tocht naar Lake Argyle, we waren de enige deelnemers. We hebben er dus maar een rustige dag van gemaakt. We hadden toch al voor twee dagen geboekt op de camping.
De bedoeling was dat we morgen naar de Bungle Bungle zouden gaan maar we hoorden dat dat op dit moment gesloten is voor het publiek in verband met brandgevaar enzo. Hier vlakbij Kunurunna is een natuurpark dat hier de little bungle bungle word genoemd. Het lijkt er veel op alleen is het veel kleiner, daar zijn we dan we dan ook maar heen gegaan. Een heel mooi gebied met ruige verweerde zandsteen formatie’s we kunnen ons nu een voorstelling maken van hoe de Bungle Bungle eruit ziet. De middag hebben we met luieren, zwemmen, lezen en slapen kapot geslagen. Ook wel eens lekker om wat lui te zijn. In een aborigional art centre heeft Gepke nog een mooie boemerang gekocht. Deze is gemaakt door een leerling van die school.
Dag 68. Woensdag 25 nov. Opnieuw heel heet. 350 km
Vroeg op pad, in 1 ruk door naar Victoria River Roadhouse. Achter de meeste roadhouses is een camping, meestal heel primitief en over het algemeen ook niet erg schoon.. Deze camping bestaat uit een grote zandvlakte met hier en daar een sprietje gras. Geen schaduw maar wel een paar kangoeroes. Saaie route.
Dag 69. Donderdag 26 nov. Heet.(hoe kan het anders) 340 km
Vandaag opnieuw een heel saaie route alhoewel we wel veel meer Boab bomen langs de weg zien staan. Geweldige exemplaren zijn daarbij. In dit gebied komen veel bosbranden voor, je ziet aan de horizon heel vaak rookwolken hangen en soms zien we nog brandende stammen aan de kant van de weg. In Halls Creek op een camping bij een roadhouse gestaan. Direct het zwembad ingedoken waar al een paar jongelui in zwommen. Deze bleken uit Groningen te komen, wat is de wereld dan weer klein, ervaringen uitgewisseld uiteraard.
Dag 70. Vrijdag 27 nov. Hete dag. 534 km
Op naar Broome, dat blijkt een klein maar erg modern stadje te zijn, doen daar inkopen en rijden dan door naar de haven. Hier zien we voor de eerste keer de Indian Ocean. Turkoois blauw water en witte stranden maar evengoed nog te warm om er van te genieten. Op het strand zien we mooie tufsteen formaties. Vanaf Broome naar het roadhouse Sandfire. Een verschrikkelijk vieze camping maar wel met veel dieren, wel 20 pauwen waaronder een witte en een kameel. We zullen hier geen gebruik maken van de toiletten of de douche dat weten we in elk geval wel zeker.
Dag 71. Zaterdag 28 nov. Weer warm. 537 km
Om zes uur stonden we op en voor half zeven reden we reeds. Het landschap is vandaag de hele dag hetzelfde gebleven. Overwegend vlak land met lage struiken begroeid. De nagenoeg kaarsrechte weg draagt er ook niet aan bij dat we ons danig vervelen. Nabij Port Hedland zien we enorme hopen zout liggen, vanwege de hoge temperaturen hier is het een ideaal gebied om zout uit zeewater te winnen. Ook zijn hier een paar koper en ijzer erts mijnen. Dit erts word in de grote Roadtrains vervoerd van de mijn naar de haven van Hedland. Het is dan ook een echt industrie stadje. Niet erg aantrekkelijk dus. Ik koop hier bij de Repco een busje Grafiet om het contact slot wat te smeren. Soms ging het starten erg moeizaam, maar nu werkt het weer als vanouds. In Karratha gaan we op een grote BIG4 camping staan en het duurt dan ook niet alng of we liggen in het water van het mooie zwembad. Grote groepen roze cockatoo’s vliegen boven ons hoofd, luid krijsend.
Dag 72. Zondag 29 nov. Heel warm. 672 km
Om zes uur vanmorgen werd het alweer warm dus, eruit en aan de rit. Kwart voor zeven reden we alweer want we willen nu doorrijden naar Carnarvon. Dat is gelukt. Onderweg kwamen we nog een paar backpackers tegen die aan de kant stonden met hun zeer oude Holden. Rook kwam onder de motorkap vandaan en ze stonden er een beetje ontdaan bij te kijken. Wij zijn gestopt en toen zagen we dat er onder de motor druppen brandende olie op de grond vielen. We hebben de jongens aangeraden om hun spullen zo gauw mogelijk uit de auto te halen en maar flink afstand te houden want het leek ons nogal gevaarlijk. Na een tijdje hield het branden op maar de rook ging nog wel even door. Wij konden hen niet verder helpen en rieden hun aan om assistentie van de RACQ te vragen om hun af te slepen. Het dichtstbijzijnde “roadhouse” is 180 km verderop. Ze hadden haast geen water bij zich dus lieten we een fles voor hun achter en zijn toen maar doorgereden. Dit zal wel een lange warme dag voor hun worden. Een honderd km eerder hadden we ook al een verlaten “Wicket” campertje aan de kant van de weg zien staan waar het hele voor front voor weg was geslagen. Wat daar mee is gebeurt weten we natuurlijk niet maar het lijkt ons niet zo best toe.
Carnarvon is een redelijk groot haven plaatsje met veel campings, we kozen voor de Coral Beacht caravan park. Vooral omdat honderd meter verder een Chicken Treat is gevestigd en we willen vanavond lekker primitief uit eten, kip met patat en cola. Eerst zwemmen en toen voor de tent lekker in de zon zitten lezen. Dat hebben we lang niet kunnen doen maar hier was het heerlijk vanwege het lekkere frisse zee briesje.
Dag 73. Maandag 30 nov. Gelukkig een beetje minder warm + lekker windje.
Vanaf Carnarvon was het een lange rechte weg naar Gladstone Roadhouse. LPG was hier uitverkocht dus op benzine door naar Overlander Roadhouse, bij uitzondering eens een roadhouse die er netjes uitzag. Het ligt op afslag naar Shark Bay Marine park. We rijden dan richting Denham, maar eerst nemen we een afslag naar Hamelin Telegraph Station. Hier zijn in 1956 aan de kust van de Hamelin Pool door wetenschappers Stromatolites ontdekt. De enige andere plaats op de wereld waar deze voorkomen is op de Bahamas. Stromatolites zijn blauw-groene algen die zich zeer langzaam voortplanten. Ze leven in het getijde gebied vlak onder de oppervlakte van het water. Het kan wel 100 jaar duren om 5 cm te groeien. De afstervende algen vormen bloemkool vormige rotsen onder water. Het is heel uniek en ze worden ook wel levende fossielen genoemd. Ze kunnen alleen maar bestaan in zeer zout water, dat hier in de Hamelin Pool dubbel zo zout is als elders in de oceaan.
Als we verder het schiereiland op rijden komen we langs hagelwitte stranden en turkoois blauwe oceaan.
Het 100 m brede strand bestaat bij Shell Beach geheel uit een 5 meter dikke laag kleine witte schelpjes. Het strand is zeker een kilometer lang zover wij kunnen zien, er staat een bord dat je nog geen handje vol mee mag nemen, terwijl aan het eind van de beach grote graaf machines de schelpen afvoeren t.b.v. De cement industrie en ook wordt gebruikt om aan de kippen te voeren opdat de schaal van de eieren sterker zal worden. We nemen dan toch maar een beetje mee.
Bij Denham rijden we gelijk door naar Monkey Mia. Het resort ligt in een natuur park direct aan de beach. Morgen vroeg om 7.30 uur worden hier aan het strand dolfijnen gevoerd met de hand in kniediep water. Op tijd opstaan dus.
Dag 74. Dinsdag 1 Dec. Heerlijk weer, niet te warm. 448 km.
Om half acht stonden we met wel 100 mensen tot onze knieën in het lauwe water van Shark bay te wachten op de dolfijnen. Nou, een stuk of vijf/zes kruisten vijftig meter uit de kust heen en weer. Evenals wij moesten we wachten op de leiding. Een inleidend praatje van 3 kwartier terwijl de dolfijnen om haar benen zwommen, en toen werden ze gevoerd. Een leuk gezicht zo mak als die beesten waren. Ze worden hier al wel 40 jaar gevoerd, generatie op generatie dolfijnen zijn hier dus al voorbij gekomen. Eerst is het landschap nog saai, maar als we dichter bij Northampton wordt de hoogvlakte anders, tussen gigantische graanvelden rijden we door, onafzienbare glooiende vlakten wuivend graan. Dan zien we enorme opslagplaatsen voor dat graan, pakhuizen van honderden meters lang. Maar ook in de oplucht, gigantische langwerpige bergen van zeker vijfentwintig meter hoog twee- driehonderd meter lang, afgedekt met zeildoek.
We zijn doorgereden naar Geraldton, waar we bij McDonald 2 uur bezig zijn geweest om onze mail binnen te halen, het was een hele trage verbinding. We hebben ons hele leven nog nooit zo lang in de McDonald gezeten. Overigens krijg je bij alle McDonalds in Australië gratis WIFI.
Dag 75. Woensdag 2 dec. Heerlijk koel windje. 348 km.
In Dongara hebben we de vissershaven opgezocht en ik had het geluk dat er net een bootje binnen was komen varen waar ik van de vissers een mooie lobster kon kopen voor een zacht prijsje. Lekker vanmiddag bij de lunch.
Het beest leefde nog en ik had mij niet gerealiseerd dat hij dus eerst moest worden gekookt. Maar uiteindelijk is dat gelukt in een wokpan met kokend water. Hij was wel heel erg lekker, dit doe je alleen maar in de vakantie.
Bij Servantes zijn we een zijweg ingereden naar de Pinnacles, dit is werkelijk een natuurwonder. Duizenden kalksteen kolommen steken hier uit het zand. We maken er een wandeling tussendoor van 1,5 km en natijd kunnen we er ook nog een rit met Matilda van 4 km tussendoor maken, heel indrukwekkend. www.naturebase.net
Op de camping van Servantes vonden we een mooi plaatsje.
Dag 76. Donderdag 3 dec. Zonnig en warm. 274 km.
Vroeg weggereden want we willen door naar Perth. We hebben “Truus” ingesteld op een camping voorbij Perth, aan de kust bij Fremantle. Het is ook wel nodig om een beetje begeleiding te hebben om door Perth te rijden.
Het is een grote moderne stad en we rijden er dwars doorheen, gelukkig dat “Truus” er de weg weet, het gaat feilloos. Vlak voor de camping ontdekken zien we een vestiging van “Auto Masters” we kunnen hier een afspraak maken voor zaterdag morgen a.s. Om acht uur. Ze gaan de olie en het oliefilter vervangen, daar is Matilda weer aan toe na zoveel kilometers te hebben gedraaid.
Dag 77. Vrijdag 4 dec. Heel warm. 287 km.
Met de bus, die voor de camping vertrekt, naar het station in Fremantle gereden. Daarvandaan reden we in een half uur met de trein naar Perth. Hier hebben we wat rond gewandeld in het centrum en aan de Swan river. De stad is te vergelijken met Sydney, Brisbane en Melbourne. Een recht straten patroon met wolkenkrabbers en modieuze winkels. Een smal straatje was nog wel aardig, dat waren allemaal kleine winkels en het leek een beetje op een straatje in een Engelse stad. Al gauw zaten we alweer in de trein naar Fremantle, dat is een heel andere stad. Het centrum staat vol met victoriaanse huizen en winkels. Een leuke arcade, terrassen en leuke pleintjes. Toen we weer in de bus zaten en die door het centrum reed, ontdekten we dat er ook nog een leuke overdekte markt was. We wisten niet hoe gauw we uit de bus moesten stappen, het kaartje was toch 2 uur geldig. Dat was heel geslaagd. Naast een groente en fruit markt was er een keur aan souvenirs, handenarbeid en veel alternatieve stalletjes, zoals handlezen, Tarotkaarten en glazen bollen kijkers. Een gezellig sfeertje.
Dag 78. Zaterdag 5 dec. Warm. 247 km.
Om acht uur stonden we bij de garage en de monteur kon gelijk beginnen. Ondertussen deden wij inkopen bij de Woolworth die er direct naast is gevestigd. Om negen uur konden we weer rijden nadat ik de rekening van 120 dollar had betaald, viel allerzins mee. De kustweg van Fremantle via Rockingham naar Mandurah is niet erg interessant veel bedrijfsgebouwen en industrie afgewisseld met woonwijken. Veel resort’s zien we ook, dat zijn woonwijkjes met alle voorzieningen, meestal met een hoge muur er omheen. Ze zien er wel heel leuk en modern uit, maar het zou ons niet aanlokken om er te wonen. Tot aan Bunbury rijden we door een lagune gebied. Binnenzeeën met veel watersport voorzieningen. Daarna gaan we weer landinwaarts waar het landschap wat heuvelachtig word en de dorpjes eenvoudiger. Uiteindelijk belanden we in Mulbayup op een kleine camping bij een sportveld aan een riviertje. Er staan al zeven caravans en campers, we moeten ons aanmelden bij de “general store” in het dorp, zegt onze buurman en als we dat niet doen komt de winkelier ons met een geweer weg jagen.
Hij staat bij z’n vouwcaravan lichtelijk heen en weer te zwaaien en hij lispelt wat, of hij heeft een spraakgebrek of hij is straal bezopen, wij gokken op het laatste. O, ja, de heilige klaas is jarig vandaag.
Dag 79. Zondag 6 dec. Bewolkte dag en af en toe een klein beetje regen. 333 km.
The Elephant Cove wordt het genoemd, het lijkt of er een kudde olifanten over het strand de zee inwandelen. De naam is dan ook heel goed gevonden. Na de doorsteek door het binnenland zijn we bij de zuidelijke oceaan aangekomen. Tussen de enorme keien zijn leuke kleine baaitjes gevormd die door de toeristen dankbaar als zwembaden worden gebruikt, “green Springs” worden ze genoemd. Maar eerst hebben we een twintig kilometer eerder bij Walpole genoten van de enorme bomen die hier in het Tingle natuur reservaat staan. Veel van de Karri bomen zijn hol, wat is ontstaan door brand. Maar de buitenste laag van de bomen is zo sterk dat ze toch overeind blijven staan. In de grootste die we zien kun je wel een luxe auto parkeren, het is heel indrukwekkend. In tegenstelling met de outback, waar we nu een paar weken doorheen zijn gereden zien we hier veel meer bloemen en bloeiende bomen, vooral Banksia’s . Onderweg zagen we veel middelgrote bomen die volop in bloei stonden met okergele bloemen, het leek wel wat op mimosa. Even voorbij Albany, waar we weer even onze mailbox hebben geleegd bij McDonald, vonden we een camping.
Dag 80. Maandag 7 dec. Bewolkt begonnen met een beetje regen, na de middag droog en warm. 489 km.
Hyden zou niet op de kaart staan als er niet direct in de omgeving een natuurwonder was te zien. “Wave Rock” staat al wel 100 km van te voren aangegeven op de bekende bruine borden. Moeilijk te vinden is het niet al moeten we er wel een omweg van een paar honderd kilometer voor maken. Maar dat ligt natuurlijk aan onze eigen planning. Je wilt graag alles zien vandaar dat we soms een beetje zig zaggen. Maar het is de moeite waard, deze bijzondere rots formatie wil ik niet missen, had ik mij in Nederland al voorgenomen. Onverklaarbaar hoe dit is ontstaan, je staat er versteld van hoe de natuur op het idee is gekomen om een dergelijke vorm te laten ontstaan. Deze 15 meter hoge en 110 meter lange rotswand lijkt een versteende branding golf. Het heeft overigens niets met de zee te maken, door erosie is deze granieten vorm ontstaan. Wat een beetje afbreuk doet aan het geheel is dat over de gehele lengte aan de bovenkant een laag muurtje is gemetseld die het regenwater dat op de grote gladde rots er achter naar een groot waterbekken leidt. In 1929 is dat aangelegd om het dorpje Hyden van drinkwater te voorzien, heel begrijpelijk natuurlijk, maar mooi is anders. Het is natuurlijk een afweging geweest tussen het belang van het toerisme en de dorst van de bewoners.
Vreemde onverwachte zaken kom je regelmatig tegen. De gehele weg, die we vanaf Albany tot aan onze camping in Lake King, hebben gereden, heeft ons over een hoogvlakte gevoerd waarop hoofdzakelijk enorme onafzienbare graanvelden waren te zien. De farmers waren druk bezig te oogsten en de opbrengst werd in grote vrachtwagens naar gigantische opslag silo’s vervoerd. En dan opeens zie je daar op een glooiende heuvel een Hollandse molen staan. Iets wat je hier totaal niet verwacht, het is een prachtig gezicht en dus een foto waard.
Midden tussen het graan vonden we in Lake King een camping. 20 dollar in een enveloppe in de bus en we konden een plaatsje zoeken. Uitstekende camping eenvoudig maar schoon. De camping staat te koop, dus wie interesse heeft ?
Dag 81. Dinsdag 8 dec. Mooi weer, lekker koel. 469 km
Opnieuw hebben we vandaag de gehele dag tussen de glooiende graanvelden door gereden. Via Ravensthorpe naar Esperance waar we opnieuw bij de Southern Ocean uitkwamen.. Esperance is een redelijk stadje maar er is geen Mc.Donald want we wilden internetten. Dus maar doorgereden naar Norseman. Langs dit laatste stuk weg zagen we ontzettend veel kleine droog liggende zoutmeren. Het felle wit van het zout deed pijn aan de ogen in de zon.
Dag 82. Woendag 9 dec. Licht bewolkt, daarna zon.641 km
Hier bij Norseman begint de “Nullarbor Plain” dit is een enorme boomloze vlakte Nullarbor betekend dan ook “geen bomen” een passende naam. Er is maar 1 weg doorheen de Eyre HWY. Het stuk weg van Balladonia tot aan Caiguna is over 146.6 km kaarsrecht. Het is de langste rechte weg van Australië, er komt geen eind weer aan. We maken deze dag een flink aantal km, we denken dat we het in 2 dagen kunnen redden tot aan Ceduna. Veel parkeerplaatsen aan de HWY bieden de mogelijkheid om daar te overnachten, dat doen we dan ook ongeveer halverwege, er staat al een camper en na ons komt er nog een. Uit een hele donkere lucht dreigde regen te komen, maar daar kregen we maak een heel klein staartje van mee, mocht geen naam hebben. Het was wel koud ‘s nachts vandaar dat we een extra dekentje over onze voeten nodig hadden. We zitten hier dan ook vlak bij de oceaan en de zuidelijke wind brengt koude lucht mee van de zuidpool.
Dag 83. Donderdag 10 dec. Licht bewolkt en stevige wind. 570 km
Het is ons gelukt we zijn gearriveerd op de camping in Ceduna om 16.45 uur, dachten we, maar we zijn nu in South Australie dus we moeten de horloges 1,5 uur vooruit zetten. Dat viel even tegen. De camping ligt aan het water en vanaf ons plekje hebben we een prachtig uitzicht over de oceaan en we genieten van de ondergaande zon.
Dag 84. Vrijdag 11 dec. Licht bewolkt, lekker koel weer. 240 km
Al ons fruit en groente was op, dat was nodig omdat we de grens tussen de staten WA naar SA over gingen.
Daar is een checkpoint die controleert of je deze zaken niet bij je hebt in verband met het overbrengen van de fruit vlieg. Dus vanmorgen eerst alles opnieuw inslagen bij de buurt super. In de haven van Streyky Bay nog een stukje gerookte zalm gekocht, lekker bij de lunch vanmiddag. Een paar km voorbij Streaky bay zijn we nog even wezen kijken bij de plaats waar de ontdekkingsreiziger Edward John Eyre in 1838 een basiskamp had ingericht bij een natuurlijke bron,. De put is nog aanwezig en er staat zowaar ook nog water in. Volgens zeggen kan men er net zoveel water putten maar het stroomt onmiddellijk weer vol. Zo’n twintig km verder willen we de Murphys Haystacks bekijken. Dit zijn twee formaties vreemdsoortige rotsen. Miljoenen jaren van erosie hebben de rotsen afgesleten tot fascinerende vormen, de natuur heeft soms vreemde grillen.
De zuidkust van Australie bestaat voor een groot gedeelte uit hoge kliffen waar door de woeste branding grillige vormen en grotten in zijn uitgesleten. Twee daarvan bekijken we de Woolshed Cave en de Tub, deze laatste is eigenlijk geen grot meer omdat het dak ervan is ingestort. Maar toch is het heel indrukwekkend. Het was weer een leuke vakantiedag als vanouds. We overnachten op een camping in Elliston.
Dag 85. Zaterdag 12 dec. Bewolkt maar ‘s middags een smetteloze lucht. 450 km
Vandaag onderweg niet veel bijzonders te zien, af en toe zagen we een glimp van de oceaan. Nog even in Port Lincoln rond gekeken. Toen door gereden tussen de graanvelden door naar Whyalla. Dat is een redelijk grote stad evenals Port Lincoln trouwens. Maar helaas kunnen we toch niet erg warm lopen voor de Australische stadjes, een gezellige uitstraling hebben ze zelden.
Dag 86. Zondag 13 dec. Warme onbewolkte dag. 419 km
Even buiten Whyalla reden we langs het maritiem museum. Vaak hadden we reeds folders gezien met daar op een foto van een boot op het droge. Hier zagen we hem in levende lijve, (Hoewel) het museum ging pas om 9 uur open en om daar een uur voor te wachten vonden we een beetje veel van het goede, dus namen we genoegen met het nemen van een foto. Hoe hebben ze dat schip hier helemaal gekregen, het ligt wel zeker 10 km vanaf het dichtstbijzijnde bevaarbare water. De 76 km naar Port Augusta was gauw overbrugd, en daarmee sloten we theoretisch de cirkel die we in Australië hebben gemaakt. De vorige keer kwamen we hier aan vanuit Alice Springs. We wisten nog dat de weg vanhier naar Adelaide een beetje saai is en daarom sloegen we na 10 km af de bergen in. We wilden nu eens de parallel weg, die wat meer door de binnenlanden gaat, volgen. Het was meteen raak, de weg B82 die naar Wilmington voert ging hier gelijk over de Horrocks pass. De pas is genoemd naar de explorer John Ainsworth Horrocks die deze doorgang in 1846 ontdekt heeft. Na een paar duizend kilometers over nagenoeg vlak terrein te hebben gereden, was het even slikken om deze vrij steile helling te nemen. Maar dat slikken was voornamelijk bedoeld om onze buis van Eustachius te klaren in verband met het hoogte verschil..
De verdere route was erg interessant, boeiend landschap en leuke dorpjes, vooral Melrose vonden we een intiem dorpje. Voor het zoeken van de camping in Adelaide hebben we “truus” uit haar slaap gewekt. Ze ging nog even de fout in op het laatste stukje maar omdat we hier eerder waren geweest konden we haar tijdig corrigeren.
Dag 87. Maandag 14 dec. Helder weer. 0 km
Een dagje de stad in, dat lijkt ons wel wat. Maar om daar de gehele dag rond te lopen dat is nou net weer een beetje te veel van het goede. We pakken de bus kwart voor twaalf dan hoeven we alleen maar de middag in de hitte winkels bekijken. Ook dat is weer een beetje veel blijkt algauw, want we zitten om half vier alweer in de bus terug. Maar omdat we een dagkaart hebben gekocht kunnen we vanavond nog eens weer terug gaan om een hapje te eten. Dat bracht ons nog weer een verrassing, we besloten de bus te nemen die eerst naar het eindstation ging om vervolgens daarvandaan we terug te keren naar de city. Een soort sightseeing tour dus. Maar aan het eindpunt vertelde de chauffeuse ons dat we ook met de snel bus terug konen rijden naar de city. Dat hebben we toen maar gedaan, en toen kwam de verrassing. Dat leek in eerste instantie een gewone bus, wat het eigenlijk ook wel was, maar na honderd meter reed hij een soort rails in waar hij met grote snelheid richting het centrum reed. Dichtbij het centrum was het weer een gewone stadsbus. Die rails bestond uit twee betonnen rijbanen met aan weerszijden een opstaande rand waar de bus precies tussen paste.
Dit hadden we nog nooit eerder meegemaakt. Leuk om dat eens te zien. Later zagen we dat er achter de voorwielen een paar dwars wieltjes waren gemonteerd die vermoedelijk dienden om de bus in het spoor te houden.
De T-bone steak in een Libanees restaurant smaakte uitstekend en om negen uur zaten we alweer achter de koffie in onze vertrouwde Matilda.
Dag 88. Dinsdag 15 dec.heel warm weer. 261 km
Vreemd maar vaak als je vertrekt van een camping praat je nog gauw even met diverse mensen, zo ook vanmorgen. Buren tegenover ons, buren achter ons en mensen verderop. We kregen nog wat tips over de route die we van plan zijn te volgen en daar hebben we profijt van gehad. We reden in oostelijke richting Adelaide uit en al gauw begon het wat heuvelachtig te worden. Ik had Truus op het dorpje Birdwood ingesteld dat zo’n 25 km oostelijk van Adelaide ligt. Dat is een goede manier om een stad uit of door te rijden. Ook nu werkte dat weer probleemloos. Vooralsnog reden we door de buitenwijken maar de bebouwing werd steeds schaarser en op de duur zag je alleen hier en daar nog een woning tussen de bomen staan. De weg kronkelde hier door de dalen en via enkele steile helling kwamen we steeds hogerop. Een prachtig, tussen de bomen gelegen, stuwmeer kwam op ons pad en we wilden daar een koffie stop maken maar afrastering maakte het ons helaas onmogelijk bij het water een parkeerplaats te vinden. Via een paar aardige dorpjes, Gumeracha, Birdwood en Eden Valley kwamen we bij Murrey Bridge weer op de weg M1 ten zuiden van Adelaide uit. De M1 is hier een 4 baanssnelweg die al gauw gaat vervelen. Even voor Tailem Bend zag we rechts van de weg een openlucht museum “Old Tailem Town”. Na een hapje te hebben gegeten zijn we daar naar binnen gestapt. Het bleek een verzameling oude gebouwen te zijn vergelijkbaar met het Shantytown dat we in Nieuw Zealand hadden bekeken. Alleen was het wel een maal zo groot en lang niet zo goed geconserveerd als daar. Wat overigens de authenticiteit wel ten goede kwam, het leek soms of de smid even z’n voorhamer op het aanbeeld had gelegd om een kopje koffie bij z’n vrouw te gaan drinken, de school juf de kinderen net naar huis had gezonden en het hotel toevallig net geen gasten had. Rommelig, stoffig en met een gigantische hoeveelheid gereedschappen en spullen in de winkeltjes en huizen. Ondanks de hitte en de lastige vliegen hebben we er van genoten en het gebrek aan andere bezoekers gaf ons helemaal het idee dat we in een wild west stadje van 125 jaar geleden rond liepen. Tot besluit kregen we in de restauratie nog een gratis kop koffie aangeboden en hebben daar nog een uurtje gezellig zitten kletsen met June en Roley, twee vrijwilligers van het museum. We zijn verder de kustweg gaan volgen richting Kingston, waar we bij Salt Creek een eenvoudige camping vonden waar we de enige gasten waren.
Dag 89. Woensdag 16 dec. Warm. 327 km
Nog even kijken we rond in Kingston, waar we de vorige keer op de camping hebben gestaan. Toen de kustweg gevolgd via Robe, Beachport en Millicent naar Mt.Gambier. Robe is een aardig vakantie dorpje waar we een uurtje hebben rondgelopen. Mt.Gambier is gebouwd op een vulkaan en onze camping is prachtig gelegen tussen twee kraters in. Vanaf de camping maken we een wandeling om beide te bekijken. Het kratermeer “Blue Lake” is een bijzonder geval, tussen November en maart verkleurd het water op een onverklaarbare wijze van staalblauw naar turkoois.
Dag 90. Donderdag 17 dec. Gehele dag regen. 190 km.
Een klein wereldje is het vandaag, vannacht begon het al te miezeren. We rijden langs de kust naar Portland met Bob Marley op een hoge volume stand en om de verveling te verdrijven zingen we luidkeels met Bob mee, al moet ik toegeven dat ons gezang een vrij hoog Lalala gehalte heeft. In Port fairy rennen we van de camper naar het info centre, maar zelfs van die paar meter worden we nog doornat. Toch krijgen we binnen een paar leuke tips, halverwege Warrnambool is een mooi natuur park. “Tower Hill Game Reserve” bestaat uit een aantal, 25.000 jaar geleden ontstane kraters. Vanaf de weg duiken we gelijk een smal “one way” weggetje in naar beneden de krater in. Langs een spectaculaire verweerde rotswand en vervolgens slingerend door een bos waar we af en toe kangoeroes nieuwsgierig naar ons zien zitten kijken. Een wandelpad brengt ons omhoog naar een uitzicht punt waar we een groot gedeelte van de kraters kunnen overzien. Een aantal emoe’s met jongen kruisen daarbij ons pad. Geen van die dieren zijn erg schuw, maar voor de emoe’s word toch gewaarschuwd, als ze jongen hebben moet je niet te dicht in de buurt komen, want dan willen ze nog wel eens wat agressief worden. Werkelijk de moeite waard om dit unieke park te bezoeken, we hadden het geluk dat juist tijdens onze wandeling de regen even is gestopt. We zaten nog niet weer in Matilda of daar begon het weer. Ook toen we de camping in Warrnambool werd het droog en waarachtig konden we ‘s avonds nog een wandeling door het stadje maken in de zon.
Dag 91. Vrijdag 18 dec. Zonnig met harde wind. 97 m
Het zonnetje konden we vanmorgen weer verwelkomen. Vanaf Warrnambool is het niet meer zo ver rijden naar de kust waar we langs de hoge rotsen rijden. Om de paar km is er een “lookout” waar we prachtige, door erosie uitgesleten kliffen kunnen bewonderen. De “bay of islands”is de eerste. Een aantal vrijstaande kalksteen kolommen staan hier langs de kust. De “Arch” , “London bridge”, “Loch Ard Gorge” en daarna de meest bekende “The Twelve Apostles” . Van die twaalf zijn er misschien nog maar 6 van over, de rest is verzwolgen door de zee. De kalksteen rotsen zijn relatief zacht, en de erosie gaat steeds maar door. Steeds nieuwe vormen zullen er ontstaan. Hoe later op de dag hoe drukker het overal word. De mensen die in de zelfde richting rijden als wij zien we vaak weer terug op de volgende locaties. Het is drie uur als we inmiddels zoveel indrukken hebben opgedaan dat we besluiten om op de camping in Princetown te gaan staan en we genieten daar nog een paar uurtjes van lekker relaxt van een boek te genieten. In de zon met de wind in de rug is dat heerlijk. De camping is zeer eenvoudig maar schoon.
Dag 92. Zaterdag 19 dec. Bewolkt maar droog. 117 Km
Eerst rijden we nog door een afwisselend heuvel landschap met hier en daar een boerderij, maar de bossen worden steeds dichter. Het is heel mooi rijden over deze heuvels en door het bos. Even voor Lavers Hill, draaien we een zijweg in naar de Melba Gully. Rond 1870 zijn ze hier begonnen met het kappen van de enorme dikke en hoge bomen. Ongeveer 1910 is het bos aangekocht door een rijke familie, die er een theehuis heeft gebouwd en wandelpaden aangelegd. Ze noemden het landgoed naar een destijds erg bekende zangeres, Nellie Melba, dezelfde waar ook een ijsje, Peche Melba, naar is genoemd. De gully, dat is een diep ravijn, is geheel begroeid met tropisch regenwoud. Prachtige boomvarens staan over de helling verspreid en onderin stroomt een smal beekje. De wandeling van drie kwartier die we hier maakten is een goede warming up voor vandaag. Bij Glenaire kijken we weer uit over de woeste branding van de Bass Street. Vervolgens rijden we naar de vuurtoren aan het eind van de afslag naar Cape Otway. Deze prachtige 12 km lange weg voert door een eucalyptus bos, borden geven aan dat er hier Koala’s de weg over kunnen steken. We hebben het geluk dat dit ook inderdaad gebeurt. Het beestje zit dood gemoedereerd midden op de weg om zich heen te kijken alsof het zich afvraagt waar al die belangstelling nou voor nodig is. In een boom zit een moeder met haar jong en wat verderop zit er een in een boom te knorren als een varken.
In Apollo Bay maken we nog een wandeling langs de boulevard, eten een ijsje en zoeken een camping op.
Dag 93. Zondag 20 dec. Mooi zonnig weer licht bewolkt.
Je kunt niet altijd zo gelukkig zijn om en Koala van zo dichtbij te fotograferen, maar vandaag was voor ons opnieuw “a Lucky day” op de camping in Lorne kregen we een plaatsje helemaal aan het eind tegen het bos aan. En terwijl ik uit het achter raam kijk daalt er opeens een Kookaburaa neer op tak vlak achter Matilda. Dus gauw naar buiten en een foto maken van deze over het algemeen schuwe vogel. Ik kon hem, heel wonderbaarlijk, tot op een meter benaderen. Soms barsten deze vogels uit in een maniakaal gelach, dat onmiddellijk opvolging krijgt van een aantal van z’n soortgenoten, een oorverdovend concert, niet mooi maar wel heel hard. Tegen het vallen van de avond hebben we er nog een paar maal van kunnen genieten. Onderweg naar Lorne zijn we nog de gravel weg “Grey river rd” in gereden tegen de berg omhoog. Na zo’n vijf kilometer kwamen we op een idyllisch gelegen picknick area, waar we nog een leuke wandeling maakten over een smal paadje door het regenwoud.
Dag 94. Maandag 21 dec. Zonnige dag.
Het laatste stukje van de Great Ocean road hebben we vandaag gereden. Op het laatste moment hebben we besloten om met een omweg naar Melbourne te rijden. Na Anglesea en Torquay slaan we af richting Queenscliff. Hier vandaan vertrekt een ferry die de nauwe doorvaart die de Port Philips Bay verbind met de Bass Street overbrugd. We varen een eind langs de kust van het Mornington schiereiland en rijden in Sorrento aan land.
Vanaf het schip zagen we reeds dat de kust volgebouwd is met grote huizen en hotels, het is duidelijk dat we nu dichtbij een grote stad zijn aangekomen. We rijden eerst nog naar Point Nepean en keren dan terug naar Rye waar de gehele kust strook van de weg tot aan de beach, zo’n honderd meter breed, in beslag is genomen door kleine strand huisjes en campings. Wij gaan daar ook tussen staan, veel keus is er niet want alle campings zitten vol vanwege de vakantie periode die nu in alle hevigheid is uitgebroken.
Dag 95. Dinsdag 22 dec. Zonnige dag.
Vanaf de camping in Rye keken we uit over de Port Philip Bay, we steken nu over naar de andere kant van het Mornington schiereiland en maken daar een prachtige wandeling hoog boven de golven de Cape Schanck omspoelen. Via een lange houten trap dalen we af naar de rotsen aan de voet van de kaap. Dolen daar wat rond en genieten van de woeste zee. Het is duidelijk dat dit een vulkanisch gebied is, mooie ronde zwarte stenen zoals we van IJsland gewend zijn. We zijn vroeg en het museum van de vuurtoren is nog niet open, daarom geven we Truus maar de instructie om ons naar de camping in Melbourne te loodsen. We hadden deze camping nog in het geheugen van Truus opgeslagen, de vorige reis hadden we hier ook gestaan. Nu boeken we voor 3 nachten kunnen we nog fijn even een paar dagen de stad verkennen. De kapper naast de camping die de vorige keer Gepke haar haar in fatsoen heeft gebracht, doet dat nu bij mij, kan ik er weer een paar weken tegen.
Dag 96. Woensdag 23 dec. Hete dag met ‘s avonds een dikke regenbui.
Lekker luieren op de camping en dan na de lunch naar de city met de bus. Kunnen we lekker op het heetst van de dag daar ronddolen. Nou dat hebben we geweten, constant de schaduwzijde van de straten opgezocht en vlak langs de gevels want dan kon je profiteren van de stoot koele lucht die door de open deuren van de winkels naar buiten werd geperst. Chinatown viel ons tegen, uiteraard waren de meeste restaurantjes nog gesloten en veel winkeltjes verkochten de zelfde spullen. Het is niets vergeleken bij Chinatown in San Francisco, daar zat veel meer leven in de brouwerij. Voor vijven zaten we al achter een warme hap in een Food Court en hup de bus in terug naar de camping waar we net voor de bui binnen waren.
Dag 97. Donderdag 24 dec. Bewolkte dag maar droog.
Vroeg zaten we alweer in de bus naar de stad, vandaag wilden we alleen maar de Queen Victoria Market gaan bezoeken. Deze markt, die we de vorige keer ook zo leuk vonden stond allang op ons programma. De meer dan 1000 stalletjes in de overdekte markthallen bieden een enorm assortiment. Uiteraard was groente, fruit, vlees en vis de hoofdmoot, maar verder waren er veel kleding, souvenirs, wijn, snuisterijen en alternatieve stands. Er hangt een heel ontspannen sfeertje. De rest van de dag hebben we lekker zitten lezen op de camping.
Dag 98. Vrijdag 25 dec. 1e kerstdag. Licht bewolkt.
Opnieuw aan de rit. Ik had Truus ingesteld op het dorpje Eildon dat bij een stuwmeer ligt ten noorden van Melbourne. Maar voordat je al de voorsteden van een grote stad uit bent, ben je wel 50 km verder. Maar toen begon het landschap steeds leuker te worden. Glooiende heuvels begroeid met weiden en bossen en op de achtergrond de hogere bergen van de Australische alpen. De slingerende weg door het bos met tussen de eucalyptus bomen verspreid staande tree ferns was wel heel bijzonder, kans om te stoppen op deze smalle weg, voor foto’s was er niet bij, eerst zijn we doorgereden naar de stuwdam, waar we een prachtig uitzicht hadden over het meer en het Eildon dal.
Dag 99. Zaterdag 26 dec. Zonnige dag.
Vanaf de Blue Gum Camping waar we vannacht hebben gestaan reden we richting Alexandra, daarna via Bonnie Doon naar Mansfield, een vakantie dorpje dat aan het begin ligt van de weg de hogere alpen in. Hier hebben we 2 nachten gereserveerd, kunnen we van hieruit wat tochtjes in de omgeving maken en wat wandeltochten gaan maken. Het dorp nog verkend en gekeken of we een restaurantje kunnen vinden voor vanavond. Nou dat is gelukt en we hebben lekker zitten eten in een bistro.
Dag 100. Zondag 27 dec.
Lekker op tijd opgestaan, we gaan een wandeling maken vandaag en dat doen we liever niet in de heetste uren. We rijden vanaf Mansfield richting Mt. Buller, maar slaan in Merrijig een gravel road in naar Sheepyard Flat. Deze, zestien kilometer lange road slingert tegen de beboste berghelling omhoog. Op dit vroege uur komen we geen tegenliggers tegen. We kijken in onpeilbare diepe dalen en gaan steeds maar hoger en hoger. Uiteindelijk gaan we toch weer naar beneden en dan komen we in een vlak dal uit, dit is de Sheepyard Flat. Honderd jaar geleden hadden pioniers hier een farm en ook werd er goud gedolven, zonder al te veel succes overigens, want na een aantal jaren is de mijn alweer opgedoekt. Tot onze verwondering staan op het terrein tientallen tenten en vouw caravans onder de verspreid staande bomen. Een prachtige natuur camping met minimale voorzieningen. Van hieruit
volgen we een wandelpad langs een flinke bergbeek naar Fred Fry’s hut. Onderweg komen we nog langs een hoge schoorsteen, het enige wat is overgebleven van de goudmijn. Fred Fry heeft hier omstreeks 1940 een hut gebouwd, waar hij tot aan z’n dood in 1971 heeft gewoond samen met z’n oom Jim Fry. Het moet een echt natuurmens zijn geweest, af en toe reed hij door het bos op z’n paard floor naar Mansfield om proviand in te slaan. Het is een leuke niet al te zware wandeling van ongeveer uur retour. Warm maar voldaan reden we terug naar de Mansfield camping.
Dag 101. Maandag 28 dec. Warm weer.
28 december, de dag waarop ik 71 jaar ben geworden. In eerste instantie geen kado’s maar dat werd later op de dag wel weer goed gemaakt. We reden eerst naar Benalla, een stadje waar het museum is van een beruchte nationale figuur Ned Kelly. Bank rover, paardendief en bende leider. Bij z’n arrestatie doodde hij drie politiemensen. Z’n misdadige carrière werd erg geromantiseerd, veel mensen zagen hem als en soort “Robin Hood” maar als je het gehele verhaal er op naleest dan was hij toch in mijn ogen een ordinaire misdadiger. Toch draait de hele economie van het gehucht Glenrowan, waar hij gearresteerd is, op de figuur Ned Kelly. Alles draagt daar zo ongeveer zijn naam. Een enorm standbeeld van Ned in z’n karakteristieke harnas, bepaald het beeld van het gehucht. Je wordt in de winkels dood gegooid met allerlei souvenirs die op hem betrekking hebben. Het enige wat ik koop is een boekje waarin het hele verhaal inclusief foto’s te lezen is. In het museum, waar we een kopje thee drinken komen we in een leuk gesprek met Nimmie & Koppi, een gezellig echtpaar uit Shri Lanka. Ze wonen al 11 jaar in Sydney en zijn nu even voor vier dagen naar Melbourne geweest. Ze trakteren ons, ter ere van mijn verjaardag, op een plak cake dat door Nimmie zelf is gebakken. Ze moeten vandaag nog terug naar Sydney want morgen moeten ze weer aan het werk. Dat word dan een latertje we zijn nog minstens 950 km van Sydney af. Het museum staat op een mooi punt bij de rivier en er is op het buiten terrein een kunstwerk gemaakt door verschillende keramiek kunstenaars. Het doet ons heel erg denken aan Park Guėll in Barcelona. Alleen daar zijn veel meer kleuren toegepast en hier is het grotendeels terra cotta. Meer info op www.benallaartgallery.com
We rijden vervolgens via diverse binnenwegen naar Myrtleford waar we op de camping gaan staan. Gepke vind in de Laundry een Nederlands boek, dat Canada beschrijft als het mooiste land van de wereld. Dat komt goed uit want Canada hadden we al op ons verlanglijstje staan voor onze reis in 2011. Toch nog een leuk kado voor mij dus.
Dag 102. Dinsdag 29 dec. Warme dag
Mount Buffalo National Park is een ruige naam voor een ruig landschap. De ontdekkingsreizigers Hume en Hovell gaven de berg deze naam omdat het silhouet van de berg op een slapende Buffel lijkt. Het zuidelijk van Myrtleford gelegen natuurpark is toegankelijk via een, 30 km lange, dood lopende weg. We betalen aud. 10,60 entree voor een dagkaart en genieten gelijk van de mooie natuur, bloemen langs de weg, waaronder orchideeën en witte en gele strobloemen. Een duidelijke kaart van het gebied wijst ons de weg naar boven. Het hoogste punt is de “Horn” met z’n 1723 meter. Onderweg omhoog zien we tientallen stopplaatsen, waar wandelroutes beginnen. Wij rijden door naar “the Chalet” dit in 1910 gebouwde Chalet was destijds zeer populair onder de toeristen, maar momenteel is het buiten gebruik. We hebben hier een prachtig uitzicht op de in de diepte liggende dorpjes. De berg was ooit drie maal zo hoog, maar door erosie is hij tot de huidige staat terug gebracht. Hierdoor zijn gigantische grote rond afgesleten stenen aan de oppervlakte zichtbaar gekomen. We maken hier vandaan een prachtige wandeling naar Lake Catari, dat is een in 1938 gemaakt stuwmeer, die de elektriciteit voor het Chalet zorgde. Er ligt een busch camping vlak naast, waar veel gebruik van word gemaakt. We hebben een halve dag van dit prachtige park genoten voordat we weer afdaalden en in Bright een camping probeerden te vinden, alle 5 campings waren echter volgeboekt, maar een paar kilometer verder lukte het wel. Op onze eerste Australië reis hebben we ook op een camping in Bright gestaan ontdekken we.
Dag 103. Woensdag 30 dec. Warme dag. 36 gr.
En prachtige tocht vandaag over de “Great Alpine Road.” van Bright naar Bairnsdale. Het eerste stuk tot Harrietville was schitterend maar nogal tam. Zeer welvarende streek met veel druiven teelt en stalletjes langs de weg waar kersen werden verkocht. In de winery’s kon worden geproefd van de wijn en uiteraard ook gekocht, de toko moet natuurlijk wel draaiend worden gehouden. Landschappelijk een geweldig mooie route maar het echte werk begint toch wel na Harrietville, direct gaan we daar de hoogte in. We blijven door de beboste helling omhoog rijden, soms zo steil dat ik terug moet schakelen naar de eerste versnelling maar Matilda redt het altijd al gaat het natuurlijk niet snel. De weg is niet beveiligd met vangrail wat voor Gepke niet zo’n pretje is, als we boven zijn in Dinner Plain, zegt ze dat ze 10 jaar ouder is geworden van dit ritje. Nou moet ik in haar voordeel opmerken dat ze er niet als tachtig uitziet. Als we in Omeo aankomen begint ze alweer neuriën. Zo steil als we omhoog zijn gereden zo gestadig dalen we na Omeo af naar Bairnsdale. Hier zien we dan ook meer afgeronde met gras begroeide bergtoppen en hier en daar boerderijen. Maar soms is het toch weer een aantal kilometers door een woeste gorge, de weg is uitstekend maar toch rijden we heel rustig om met volle teugen van dit landschap te genieten. We besluiten in Bairnsdale de camping voor twee dagen te bespreken, want het is een aardig stadje en dan kunnen we oudejaarsavond hier vieren door te gaan eten in een Chinees restaurant. Dat hebben we gelijk besproken hebben, want het kan morgenavond wel eens druk worden.
Dag 104. Donderdag 31 dec.
Lekkere luie dag vandaag, eerst een uur langs de rivier gewandeld en terug via de stad. Elke Australiër die we tegen kwamen klaagde over de warmte en wist ons te vertellen dat er een hele warme dag was voorspeld. Wij wisten dan ook niet hoe snel we in het zwembad moesten duiken toen we terug kwamen op de camping. Gepke had nog de onvoorstelbare moed om aan het wassen te gaan, ze had dat voornemen gisteren reeds en nu zal het gebeuren ook, ikzelf was wat zwakker en kroop met een boek in een luie stoel in de schaduw.
Dag 105. Vrijdag 1 jan. Licht bewolkt en minder warm. 204 km
Vannacht begon het al te regenen, niet hard maar wel constant. Dit zijn we niet gewend, we pakken het spul in en rijden al spoedig weer op de Princess Higway. Niet ver vandaag want we slaan de weg in naar de kust naar het dorpje Mallacoota. Op deze mooie weg door een natuur park komen we plotseling, voor Australische begrippen, veel tegenliggers tegen, misschien wel 100 op een stukje van nog geen 30 km. Het dorpje heeft maar een paar honderd inwoners, maar aan de foreshore is een enorme camping die nagenoeg geheel vol is. Hiermee wordt het inwonertal waarschijnlijk vertienvoudigd. Op de meeste plaatsjes is ook een vissers bootje geparkeerd. Het hele dorp is dan ook voornamelijk toegespitst op de sport visserij. Hengels, bootjes en bait. Maar tevens wordt er op zaterdag een boeren markt gehouden. Vinden we wel leuk om even op rond te wandelen, ware het niet dat de meeste stands zijn afgedekt vanwege de regen, heel jammer voor de handel natuurlijk. Toch ziet Gepke kans om nog een mooi olifanten ringetje van zilver te bemachtigen. (en fudge voor mijzelf.)
Dag 107. Zondag 3 jan..98 km..
Via de princess HWY rijden we naar Eden doen inkopen en rijden een stuk terug omdat ik een mooie tourist drive heb gezien die hier vandaan de bergen in. Het asfalt gaat al gauw over in gravel maar daar trekken we ons niets van aan en gaan door. Veel verkeer komen we niet tegen en ook is het hoofdzakelijk bos op de hellingen. Bij Towamba zien we een paar huisjes en later bij Burragate staan er nog een stuk of tien verspreid. Het is heel eenzaam om hier te wonen in afgelegen gebied. De brievenbussen staan voor aan de weg en hier en daar zie je een zeer eenvoudig hutje staan. De meest vreemde zaken gebruiken ze voor die brievenbussen, oude magnetrons, wasmachine trommels en zelfs hele koelkasten zien we staan. De camping in Merimbula is overvol en staat ons niet erg aan door de drukte. We rijden dan ook door naar het Bournda national park. Waar we een natuur camping vinden, maar die is vol. Maar met enige overredingskracht krijgen we het gedaan dat we op het overloop terrein mogen gaan staan. Ook een prachtig plekje overigens. De wallabies lopen om de camper heen, we hebben geen Electro maar daar kunnen we wel een nachtje zonder, de airco hoeft niet aan. We maken nog een leuke wandeling naar de beach om even over de stille oceaan heen te kunnen kijken.
Dag 108. Maandag 4 jan. Warm. 193 km.
In Bega hebben we nog even gekeken bij het kaas museum waar we de vorige keer zulke leuke contacten hadden met de beheerders. Daarna door via nr. 18 naar Cooma waarna we uiteindelijk in Adaminaby een camping op zochten. Ook nu reden we weer over een hoge pas. En maakten bij de Piper Lookout nog een korte wandeling. We hadden hier een werkelijk fantastisch uitzicht richting Bega en de oceaan, alleen konden we die laatste niet zien door de bewolking in die richting. John Piper waar naar de lookout is genoemd, was een buschauffeur die, in de twintiger jaren, zo’n 28 jaar lang de route tussen Bega en Cooma vv, 6 keer in de week heeft afgelegd. Dan moet je bedenken dat de weg in die tijd een gravel weg was over deze hoge pas en vermoedelijk heel erg smal en zonder vangrail. Het moet heel zwaar zijn geweest, op een gegeven moment is het dan toch mis gegaan en is hij tijdens zo’n rit dodelijk verongelukt. Adaminaby is een klein dorpje vlakbij een groot visrijk meer. Het staan dan ook helemaal in het teken van het vissen op forel. Zo gek zijn ze op hun reputatie dat ze een enorme forel van zo’n 6 meter hebben opgericht in het dorp.
Dag 109 Dinsdag 5 jan. Eerst regen maar al snel weer mooi weer. 125 km.
Als snel ging de weg alweer omhoog de boomloze bergen in en Kiandra zagen we dat we hier een toeristische route konden volgen naar Tumut. Deze weg dus gevolgd, al gauw kwamen we langs een oude en verlaten Gouddelvers site. Hier nog even een leuk gesprek gehad met een stelletje voormalige Ieren. Bij een leuk water valletje thee gedronken en toen door naar Tumbarumba, een beetje Caraibische naam voor een Australisch dorpje.
Dag 110 Woensdag 6 jan.
Tumbarumba, cha cha cha, verlaten we richting Ballow, dit moet de appel hoofdstad van Australië zijn, en inderdaad overal zie je langs de weg gigantische Orchards, de meeste appelbomen zijn tegen de zon beschermd door middel van enorme gazen overkappingen. Vooral als je er vanaf een heuvel bovenop kijkt is het dal net een lappendeken. Overal zie dan ook stalletjes langs de weg waar fruit te koop word aangeboden. Bij Gundagai komen we uit op de de Hume HWY, dit is een vierbaans snelweg waar we na ruim 100 km bij Yass snel weer afdraaien om een camping op te zoeken. Hier werden we door vriendelijke buren Lee & Don Visco, uitgenodigd om een bakje te doen. Na ongeveer twee en half uur gezellig te hebben gepraat, voorzien van wijn en bier, had Gepke geen zin meer om te koken en dus trokken we elk een blikje rijstebrij open, wat ook heel lekker is.
Dag 111. Donderdag 7 jan. Mooi weer maar later op de dag zware mist.120 km.
Na afscheid te hebben genomen van Lee & Don rijden we richting Canberra. Het eerste stuk is nog een vierbaans weg maar al gauw gaat dat over in de gebruikelijke tweebaans weg. Canberra is een heel moderne stad. Het stratenpatroon van de in 1911 ontworpen hoofdstad van australie is in de vorm van een triangle de punten zijn uitgevoerd als grote rotonde’s. De zuidelijke rotonde heeft een doorsnede van ongeveer een kilometer en hier binnenin is het parlementsgebouw gebouwd. In het midden van de stad is een groot meer, waar we met een brede brug overheen rijden. We maken een rondje over de grote rotonde en verlaten dan deze, in onze ogen, wat ongenaakbare stad, in de richting van Batemans Bay. Zo’n 20 km voor Helligen maakt de weg een steile afdaling naar zeeniveau. Helaas voor ons moeten we deze afdaling in een dichte mist maken, wat geen pretje is en we zijn dan ook blij als we het laatste plekje op de camping in Helligen kunnen bemachtigen.
Dag 112. Vrijdag 8 jan. Warm weer. 250 km.
Bij Batemans Bay kwamen we weer op de Princess HWY uit, reden toen naar Pebbles Beach waar we de vorige keer op de mooie camping aan het strand hebben gestaan. Dit bleek niet de bedoelde camping te zijn die moet iets terug zijn bij Depot Beach, maar daar herkenden we ook niets. Dus maar verder richting Nowra. Achteraf bleek dat we in het bos een afslag hadden gemist, jammer maar uiteindelijk reden we voorbij Nowra weg 18 in, die ons gelijk de bergen invoerde. Over de pas kwamen we uit in Kangaroo Valley waar we een leuke camping vonden die we direct voor twee dagen hebben besproken. Morgen is er naast de camping een week marktje
Dag 113. Zaterdag 9 jan. Heet. 0 km.
Lekker geluierd op de camping tot een uur of elf, toen het marktje bekeken dat direct naast de camping was. Ongeveer 100 meter lopen, ondanks dat we zoveel mogelijk de schaduw plekken op zochten waren we nat van het zweet toen we er waren. Zo’n twintig kraampjes waren er, en nog minder bezoekers, dus we waren algauw weer terug bij onze luie stoelen. Wel hebben we wat Fudge kunnen kopen, dus helemaal voor niks waren we er niet heen gegaan. Alhoewel er ook een leuk bandje speelde, gitaar, trekzak en zang. Ze speelde leuke deuntjes in de geest van “old mac donald had a farm, ia ia ee” wel een vrolijke boel. Typisch voor Australië is dat men zich zo graag uitdost met de meeste vreemde en bizarre kledij. De gitarist met een zwart wit geblokte hoge hoed op z’n hoofd en een veelkleurige broek aan, de trekzakker had een viking helm op z’n hoofd.
Kangaroo Valley is een leuk klein dorpje dat in een prachtig landschap ligt. De film “Babe” is in deze omgeving opgenomen. De meeste victoriaanse huisjes zijn omgetoverd tot galerie, restaurants en winkeltjes. ‘S avonds hebben we lekker pizza zitten eten in een gezellig restaurant. Het was echter een BYO, dat wil zeggen dat je zelf je drankjes mee moet nemen, ik moest dus genoegen nemen met water I.p.v. Wijn bij de pizza.
Natijd zijn we nog even een pub in geschoten om een lekker biertje te consumeren. Er was live muziek, ‘t was wel gezellig.
Dag 114. Zondag 10 jan. Heet. 172 km.
Vanwege de verwachte warme dag, zijn we tot half elf op de camping blijven plakken. Boekje lezen, kopje koffie enz. Enz. Even de suspencion bridge voorbij het dorp op de foto gezet. Direct over de brug is een museum boerderij, de vorige keer dat we hier waren was deze gesloten, zo ook nu. Waarschijnlijk zijn er niet voldoende vrijwilligers hier die de boel open kunnen houden. Wel heel jammer, want het ziet er veelbelovend uit. Een eind verder zijn we afgeslagen naar Robertson, wat de aardappel hoofdstad van Australië heet te zijn. Waarom is mij een raadsel, nergens hebben we velden met aardappels gezien. Het is overigens een prachtig landschap dat ons heel erg doet denken aan het landschap van Kent in Engeland. Via kangaloon en Bowral reden we naar het historische dorpje Berrina. Het is een oude nederzetting en net als in Kangaroo Valley zijn het hier ook allemaal winkeltje, antiek zaken, en galerie’s. In New Zealand hadden we kennis gemaakt met “hokey pokey” ijs. En dat werd hier ook verkocht, dus……… In Moss Vale is een camping die we de vorige keer ook hebben aangedaan, hier zijn we gaan staan.
Dag 115. Maandag 11 Jan. Heet. 39 gr. 191 km.
Goulburn is een middelgrote stad met 24.000 inwoners, waar we doorheen rijden richting Oberon. Een vrijwel kaal heuvel landschap, dat halverwege doorbroken word door de Abercrombie river. Dat betekende dat we plotseling via de steile helling af moeten dalen en daarna weer een paar honderd meter omhoog klimmen. Een aantal km verder ontmoeten we opnieuw een obstakel, meer dan duizend schapen versperren ons de weg. Een cowbow op een “offroad” motor probeert de horde in de goede richting te sturen. Welke richting dat moet zijn is ons niet duidelijk geworden. De schapen zwerven in grote groepen van noord naar zuid en van oost naar west. Door heel langzaam vooruit te rijden banen we ons een weg door de massa. We prepareren ons erop dat we in Oberon een camping zullen zoeken, maar zien op het kruispunt Black Springs een recreatie area waar een grote camper en een caravan staan, wij sluiten ons hier bij aan. Dat betekend geen airco aan vanavond, maar daar zijn we aardig doorheen gerold.
Dag 116. Dinsdag 12 jan. Heel heet. Boven de 40 gr. 143 km.
Eerst even wat info gehaald bij de tourist info. Hassans Wall Lookout is het eerste doel waar we op afgaan. Vanuit Litgow direct de berg op, zo’n 4 km vrij steil omhoog via een gravel road, “dirt road” zoals ze die hier noemen. Boven gekomen zien we het direct, dit is de Blue Mountains helemaal. Een enorme hoge en ruwe rotswand steekt uit de bossen omhoog, we klauteren naar het uiterste puntje en genieten van het prachtige uitzicht op het dal waarin Litgow ligt. Het waait hierboven ook lekker waardoor we geen last hebben van de drukkende vochtige warmte. Via Bell rijden we naar Mt.Wilson, dat is een dorpje van misschien 25 huizen, maar dat zijn dan ook prachtig mooie huizen die op grote afstand van elkaar staan half in het bos verscholen en vaak met een prachtig uitzicht over het dal. Het is alsof je door een groot park rijd, met al die enorme oude bomen en de grote gazons. We maken daar nog een korte wandeling door het rainforrest. Na ons bezoek aan Mt.Wilson, dat aan een dood lopende weg ligt, rijden we over een spectaculaire weg, door richting Bilpin en keren daarna terug om bij Bell af te slaan naar Blackheath, waar we op de ons bekende camping gaan staan.
Dag 118. Donderdag 14 jan. Gehele dag mistig. 20 km
Lichte regen en vijftig meter zicht, dit betekende dat we dus niets van de “three sisters” konden zien. Heel jammer natuurlijk maar we hadden de zusjes al twee maal eerder gezien en ze zullen weinig veranderd zijn vermoed ik. Katoomba was dus niets en de wenthworth Falls natuurlijk evenmin dus reden we maar door naar Parramatta, een voor stadje van Sydney. Volgens de brochures en de verhalen moet dit een erg romantisch en historisch plaatsje zijn. Daarna richting Ingleburn, waar de vrienden van Anita & Martin wonen. Hier voor de deur hebben we in 2007 Matilda helemaal ingericht. Vanavond gaan we bij Karen en Henry Brown op visite.
Het was heel gezellig om even weer lekker bij te praten. Het zijn zeldzaam gastvrije mensen en we hebben er ‘s avonds heel wat afgelachen.
Dag 120. Zaterdag 16 jan. Zonnig weer en warm.
Vandaag willen we het centrum van Sydney bezoeken, we laten Matilda achter bij Karen & Henry en wandelen al voor achten naar het station. Echter men is in het weekend bezig met de spoorlijn en de eerste 8 stations rijd er geen trein. Daarvoor zijn bussen ingezet, deze rijd van het ene naar het andere station. Wel leuk om al die voor stadjes vanuit de bus te bekijken maar het kost ons wel twee uur voordat we uiteindelijk op het station Central Qua uitstappen. Hier is nog niets veranderd aan het sfeertje. Allerlei artiesten vertonen hun kunsten langs de kade waar de ferry boten vertrekken. We lopen door naar “the Rock” waar alleen op zaterdag een drukke markt word gehouden, ook hier is het erg gezellig. We bekijken alle stalletjes, drinken een bakkie koffie, eten wat fruit en een goed gevulde Wrap. Waarna we nog even de Harbour Bridge oplopen om te genieten van het uitzicht over de unieke haven van Sydney. Het is er een drukte van belang met all die ferries rondvaart boten en zeilboten. De terug weg naar Ingleburn is iets korter omdat we hebben ontdekt dat er ook een snel bus gaat die een aantal station’s overslaat. ‘S avonds rijden we met Karen & Henry naar Campbelltown, waar we in George’s restaurant van een heerlijk diner genieten.
Dag 122. Maandag 19 jan. Helder weer harde (koele) wind. 160 km
In Singleton de grootste zonnewijzer van de wereld bekeken, elke stad moet toch iets hebben om trots op te zijn, nietwaar? We volgen de “New England HWY” naar Muswellbrook waar we weer even gebruik maken van McD om onze mailtjes te bekijken. Iets voorbij Wingen laten we Matilda achter op de rest area en maken nadat we ons broodje hebben opgepeuzeld een wandeling naar de Burning Montain. Dit is een van de drie permanent brandende steenkool lagen van de wereld. We willen die graag bekijken maar de wandeling die veelbelovend start word al gauw een teleurstelling. Vanwege de stevige wind is de warmte uitstekend te verdragen maar na ongeveer 1,5 km begint het pad door een dal sterk te stijgen en hebben we geen profijt meer van de wind en word het ondraaglijk heet. Dit en de steile helling zet ons gezonde verstand in werking en we keren terug naar Matilda. Prestaties leveren op onze leeftijd gaat ons toch steeds moeilijker af. Het was een leuke wandeling van een uur waar we heel tevreden over zijn. Als we doorrijden zien we bij Buddawallah op een prachtige rest area een aantal campers staan waar we ons bij aansluiten. Als we een plaatsje vlak bij de rivier hebben gevonden worden we begroet door drie schaterende Kookaburra’s
Dag 125 donderdag 21 jan.
Een tiental kilometers vanaf Buddawallah slaan we een Tourist drive in, En inderdaad is dit een hele mooie route. Het glooiende landschap is prachtig. Rechts van de weg zien we plotseling bij een voeder plaats een enorme zwerm cockatoo’s. Ze vliegen weg als ik een foto wil maken. Bij een meertje staat een grote groep campers, tenten en caravans. Dit is een vrije plaats, we drinken er een kop koffie en rijden dan door naar Tamworth. De komende 10 dagen wordt hier een groot, jaarlijks wederkerend, country festival gehouden. Dit lijkt ons wel leuk en we proberen een plaatsje voor Matilda te vinden, gelukkig lukt ons dit uiteindelijk, want het is ontzettend druk in het stadje en overal zie je campers en caravans geparkeerd staan. Een rugby veld is omgetoverd tot tijdelijke camping en we krijgen het laatste plaatsje toegewezen tussen al die Country muziek liefhebbers. We waren er al voor het middaguur en gingen dan ook al gauw aan de wandel. In alle winkelstraten staan bandjes, en alleen optredende artiesten, het is een heel gezellige boel. Er moeten er wel heel veel zijn want ze hebben allemaal een nummer gekregen en het hoogste nummer dat we hebben gezien is 269. Ook in alle pub’s treden ze op, daarnaast natuurlijk alle andere kraampjes met etenswaren, akubra hoeden, souvenirs en zelfs een man die met alle slangen die in Australië voorkomen optrad. Het sfeertje is heerlijk ontspannen. Nadat we een paar uurtjes terug zijn geweest naar Matilda gaan we ‘s avonds opnieuw op stap, het is nu wat minder druk maar de artiesten doen dan nog steeds hun best. We maken het niet zo laat, na een pilsje in een pub, waar we nog even hebben zitten kletsen met een Australisch echtpaar zoeken we ons bed op.
Dag 124. Woensdag 20 jan. Warm. 319 km
We verlaten het rugby veld en rijden weer via een Tourist drive naar Walcha, Uralla en Armidale. En vervolgens richting Grafton. 30 km voor Grafton vinden we midden in het bos een idyllisch plekje. Naast een beekje besluiten we te blijven staan voor de nacht. Later, als het al bijna donker is geworden komt er nog een caravan ons gezelschap houden. We krijgen ook nog even bezoek van een grote kudde bruine koeien, maar die durven niet echt dicht bij ons te komen. De chicanes beginnen al snel met hun avond gezang, het begint heel zacht en al snel is het een enorm koor waarna het weer afzwakt tot het bijna onhoorbaar is maar dan zwelt het weer aan, en dat uren achter elkaar. Het klinkt als een “wave” . Het geluid golft om ons heen, af en toe horen we daar tussen door een kookaburra lachen of een Bellbird laat z’n Click, Click horen. Dit is echt natuur.
Dag 125. Donderdag 21 jan. Drukkend warm 258 km
Voor zevenen werden we gewekt door alle geluiden van de vogels, prachtig mooi ontwaken is dat. Ook horen we af en toe het huilen van een wolf, maar dat kan natuurlijk niet, dat zal wel een verdwaalde hond zijn geweest.
We besluiten om door te rijden naar een camping ergens in de buurt van Mount Warning. Ons oorspronkelijke plan om via de Bald rock te gaan hebben we laten vallen omdat het toch veel te heet is om die wandeling te gaan maken. De camping die we uiteindelijk vinden blijkt in het bezit te zijn van een zwembad, het duurt dan ook geen 10 minuten of we liggen daar in. Het was dan ook een hele zwoele dag vandaag en van dat koele water knappen we heerlijk op. Terug in Matilda zien we opeens een kookaburra neer strijken op een boomstronk naast ons, leuk om daar even een foto en een filmpje van te maken, het beest is helemaal niet schuw en zit ons met z’n brutale ogen aandachtig te bekijken, wederzijdse belangstelling zal ik maar zeggen.
Dagen 127 t/m 148 zaterdag 23 jan t/m donderdag 11 febr. 435 km
Het was een heel hartelijk weerzien met Anita & Martin. Een aantal dagen rust vinden we nu toch wel heel fijn.
We maken Matilda schoon, repareren een paar kleine dingen. E moet naar de garage voor een controle beurt voor de “pink slip” dat is een soort APK die noodzakelijk is bij overdracht aan de nieuwe eigenaar. De remmen worden voorzien van nieuwe rem blokjes, twee nieuwe banden achter, nieuwe spiegel en voorruit, en nog wat kleine dingetjes zodat matilda weer als nieuw is. We doen heel rustig aan, ‘t is en blijft de gehele periode erg warm. Met de hoge lucht vochtigheid kun je het ook maar beter rustig aan doen. We maken nog een wandeling door de binnenstad, zwerven nog een paar uur rond in het grote museum. Kortom we vermaken ons uitstekend. Maandag 8 februari komen Aaf en Adri om de camper over te nemen. Matilda staat “spic en span” op hen te wachten. Dinsdags rijden we samen naar Tweed Head om de registratie te regelen bij de RTA. De verzekering word overgeschreven op hun naam en Matilda heeft zo nieuwe baasjes gekregen. Woensdag’s morgens vertrekken ze met hun nieuwe aanwinst. Donderdag beginnen wij de koffers te pakken want morgen is de dag dat we aan de lange terug tocht gaan beginnen. We hebben het ontzettend leuk gehad, deze dagen bij Anita & martin.
Weer terug in nederland, is het even wennen aan de temperatuur.
Vaak zullen we terug denken aan deze reis, veel dingen zullen we zeker missen; de lachende Kookaburra’s, de palmen en de bomen vol met de prachtige bloemen zoals de jacaranda en frangipani.
En natuurlijk zullen we nooit de indrukwekkende Boabab bomen vergeten die we zoveel zagen in de Kimberley.
De uitgestrekte outback met hier en daar een eenzame kangoeroe, Emu, of de prachtige stranden en de sjilpende eenden. De hitte en de “sandflies” .
Al die mooie, aardige, vriendelijke en gezellige mensen die we hebben ontmoet.
Maar krokodillen en slangen blijven we toch eng vinden.