2011-2 Engeland en Schotland.

Na onze reis naar IJsland zijn we nog 5 weken door Noorwegen en Zweden getrokken.

Toen we thuis kwamen moesten we eerst de camper schoon maken en helemaal weer op orde brengen. Bovendien moest hij nog voor een weekje terug naar de dealer in Buitenpost want er waren toch een paar kleinigheden die moesten worden hersteld, dat heb je zo met een nieuwe camper. Nu is het drie week later en het begon alweer te kriebelen. We hadden al besloten om nog een paar weken in Engeland en Schotland rond te gaan trekken. De bedoeling is dat we voor het NKC camper Experience weer thuis zijn. Dat evenement zal worden gehouden van 6 t/m 10 oktober op het TT circuit in Assen. We hebben ons als vrijwilliger aangemeld  daarom moeten we ons op donderdag om 10.00 uur melden.

Het betekend wel dat we dus nog vier en halve week aan de rit kunnen.
Wat we zelden doen, maar nu dus wel, is een plaatsje op de ferry reserveren.
We vertrekken op 22 augustus vanaf Calais naar Dover en varen terug op de zelfde route op 22 september.

Inmiddels hebben we ook contact gehad met onze vrienden in Engeland, Virginia & Clive Eaton. Ze hebben ons uitgenodigd om bij hen aan te komen. Ze wonen in Guildford zo’n 40 km zuidelijk van London. We hebben die uitnodiging aangenomen en we kunnen onze camper naast hun huis op particulier terrein plaatsen en van daaruit London bezoeken. Leuk om oude vrienden te ontmoeten. We hebben ze voor het eerst ontmoet toen we naar de Svartissen gletscher wandelden. In Noorwegen.

Dag 1. Graveline, Zondag 21 augustus.
Lekker op tijd vertrokken uit Zuidhorn. Het is mooi weer en het schiet lekker op.Niet al te druk op de weg, maar ja het is dan ook zondag.
Elf uur, hadden we afgesproken met (schoon)zus Ria. Even een bakkie doen in Hoogvliet en vervolgens door richting Calais. Ik had reeds alle coördinaten van overnachtingsplaatsen van “campercontact” gedownload op onze TomTom, erg gemakkelijk, dan kun je via nuttige plaatsen (np) zien waar overnachtingplaatsen zijn in de omgeving waar je je bevind. Uiteindelijk komen we terecht op de grote plaats bij de jachthaven van Graveline. er staan er al zeker vijftig campers maar gelukkig vinden we daartussen nog een vrij plekje. Zes uur is het inmiddels en eerst gaan we aan de wandel, want we staan hier direct buiten het centrum. Graveline is een oude vestingstad, de fortificaties zijn nog geheel intact. We maken een lange wandeling over die vestingwal, Alhoewel je niet helemaal rond kunt lopen, is het toch machtig interessant. Het stadje zelf is niet bijster leuk, een beetje saai, wat echter wordt opgevrolijkt doordat er een luidruchtige kermis op het centrale plein wordt gehouden. Na een prakje zuurkool met worst, kopje koffie en het leggen van een kaartje zat de dag er weer op.

Dag 2. Canterbury, Maandag 22 augustus.
Onze ferry vertrekt om 11.20 uur, maar omdat Calais maar een kleine 25 km van Graveline af ligt stonden we al omstreeks negen uur op de kade. Geen nood, Gepke heeft een spannend boek en ik heb een aantal CL’s in de TomTom geladen. Daar hebben we het straks gemakkelijk mee als de CL nabij Canterbury onverhoopt vol blijkt te zijn. In de haven van Dover is in verband met de beperkte ruimte een netwerk van haarspeldbochten aangelegd op verschillende niveaus. het is er druk want er komen diverse ferry’s aan Even wennen aan het links van de weg rijden, maar dat duurde niet lang. We hadden immers in Australië al bijna een jaar ervaring opgedaan.

De coördinaten van CL “Cobs Meadow” zijn vermoedelijk wel goed, alleen kwamen we er vanaf de verkeerde op aan. De weg werd steeds smaller en smaller uiteindelijk was hij precies zo breed als de camper. Dus toen er tot overmaat van ramp ook nog een grote vrachtwagen ons tegemoet kwam moesten we zeker 300 meter achteruit rijden voordat hij ons bij een splitsing kon passeren. het weggetje werd steeds slechter en uiteindelijk stopten we voor een hek, hier werd het verder een voetpad. Bij een farmer hebben we toen maar de juiste weg gevraagd en ja hoor toen kwamen we er toch nog terecht. Er stonden reeds twee caravans, dus er kunnen nog drie bij. het maximum is namelijk vijf plaatsen. Telefonisch hebben we Mrs. Ash. de eigenaresse,  gevraagd of we een plaatsje konden reserveren want we willen eerst nog Canterbury in. Toen we echter vlakbij Canterbury waren zagen we een “Park and Ride” , dat is een parkeerplaats voor auto’s waarbij je met een gratis busverbinding naar het centrum kan rijden. Bij deze parking is een speciaal gedeelte waar alleen maar campers mogen staan. Er zijn zelfs speciale voorzieningen voor het lozen van het afvalwater en chemisch toilet en vullen van de watertank. Er kunnen 24 campers maximaal staan. Door navraag bij de beheerder bleek dat we hier ook mogen overnachten. We besluiten dan om dat dan ook maar te doen. Dus Mrs.Ash hebben we eerst afgebeld. Het kost ₤ 2.50 per 24 uur en als je ’s nachts blijft staan reken je de volgende daag gewoon 2 x dat bedrag af. Keurig geregeld dus, ’s avonds blijkt het dan ook geheel vol te staan.De coördinaten zijn N 51.15702  E 1.05995
Al gauw zaten we in de dubbeldekker bus (voorste stoelen boven) op naar Canterbury. 10 minuten rijden en we worden er in het centrum uitgezet.
Een prachtig stadje is het met zeer karakteristieke oude huizen en een prachtige kathedraal. We zwerven wat rond en verwennen onszelf op een high tea. Een kannetje thee en daarbij scones with marmalade and Clotted Cream. We gingen echt even uit ons dak, heerlijk maar niet zo goed voor onze buikjes natuurlijk. Nou ja, het is vakantie nietwaar?
We keken onze ogen uit in de Westgate Garden, een prachtig aangelegde tuin langs een glashelder riviertje waar we grote forellen in zagen zwemmen.

Canterbury is echt een aanrader.

Dag 3. Lewes. dinsdag 23 augustus.
Midden in de nacht nog gauw even het dakraam gesloten want er kwam en enorme bui naar beneden. En vanmorgen was de gehele lucht zwa
ar bewolkt. Tom op Ashford geprogrammeerd en in de stromende regen rijden we over de smalle lokale wegen. Onderhoud aan de riolering lijkt hier enige jaren achter te lopen. of het is te klein berekend of de putten zijn verstopt maar we rijden constant met onze linker wielen door de plassen. Af en toe is het zo diep dat het water metershoog opspat, we lijken dan wel wat op een speedboot. Rond het middaguur begint het wat droger te worden. Als we Lewes binnenrijden is er in de gehele binnenstad geen parkeerplaats voorhanden te zijn. We dwalen een buitenwijk door en komen toevallig terecht op de grote parkeerplaats van het “Sussex Down College” Dankzij de vakantie tijd is het daar uitgestorven. Ik vraag bij de receptie of we hier een paar uur mogen staan en die toestemming krijgen we.

We eten ons broodje en gaan aan de wandel richting het centrum dat nog geen zeshonderd meter hiervandaan is. Ook hier weer een echt Engelse sfeer, kleine winkeltjes met oude geveltjes, veel antiekzaakjes. Een daarvan, gevestigd in een voormalige kerk bekijken we vanbinnen. Echt heel leuke spullen zien we daar, voor heel acceptabele prijzen, maar kopen doen we niets. In het centrum bezoeken we het “Lewes Castle” wat op een heuvel is gebouwd. Op het hoogste punt hebben we een prachtig uitzicht over de stad en de omgeving. De kasteeltuin staat vol met prachtige bloeiende bloemen, een lust voor het oog. Ook bezoeken we het bijbehorende museum, dat maakt niet zoveel indruk op ons.
Terug bij het College vragen we bij de receptie of we mogen overnachten op de parkeerplaats. Dat mag en we voelen ons erg veilig op het beschutte terrein.

Dag 4. Arundel,  Woensdag 24 augustus.
Bij vertrek uit Lewes was het opnieuw slecht weer, regen en wind. Opnieuw spatte het water metershoog.
Maar in de loop van de morgen klaarde de lucht gelukkig op, We kozen ervoor om via de kustweg te rijden, Via Brighton en Worthing, in Littlehampton zochten we het strand op om ons broodje te eten. Het is een keien strand van hoofdzakelijk vuursteenknollen. Geen kip te bekennen, behalve af en toe een eenzame wandelaar. En dat terwijl het inmiddels heerlijk zonnig weer was geworden.
Na niet zo’n lange rit kwamen we aan in t dorpje Arundel. Op afstand zagen we het immense kasteel reeds. In het dorpje was het erg druk want er werd een festival gehouden, gezellig. Direct t.o. de ingang van het kasteel was een grote parkeerplaats ook geschikt voor campers. Als je daar wilde overnachten moest je ₤ 5,= in de automaat gooien voor een kaartje en vervolgens een telefoonnummer bellen (07833 719847) om toestemming te vragen voor de overnachting. Een prima plaatsje voor vannacht dus. Vlak bij de brug was een tent opgesteld waar muziek werd gemaakt. In het dorpje zelf was ook nog een klassiek orkestje aan het spelen. Wij besloten om maar eerst het kasteel te bezichtigen. Door ons lidmaatschap van de Caravanclub kregen we het tweede kaartje gratis. Het was erg de moeite waard. Via allerlei “sluip door”  “kruip door” gangetjes en wenteltrapjes kwamen we op het dak van de “Keep” uit waar we een prachtig uitzicht hadden op de omgeving en over de oceaan. Dit was het oudste gedeelte,uit ca. 1100 de rest was er later bijgebouwd, zo tussen 1500 en 1900. Dit laatste gedeelte was geheel ingericht met prachtige antieke meubels. En uiteraard overal hingen schilderijen van de familie “the Duke of Norfolk” Het oostelijke gedeelte word zo af en toe nog bewoond door de familie. Alles zag er perfect onderhouden uit. Het is een gigantisch groot kasteel zodat we er zeker een paar uur hebben rond gezworven. Ook de tuinen konden we voor sluitingstijd nog even snel doorlopen,
‘s avonds hebben we nog even door het dorp gelopen daar was een groepje van 8 oude mannen aan het dansen en met houten stokken tegen elkaar aan het slaan. Ze hadden er erg veel plezier in en wij dus ook, na afloop nog een kopje koffie gedronken in een pub.

Dag 5. Brockenhurst, Donderdag 25 augustus.
Opnieuw begint de dag met regen, hoe kan het ook anders. Tom Tom ingesteld op de “New Forest” en het vermijden van snelwegen. Daardoor kwamen we dwars door de steden Chichester, Portsmouth en Southampton, op zich zelf was dat wel interessant. De weg liep op een gegeven moment over een langgerekte bergrug waardoor we een prachtig uitzicht hadden over de gehele stad Portsmouth. Toen we het mooie natuurpark “the New Forest” doorreden kwamen we eerst in het stadje Lyndhurst, waar we een uurtje hebben rond gewandeld en leuke winkeltjes en het informatie centrum van de New Forest hebben bekeken.
Vervolgens zijn door de bossen naar Brockenhurst gereden. Hier en daar zag je de wilde paarden in het bos lopen tot zelfs in het dorp zelf kwam je ze tegen. Met een beetje moeite konden we de camping van de caravanclub, “The black knoll” vinden. Maar toen we er aan kwamen bleek het midden in de bossen en bij heidevelden te liggen. erg mooi voor lange wandelingen door de natuur.

 

Dag 6. Guildford. Vrijdag 26 augustus.
Alles weer verschoond in de camper, water, toilet stofzuigen enz. enz. Heel rustig aan want we hoeven vandaag maar ruim honderd km te rijden. Toen aan de rit. Nog even door Lyndhurst want Gepke had daar een leuk cadeautje gezien, die wilde ze nog even kopen. Nou dat hebben we geweten want we reden in file door de smalle straatjes van het kleine stadje. We reden weer via leuke smalle weggetjes en door leuke dorpjes richting Guildford, waar we om 6.00 pm aan kwamen. Het was een leuk weerzien met Virginia & Clive, we hadden elkaar weer heel wat verhalen te vertellen. Zij waren 6 week naar Patagonie, Bolivia en Peru geweest. Prachtige foto’s hebben ze daarvan laten zien. Via Internet hebben we nog tickets voor de trein naar Londen gereserveerd, dan hoeven we morgenvroeg niet in de queue te staan.

Dag 7. Guildford. Zaterdag 27 augustus.
Virginia was reeds naar haar werk, toen Clive ons met de auto naar het station bracht. Dat is best nog een behoorlijk eind rijden vanaf hun huis. We hadden het ook met de bus kunnen doen maar dat vond hij veel te omslachtig en kost je zeker een uur. De trein was er al snel en daar reden we door het Engelse landschap richting Londen. We kwamen aan op Waterloo Station. een enorm groot station. Eerst liepen we langs het grote reuzenrad dat aan de oever van de Thames staat, Gepke wilde er niet in dus liepen we door naar het “Houses of Parliament” en natuurlijk de Big Ben. Vervolgens langs Downingstreet en White Hall naar Trafalgar square. De prachtig uitgedoste wachtposten voor White Hall moeten wel gek worden van al die toeristen. (bijna)Iedereen wil graag naast zo’n wachtpost op de foto. Op een gegeven moment stonden er voor zo’n zielenpoot wel 50 toeristen te knippen (voornamelijk Aziaten). Via Haymarket kwamen we in Soho waar we over de Berwick street market liepen en vervolgens naar Covent Garden waar het een gezellige drukte was met allerlei artiesten en veel toeristen uiteraard. Via de Strand terug naar Waterloo station want het slenteren was ons inmiddels wel in de benen gaan zitten. Onderweg in Waking belde ik Clive dat we er aan kwamen want hij wilde ons afhalen van het station. Half vier waren we weer terug in onze Hobby waar we eerst een “power nap” hebben genomen. Waarna we weer op pad gingen met Clive om Virginia van haar werk te halen. Ze runt af en toe de winkel van haar zuster als die met vakantie is. Het is in een heel klein dorpje oostelijk van Guildford. terwijl we daar op haar wachten dronken we nog een glas bier in een heel oude pub, waar een heel gemoedelijke sfeer heerste. Nadat Virginia de winkel had afgesloten zijn we terug gereden naar Guildford en hebben daar een rondleiding gehad van een uurtje, C&V lieten ons veel van de historie zien en vertelden over het ontstaan van de stad. Het ligt namelijk halverwege Londen en Brighton. Vroeger werden hier de paarden ververst van de koetsen, en hier was in de rivier een doorwaadbare plaats in de rivier met een zand bodem. zo’n plaats heet ford en samen met het goudkleurige zand kreeg het de naam Guildford. Ook staat er op een heuvel midden in de stad een oud kasteel dat door Noormannen is gebouwd met een prachtig park eromheen. Er naast staat het geboortehuis van de schrijver van “Alice in wonderland” . Onderweg naar huis hebben we “Fish and Chips” meegenomen bij een Take away. Het was nog een genoeglijke avond met veel praten en lachen.


Dag 8. Guildford. Zondag 28 augustus.

Om tien uur vertrekken we weer naar het station, Via internet hadden we weer een dagkaart gereserveerd bij “South west trains” dus konden we zo de kaartjes uit de automaat trekken. Dat is wel zo gemakkelijk omdat je dan niet in de rij hoeft te staan. Bij Waterloo Station zijn we overgestapt in de Underground. We hadden uitgestippeld hoe we moesten rijden. Maar toen we erin zaten kregen we een melding dat station Kings Cross was gesloten dus moesten we een andere route kiezen. Maar uiteindelijk konden we dan uitstappen in Notting Hill Station.Vandaag en morgen is hier een jaarlijks terugkomend Caribisch festival. Het is een geweldige happening, meer dan een miljoen mensen worden er verwacht. Nou dat hebben we geweten we konden direct aansluiten in de file. De gehele wijk Notting Hill is afgesloten voor het verkeer en overal langs de weg zijn provisorische stalletjes ingericht waar fluitjes, toeters en rare hoofddeksels worden verkocht. Maar toch ook vooral met drankjes en etenswaren zoals Hotdogs, kokosnoten, hamburgers en rijst met “Jerk Chickens” , dat zijn kippenpoten geroosterd in speciale kruiden. Hoe dichter we bij de route van de carnaval optocht kwamen hoe drukker het werd. Vooral op de kruispunten was het een kwestie van duwen en trekken om door de massa heen te komen. Overal stonden gigantische geluidsboxen opgesteld, de bassen stonden zo hard dat als je er bij langs liep je het gevoel kreeg dat je borst werd ingedrukt. Niet mooi maar wel erg hard. De optocht viel wat tegen omdat de verschillende groepen wel 500 meter uit elkaar liepen. Veel van de, meest donkere, mensen waren prachtig verkleed en uitgedost met een enorme verentooi. Anderen hadden zich helemaal volgespoten met allerlei kleuren verf. Achter een vrachtauto van een chocolade fabriek liepen meer dan honderd mensen die zich helemaal hadden ingesmeerd met chocolade. Maar ze hadden allemaal dikke lol, dat wel. Het is een gigantisch gebeuren, In verband met de rellen van een paar week geleden en de vrees dat hier ook zoiets zou kunnen gebeuren zag je dat de meeste winkels hun etalage hadden dicht gespijkerd en er waren alleen in Notting Hill 6.000 politiemensen zichtbaar aanwezig. In geheel London waren er 16.000 op de been. In de krant lazen we dat er 300 stalletjes voor etenswaren stonden die gezamenlijk 5 ton aan kippenpoten verkochten, 16.000 kokosnoten 25.000 flessen rum en 70.000 liter wortelsap. En dan hadden ze het nog niet eens al de cola en bier dat er werd gedronken. Geen wonder dat er, verdeeld over de hele buurt 270 chemische toilet’s stonden opgesteld, waar veel gebruik van is gemaakt overal stonden lange rijen wachtende. Na een paar uur te hebben rondgewandeld hadden we er wel genoeg van en zijn terug gegaan naar Guildford. We hadden onze vrienden een diner aangeboden in de plaatselijke Pub “The Horse and the Groom”. in verband met onze 51ste trouwdag morgen. Het was een heel genoeglijke avond met lekker eten, drinken en kletsen. We kregen van hun een collage van drie aquarellen van mooie buitenhuizen rondom Guildford met een erg lief briefje erbij. Het zal een mooi plekje krijgen in ons huis.

Dag 9. Longhirst. Maandag 29 augustus.
Na afscheid te hebben genomen van Virginia & Clive met de afspraak dat we elkaar zeker weer eens moesten ontmoeten, reden we richting Schotland. Al snel kwamen we uit op de M25 en later verder op de M1. rondom Londen. Heel druk was het niet want het is vandaag Bank Holiday, dus we konden goed opschieten, wat ook de bedoeling was. Even een dagje op de tanden bijten want we zijn niet zo gek van snelwegen, het resultaat was dat we 520 km hebben gereden tot dat we hier op de CL in Longhirst aankwamen. Eerst konden we het niet zo goed vinden, bij een gemeenschapshuis een paar km verder was een feestje aan de gang daar hebben we toen de weg gevraagd, laat nou de eigenaar Glen  op dat feestje aanwezig te zijn en hij wees ons hoe we moesten rijden.

Dag 10. Dunbar. Dinsdag 30 augustus.
Als vanouds rijden we weer om negen uur het terrein af. We rijden naar het begin van de Coastal road. deze weg maakt een omweg langs de kust. Landschappelijk is het  een heel mooie route. Allereerst rijden we het kleine stadje Alnwick binnen, waar aan de rand een groot kasteel met een prachtige tuin is. Dit kasteel is gebruikt tijdens de verfilming van Harry Potter. We zijn niet binnen geweest maar via het park zijn we naar het stadje gelopen. Ook dat is erg leuk om te zien, echt Engels met al die oude geveltjes. De rest van de route gaat over zeer smalle wegen en soms vlak langs de kust. ook hier komen we verschillende kastelen tegen, o.a. Bamburgh Castle dat hoog op een rots over de Noordzee uitkijkt. We komen hier wat meer toeristen tegen. Ook Berwick-upon-Tweed. is een aardig ommuurd havenstadje. We besluiten om er vandaag niet een te lange dag van te maken en gaan voor vieren al op zoek naar een CL. Dat viel nog niet mee want de routebeschrijving in het boek is niet erg duidelijk. Als ik bij een huisje aanbel om de weg te vragen wijst een oud echtpaar mij enthousiast de weg, samen met de overbuurvrouw komen we er dan toch uit waar we ongeveer moeten zijn.  Daar nog eens gevraagd bij de portierswoning van een slot en ja toen waren we er vlakbij. Een grasveld waar we alleen de nacht door zullen brengen, geen stroom wel water en legen van het toilet. Het geld, ₤ 5,- moeten we in een Honesty box deponeren.

Dag 11. Devil’s Elbow. Woensdag 31 augustus.
Tweemaal zijn we reeds in Edinburgh geweest, daarom besluiten we om er deze keer met een boog omheen te rijden. Prachtige stad hoor en heel interessant
om het nog eens te bekijken, maar we hebben nog drie week die we willen benutten voor de prachtige Highlands en het eiland Skye. Via allerlei landelijke weggetjes en een stuk ringweg rijden we door Falkirk, Stirling en Greenloining. Waar we de toeristische route naar Pitlochry oppikken. In Grieff bezoeken we een erg mooi visitors centre waar we onze voorraad folders aanvullen en wat cadeautjes kopen. Na Dunkeld begint de echte Highlands. en vanuit Blairgowrie gaan we steeds hoger en de bergen worden steeds kaler, dat wil zeggen de bomen worden schaarser en de kale bergen zijn begroeid met een paars tapijt van bloeiende heide. Op de 665 meter hoge pas The Devil’s Elbow parkeren onze Hobby tussen een aantal auto’s van wandelaars voor de nacht. Een prachtig uitzicht hebben we hier over het dal. Onze bedoeling was om nog een lange wandeling te maken maar als ik buiten kom wordt ik besprongen door Midges. In grote zwermen komen ze op me af en dat is geen pretje. Ze zijn bijna onzichtbaar zo klein zijn die bruine ettertjes, maar als ze je prikken heb je daar op z’n minst 3 á 4 dagen verschrikkelijke jeuk van. Ger & Wil Steen moeten hier ook ergens rondzwerven met hun camper, dus ik stuur hen een SMSje, blijken ze 10 km verderop op de camping in Braemar te staan. Gelijk een afspraak gemaakt dat we morgen vroeg een bakkie komen halen.

Dag 12. Glen Fiddich. Donderdag 1 september.
Om 10.00 uur zaten we gezellig met Ger & Wil aan de koffie, lekker even bijkletsen over van alles en nog wat. We rijden richting Balmoral Castle, dat we al eens eerder hebben bezocht. Bij Bridge of Gairt is het mijn bedoeling om de A939 te nemen maar direct al aan het begin lezen we dat dit een zeer smalle weg is met veel passing places daarom besluiten we om door te rijden in de richting van Aberdeen, ook dat is een mooie route. 20 Km voor Aberdeen buigen we af naar het noorden want de stad zelf lokt ons niet aan. Hier komen we weer terecht op een toeristische route naar Elgin. Landelijke route met zo nu en dan een stuk ruige natuur. Uiteindelijk vinden we een rustig plaatsje onder aan een Glen, we kijken uit op de heide en zwermen Midges.

Dag 13. Nigg. Vrijdag 2 september.
’t heeft vannacht weer geregend natuurlijk, maar als we vertrekken is het droog, we boffen toch maar. Dit wordt niet voor niets de Whisky Trail genoemd. zeker 5 distilleerderijen komen we tegen. Sommige zijn erg groot en zijn helemaal ingericht op het rondleiden van groepen mensen, grote parkeerterreinen wijzen daarop. Whisky mag pas Whisky worden genoemd volgens de wet, als het tenminste  3 jaar in een eikenhouten vat gerijpt heeft. Enorme stapels van die vaten zie je bij sommige bedrijven liggen. Het is aan ons niet besteed dus rijden we verder langs de River Spey, dit is de snelst stromende rivier van geheel Engeland. Er schijnt dan ook erg veel forel en zalm in voor te komen. Hier en daar zien we oude bruggen de rivier overspannen. Bij Carrbridge is zelfs een heel oude die in 1717 is gebouwd. Dit riviertje, de Dulnain, stroomt namelijk zo snel dat men er in die tijd vaak niet overheen kon komen. De Clan Chief General Alexander Grant of Grant gaf order om hier een brug te bouwen. Er is nu weinig meer van over en kan dan ook niet meer worden gebruikt. We maken daar nog een gezellig praatje met een echtpaar van rond de 65 jaar die op de fiets onderweg zijn naar het uiterste noordelijkste plekje van Groot-Brittannië, John O-Groats. Ze zijn begonnen in Lands end, dat is het uiterst zuidelijke puntje. Inmiddels hebben ze in de afgelopen drie weken al 770 mile afgelegd, dat is ongeveer 1232 Km, knap hoor. We parkeren onze Hobby op een grote parkeerplaats vlak bij het centrum van Inverness en maken een wandeling door de binnenstad. Er zijn hier weinig vrije overnachtingsplaatsen maar in het NKC boek vinden we er toch een op het schiereiland Nigg. Het is bij een B&B en we zijn de enige die hier staan. Primitief maar toch een eersteklas plaatsje, We staan vlak bij het water van Nigg Bay, waar ook een klein pontje af en aan vaart naar de overkant van de baai. De prachtige kust heeft ons uitgelokt en we maken dan ook een lange wandeling langs het strand en de rotsen en daarna via de duinen weer terug. We komen terug met een mooie buit aan “driftwood.” Struinen langs het water is iets waar we beide van houden, er zijn zeker strandjutters onder onze voorouders geweest.

Dag 14. Kinlochbervie. zaterdag 3 september.
Op het schiereiland Nigg liggen ook een paar vissershaventjes. We gaan bij die van Balintore en Hilton kijken, Het is een heel oorspronkelijk dorpje met kleine lage huisjes, duidelijk is dat hier weinig toeristen komen. Alle bootjes liggen droog in de haven want het is eb. Je moet van hieruit ook regelmatig walvissen en dolfijnen kunnen spotten op de zee maar wij zien er geen dus rijden we verder. Bij Edderton besluiten we om niet langs de kust te gaan rijden maar de binnenweg via Laig naar Tongue te nemen. We bekijken even voor Laig de waterval in de Shin. Daarna wordt de weg een single road tot aan Tongue. Dat wil zeggen dat de wielen precies op het asfalt passen. Wel zijn er zo ongeveer om de 50 meter “Passing Places” dus je komt nooit in de problemen met een tegenligger. Het is overigens wel inspannend om in de rechte baan te blijven. Het is een boeiend landschap met kale heuvels begroeid met heide. Over de Kyle  of Tongue ligt een lange brug. Daarna rijden we grotendeels langs de noordelijke kust van Schotland, met ook hier voornamelijk single roads. Voor Durness stoppen we bij een uitzichtpunt waar we een prachtig uitzicht hebben over de zee en de goudgele beach. Het nodigt uit tot een wandeling, dus even later wandelen we over het strand en langs de rotsen, deze hebben een typisch roze kleur dus Gepke neemt weer een aantal stenen mee voor haar verzameling. Uiteindelijk rijden we naar Kinlochbervie waar een overnachtingplaats moet zijn, Die vinden we dan ook, alleen de coördinaten kloppen niet. We staan dan met 2 andere campers aan de haven. Weer een leuk rustig plaatsje.

Dag 15. Kinlochewe. Zondag 4 september.
Ondanks de voorspelling scheen het zonnetje vanmorgen toen we vertrokken uit Kinlochbervie. Heel rustig reden door de prachtige natuur richting Ullapool. onze eerste stop was in het dorpje Scourie. De camper aan de kant gezet en een wandeling gemaakt. Buiten het dorp een smal wandelpad ingegaan waar we uiteindelijk bij een landhuis uitkwamen met een mooie tuin erbij. Langs de muur van de tuin richting de zee gelopen en daarvandaan weer omhoog naar het dorp. Even buiten het dorp stond een bankje op de top van een met heide begroeid heuveltje, daar hebben we even telefonisch gesproken met beide kinderen. We hoorden dat de stage van Jorrit in Curaçao niet doorgaat maar dat hij zelf een stageplaats in een hotel bij Nice heeft geregeld, vanmiddag stapt hij al op het vliegtuig. Toen we van boven op Loch Assynt neerkeken zagen we daar de ruïne van Ardvreck Castle op een schiereiland staan, die moesten we natuurlijk bekijken. Het is geen groot kasteel geweest maar toch altijd nog 4 verdiepingen hoog. delen van de kelders zijn nog intact en de toren ook voor een deel. Het geheel geeft je fantasie handvatten, de rest kun je er zo bij bedenken. Het is in de 15e eeuw gebouwd en is vaak het toneel geweest van de twisten tussen de diverse clans hier in de Highlands. Diverse malen is het van eigenaar verwisseld totdat het in 1795 door de bliksem is getroffen en voor een groot deel instortte.
Het laatste deel naar Ullapool gaat door een landschap met veel meer bossen en meertjes, het is een genot om hier langzaam tussen door te rijden. Ullapool is voor dit deel van Schotland een redelijk grote havenplaats. De ferry naar de Hebriden vertrekt hier vandaan. We zwerven wat rond en eten een hapje in een restaurant. In het camperboek van de NKC vinden we overnachtingplaats in Kinlochewe. maar als we daar aankomen blijkt het gewoon een camping te zijn, omdat dit niet onze bedoeling is rijden we een kilometer verder naar het informatie centrum van het natuurpark “Bein Eighe” Het is een schitterend informatief centrum met een redelijke parkeerplaats verscholen in het bos. We vragen aan de baliemedewerker of we hier mogen overnachten, dat is geen enkel probleem dus plaatsen we onze Hobby aan het eind op een rustig plaatsje. Vervolgens maken we een korte uitgezette wandeling door het bos. Het lijkt wel een “Rain Forest”. Overal groeit mos en varens en ontzettend veel paddenstoelen steken hun dak boven het mos uit. Maar als we na het eten nogmaals een lange wandeling willen maken zien we daar toch maar vanaf want we worden besprongen door de midges. Als ik snel weer terug spring in de camper verhuizen er zeker vijftig stuks, verstopt in mijn haar en kleding mee naar binnen. na een half uurtje jagen hebben we de meeste toch wel naar de andere wereld geholpen.

Dag 16. Staffin.Maandag 5 september.
Zachtjes tikken de  regendruppels op het dak van ons campertje, niet bepaald het leukste geluid waarmee ik wakker wil worden gemaakt.
Terug gereden naar Kinlochewe en daar de single road  A896 genomen naar het zuiden. De weg loopt langs het natuurgebied Being Eighe. Veel verkeer komen we niet tegen maar er zijn voldoende Passing Places.We komen door kleine dorpjes zoals Torridon, Shieldalg en Tornapress. In Straticarron kijken we of we in een antiek postkantoortje kunnen internetten, maar ze hebben geen wireless. Als we de brug overrijden naar het eiland Skye zien we in Glennaroch de shop, B&B, café, toilet, en take away van Soucy Mary’s Lodge. hier kunnen we gratis gebruik maken van WiFi. mailtjes lezen en verzenden en de website bijwerken, dat werd tijd, de laatste keer dat we dat konden doen was in Guildford. De regen heeft niet zo lang geduurd, we genieten dan ook van het door de zon beschenen landschap. Alleen als we ten noorden van Portree rijden door een fikse regenbui. We zien dan ook niet veel van “the old man of Storr” dat is een hoge rotsformatie die als een waarschuwende vinger naar de hemel wijst. Even verder is het dan ook weer droog. Tijdig genoeg om ons te laten genieten van het uitzicht over de hoge rotskust bij “Kilt Rock” . Een smal watervalletje valt over de rand 50 a 60 meter diep in de zee. Mooi is het hier!
Bij het dorpje Staffin draaien we een weggetje in die volgens een bord naar een trailer helling voert. Na een paar kilometer bereiken we de zee, waar een klein haventje is. Een uniek plekje met een prachtig uitzicht over de zee en een klein vlak eilandje vlak voor de kust. We blijven hier, dat is zeker.
Er staat al een klein tentje dat is bewoond door twee broers van ca. 50 jaar die hier al een paar weken staan om te vissen en te genieten van de stilte en de eenzaamheid. Ze hebben net een grote kabeljauw gevangen die ze aan het slachten zijn. Ze wonen in Edinburgh en ontvluchten elk jaar om deze tijd de drukte van het festival in Edinburgh. Ze gaan vanavond weer vissen en beloven me dat als ze iets vangen dat aan ons cadeau zullen doen, We zien wel.

Dag 17. Loch Cluanie. Dinsdag 6 september.
Regen is niet leuk maar als daar ook nog een storm bijkomt, begint het te irriteren. Vannacht omstreeks half vier begint het buiten wat lawaaiig te worden en even later begint de camper zachtjes te schudden. We lagen te slapen uiteraard dus dan heb je het niet zo gauw door maar als je voortdurend heen en weer wordt geslingerd word je daar natuurlijk wakker van. De regen klettert met geweld op het dak en tegen de ramen, de dakluiken en de schotel antenne staan te rammelen. Kortom het waait, of liever gezegd het is een orkaan. Daar komt bij dat het aarde duister is geen maan, geen sterren te zien. Af en toe is het gewoon angstaanjagend. Opeens is het doodstil maar twee minuten later begint het opnieuw. Gep was zo benauwd dat ze bij mij in bed kroop. niet dat dat iets aan de zaak veranderde, maar toch! Tegen vijven hield het op en konden we nog wat slapen. Een camper slaat niet zo gauw over de kop maar soms leek het daar toch wel een beetje op.
Vanmorgen lag er geen vis op de deurmat, duidelijk dat de broertjes niets hebben gevangen gisteravond. Regen, regen en regen de gehele dag door, In Uig spreek uit: Oe i ge hebben we een kopje koffie gedronken en herinneringen opgehaald toen we hiervandaan met de ferry vertrokken naar de Hebriden zo ongeveer twintig jaar geleden.  We rijden langs de kastelen van Dunvegan en Eilean Donan maar gaan niet naar binnen, we hebben ze al eens bekeken.
Het was een donkere dag vandaag, maar de stamppot worteltjes met kip piri-piri smaakte uitstekend.

Dag 18. Crianlarish. Woensdag 7 September.
Vandaag opnieuw de gehele dag regen. In Fort William hebben we inkopen gedaan en MacDonald bezocht voor een ijsje en verbinding met Internet. Het is best een redelijk grote plaats en duidelijk geheel toegespitst op het toerisme, Dankzij de regen hebben we vandaag een flink aantal Km verslonden voor zover mogelijk op de smalle wegen. We hebben ook nog een stukje langs het Loch Ness gereden maar “Nessie” door de mist niet kunnen onderscheiden. Jammer, volgende keer beter. Op een parkeerplaats bij Glen Fatloch hebben we met twee andere campers overnacht.
Dag 19. Stranraer. Donderdag 8 September.
Het ietsje sombere weer veranderde al snel want binnen het uur reden we onder een stralende hemel, een hele verademing. Om de drukte van Glasgow te vermijden zijn we de Clyde overgestoken via de hoge Erskine-bridge en vervolgens de gehele kustweg gevolgd langs Greenock, Ayr naar Stranraer.
In Greenock ontdekte we weer een filiaal van de winkelketen “Iceland” hier verkopen ze hoofdzakelijk diepvries producten tegen een extreem lage prijs.We hebben hier dus onze slag geslagen. We staan nu op de parkeerplaats bij de ferry haven waar de ferry naar Ierland vertrekt. het is nu acht uur en opnieuw begint de regen zachtjes op ons dakje te tikken.

Dag 20. Keswick. vrijdag 9 september.
Inderdaad is het donker weer als we opstaan, maar het blijft gelukkig toch nagenoeg de gehele dag droog en later toch nog wat zon. Dumfries is de eerste grote stad waar we doorheen rijden. En vlak voor de grens met Engeland bezoeken we het dorpje Gretna Green. Hier staat de oude smederij waar je kunt (en kan?) trouwen zonder toestemming van de ouders. De handen van de geliefden werden hier, symbolisch, boven het aanbeeld aaneen gesmeed. Natuurlijk is dit een toeristische trekpleister van jewelste, De omgeving van de smederij is volgebouwd met souvenir shops, eethuisjes en restaurants. Zelfs staat er een groot hotel. Zeker tien bussen staan er op de parkeerplaats en het is een drukte van belang in de winkels. Wij lopen wat rond en zijn al gauw weer weg. We vervolgen onze weg Engeland in via Carlisle rijden we het natuurgebied “the Lakelands” in. Iets voorbij Keswick zoeken we een CL op. Opnieuw is die moeilijk te vinden. Het is bij een Farm en is prachtig mooi gelegen tegen een berghelling aan. Het is omringd door een natuurstenen muurtje dat helemaal is begroeid met mos, ernaast stroomt een beek, allemaal heel romantisch. Voor het eten maak ik nog een lange wandeling over een “Public Footpath” over de weilanden, door het bos en tussen de schapen door. Op diverse plaatsen zijn er trapjes over de muurtjes gemaakt. Gepke heeft na het eten ook nog een lange wandeling gemaakt door het bos en de weilanden.

Dag 21. Low Lorton. zaterdag 10 september.
Opnieuw regen, maar dat deert ons niet. Het was de bedoeling om hier nog een dagje te blijven staan en dan samen een lange wandeling te maken van een paar uur. Onze wandelingen van gistermiddag ging over smalle paadjes die hier en daar reeds waren gewijzigd in beekjes, maar je kon er nog bij langs. dat zal anders zijn na een nacht met een constante regenval. Dus het leek ons niet zo verstandig, toch maar opbreken dus. Richting Windermere rijden we langs Grasmere, een juweel van een dorpje, alle, van natuursteen gebouwde, huisjes staan kriskras door elkaar heen. Overdadig veel bloemen in de tuinen, overal wandelaars met grote schoenen aan en wandelstokken en met een rugzak op rug. Het lijkt een supergezellig dorpje, hier midden in dit supermooie wandelgebied. We kopen een bruin broodje in een kleine bakkerij en rijden door naar Ambleside niet zoveel verder. Ook dit ziet er erg leuk uit dus we planten de camper op een parkeerterrein en wandelen terug naar het historische centrum. Over een beekje staat een klein huisje gebouwd, met 1 kamertje beneden van 2 x 2 meter aan de buitenkant is een stenen trapje naar de eerste verdieping, uiteraard ook 2×2. In de negentiende eeuw had hier een meubelmaker Chairy Rigg, z’n bedrijfje en boven woonde hij met vrouw en zes kinderen. onvoorstelbaar! vermoedelijk moesten de kinderen ’s nachts worden opgestapeld anders was er geen ruimte genoeg. Momenteel is het in bezit van de “National Trust”, die de benedenverdieping heeft ingericht als informatie centrum. Met de zeer vriendelijke “volunteer” George(47), hadden we een leuk gesprek. Hij was ook een enthousiast camperaar en was net terug van een tour door Duitsland, Noorwegen en Nederland. Vanaf Ambleside maken we een prachtige route door het lake district. Langs Coniston, Brougton en Ravenglass rijden we door Whitehaven waarna we een rustig plekje vinden op een Lay by, vlak voor  Low Lorton. De blokken moeten onder de voorwielen want een recht plekje is er niet. Op een weide naast onze camper spelen de konijntjes tikkertje met elkaar. We zijn helemaal weg van dit mooie landschap.

Dag 22. Liverpool. zondag 11 september.
We maken een tour door de “Lake Lands” Maar eerst ontdekken we dat er een “Car Boot Show “ is in Cockermouth, een rommelmarkt zeg maar. Dit is een van de favoriete markten van Gepke dus besteden we er een uurtje aan. Het wordt gehouden in een overdekte veemarkt. Gepke vind er niets van haar gading maar ik wel. Een encyclopedie over World War II, een pil van minstens vijf kilo sjouw ik mee. Na de koffie gaan we weer aan de rit. Eerst via Keswick naar Perith. waar we een weggetje volgen langs het grote meer Ullswater. Dank zij de regen van de afgelopen dagen, en van vanmorgen staat het water erg hoog. Het is opnieuw grotendeels een single road met passing places. Het is er druk, zelfs een aantal bussen komen we tegen. Het is dan ook een prachtige route. de weg wordt begrenst door muurtjes evenals de landerijen. Een prachtig gezicht is dat, daar zit ontzettend veel arbeid in. De muurtjes worden dan ook goed onderhouden door de historische verenigingen. Ondanks de constante regen komen we veel wandelaars tegen, echte diehards zijn dat. Vanaf Ullswater gaat de weg constant omhoog naar de Kirkstone Pass. Soms moeten we een helling van 17 tot 20 % nemen. Maar we komen toch veilig in Windermere aan. Bij Lindale verlaten we de Lake Lands en stellen Tom in op een plaatsje in Wales, maar vermijden de snelwegen. Onderweg doen we nog inkopen in een leuke “Farm Shop”. Uiteindelijk blijven we steken op een verscholen parkeerplaats op de helling boven Liverpool. Als het donker is hebben we een geweldig uitzicht over de lichtjes van Liverpool.

Dag 23. Pencilan Head. maandag 12 september.
The weather was not so bad this morning.
Tom ingesteld op Mold in Noord Wales, en hoofdwegen vermijden. Op deze manier rijden we met een grote boog om Liverpool heen. Het landschap is heel aardig mooi ondanks dat het wel erg vol is bebouwd. Elk dorpje heeft z’n eigen pub, maar veel namen komen steeds weer terug zoals, The Swan, Kings Head, The Cat and Lion, The old Dog, Three Eagles, Kings Arms, Eenmaal in Wales aangeland, blijkt dat we niet veel aan ons Engels hebben, de plaatsnamen zijn echt niet uit te spreken. Begin er maar eens aan; Llangynhafal, Cerrigydrudion, Betws-y-Coed en Blaenau Ffestiniog. En dat zijn nog niet eens de moeilijkste. De teksten op reclame- en verkeersborden zijn meestal tweetalig, waardoor je soms enige overeenkomst ziet, maar meestal slaat het nergens op. We rijden hoofdzakelijk westwaarts en bereiken bij Porthrnadog de zee. We blijven de kust volgen en belanden op het uiterste punt van het schiereiland Lleyn Peninsul het havenplaatsje Abersoch. Hier zijn een aantal CL’s we rijden steeds maar door totdat we niet verder kunnen, Het weggetje is zo smal dat we het gras aan beide zijden van de camper tegelijk raken. Het eindpunt blijkt een CL te zijn. Het grasveld is een beetje scheef maar dat doet er niet toe we hebben elektriciteit, kunnen douchen en het toilet legen, en dat voor ₤ 5, =

Dag 24. Esgair-geiliog Celnws. dinsdag 13 september.
Stralend mooi helder weer met harde wind. Met de wind in de rug rijden we door het smalle laantje terug naar Abersoch. We komen maar een tegenligger tegen waarvoor we een vijftig meter terug moeten rijden. Door de bochten en de hoge heg zie je ze niet op tijd aankomen. We rijden naar de noordzijde van het schiereiland en maken daar lange wandeling over het stenenstrand aldaar. Wat te voorspellen was, is dat we terugkomen met de zakken en de armen vol met gekleurde steentjes en stenen. Ja, ja, het leven gaat gewoon door nietwaar?
Met z’n 3560 meter is de Snowdon de hoogste berg van UK. Je kunt hem gewoon beklimmen maar het is ook mogelijk om gewoon de trein te nemen, die eindigt ook op de top. Wij doen geen van beide want de summit is verstopt in de wolken. Maar het blijft imposant om hier door dit natuurpark te rijden. 2 Km voorbij Beddgelert stoppen we op een parkeerplaats en maak ik een prachtige wandeling terug langs de rivier terug naar het dorp. Het smalle paadje voert tussen de bomen door, over keien en boomstronken, door een tunneltje onder de spoorlijn door. Anderhalf uur heen en terug was erg de moeite waard. Bij Esgair-geiliog Celnws vinden we op de parkeerplaats van een informatie centrum een plaatsje voor de nacht. Lekker beschut en rustig.

Dag 25. Brecon. woensdag 14 september.
Heldere dag vandaag, Al na een paar kilometer schieten we een parkeerplaats op van een nationaal natuurpark en voor negenen zijn we reeds aan de wandel. Een smal voetpad gaat met een lichte helling door het eikenbos omhoog. Het is een echt bos, dat wil zeggen het wordt niet gecultiveerd, bomen die omvallen blijven liggen. De ruigte zorgt ervoor dat er veel ongedierte is en daardoor dus ook veel vogels. We lezen op een bord dat de woelmuis hier ook voorkomt, Deze eet zich in de zomer zo vol met beukennootjes dat als hij aan de winterslaap begint hij bijna het dubbele lichaamsgewicht heeft. Het is een leuke wandeling die ons ook nog langs een waterval voert. Bij Aberystwyth parkeren de camper bij de haven en maken een wandeling door het dorp, Aan het water staat een oude vesting/kasteel, althans de ruïne, want er is niet veel meer van over. De rest van de dag zakken we verder af naar het zuiden en belanden dan op een CL even voorbij Brecon. Het is gelegen in een dal in het natuurpark “Brecon Breacons”. Deze keer hebben we het snel gevonden, het is een stuk weiland waar al drie caravans staan. We moeten afrekenen bij de boerderij die 1,5 kilometer verderop staat. Het is een heel oude boerderij die onderdeel is van de “national Trust”, De boerin weet niet hoe oud het gebouw is maar het ziet er echt leuk uit, Geheel gebouwd van natuursteen en keitjes op de binnenplaats.

Dag 26. Lynton. Donderdag 15 september.
Even leek het er op dat we niet weg konden komen, het gras was nat en de camper zwaar. Maar na enig geslip, gevloek en ingehouden adem lukte het dan toch om onze hobby weer op het rechte pad te krijgen. Een les, weiland is er voor de koeien en niet voor campers.
Een mooie rit door het natuurgebied Brecon Beacons naar het zuiden onder een stralende zon, wat is Engeland toch mooi. Dan rijden we plotseling op een Motor Way richting Cardiff. We besluiten dit voorlopig zo even te laten en snel richting zuid Engeland door te steken. We steken de Mouth of The Severn over via een lange brug en passeren Bristol.Veel vrije overnachtingsplaatsen zijn er iet in Engeland maar in het NKC boek vinden we toch een 90 kilometer verderop bij Lynton een klein plaatsje aan het water in het Exmoor Nationalpark. Bij Porlock worden de straatjes steeds smaller en op een gegeven moment krijgen we de keus om een steile helling van 25 % omhoog te nemen of een alternatieve Tollroad. Drie maal raden wat een zuinige Nederlander in zo’n geval doet, juist ja.
In de tweede omhoog, adem inhouden en met je gevoel de wagen omhoog duwen.
Als we boven zijn krijgen we een prachtig uitzicht over de hoogvlakte met bloeiende heide en over de oceaan als beloning.
Bij Lynton moeten we ook weer naar beneden natuurlijk. Dan zijn we er nog niet want de overnachtingsplaats is verderop. Weer klauteren dus. “The Valley of Rocks” is een adembenemend mooi plaatsje, We staan in een dal tussen hoge rots partijen. We gaan dan ook direct aan de wandel met de dikke wandelschoenen aan. Die waren echt nodig want het was een zware maar o zo mooie klauterpartij. Boven aangekomen hadden we een schitterend mooi uitzicht in het rond. Door het mooie zomerse weer konden we nu lopen met alleen een T-shirt aan.
Op de parkeerplaats blijven we samen met nog een Engelse camperaar overnachten.

Dag 27. Tantagel. vrijdag 16 september.
Om half negen liepen we al in de stralende zon over een smal pad langs de rotsen richting Lynton. Een schitterende route, drie kwartier met af en toe een flinke stijging. In het dorp nog een beetje langs de oubollige souvenir winkeltjes gelopen en toen via de weg weer terug naar “The Valley of Rocks”. Bijna elk huis hier heeft een bord voor de deur staan dat aangeeft dat ze B&B in de aanbieding hebben. De meeste mensen die we tegenkwamen waren van onze leeftijd of ouder. B&B en/of hotel gasten, Een mevrouw met twee grote honden die, toen ik haar “good morning” wenste, bleef staan en zei dat het voor haar geen goede morgen was. Toen kwam het verhaal eruit dat haar man haar deze morgen had verlaten en dat ze nu voor haar zelf moest zorgen. Hij had al het geld meegenomen zodat zij niets meer had, alleen een paar grote honden om voor te zorgen, ze wist niet hoe het nu verder moest. Allemaal heel triest natuurlijk, maar we wisten verder ook niet wat we er mee aan moesten, behalve haar sterkte te wensen. Dat was even een donkere wolk voor de zon. Ze moest even haar hart luchten.

Het was koffietijd toen we terug waren in de Valley, waarna we aan de rit gingen richting Tintagel dat we als onze volgende pleisterplaats hadden gekozen. Maar eerst nog winkelen in Barnstaple, wat een heel leuk stadje blijkt te zijn met zelfs een “Iceland” winkel. Vier tassen konden we natijd meesjouwen naar de camper. We kwamen nog langs een overdekte markt, waar we ook onze slag sloegen. Voor Gepke een stuk “bilton” waar ze gek op is, het brengt nostalgische gevoelens bij haar naar boven uit de tijd dat ze in Zuid Afrika woonde. Het is zongedroogd vlees, pikzwart en zo hard als eikenhout. Verder lieten we ons verleiden door een paar meat pastry’s mee te nemen voor de lunch.
Lekker op tijd waren we al in Tintagel, zodat we nog tijd hadden voor een lange wandeling langs de rotsen van wat hier de Atlantische oceaan heet. We kwamen uit bij de ruïne van Tintagel castle. het was echter vlak voor sluitingstijd zodat we maar niet meer naar binnen zijn gegaan. Bovendien waren we hier jaren geleden al eens geweest en toen veel tijd hebben besteed aan de stapels oude stenen en de  romantische verhalen over King Arthur en de ronde tafel. Een vreemd diner was het daarna, maïskolven met roomboter, gebakken aardappels en garnalen.

Dag 28. Mevagissey 17 september.
Tom stuurde ons vanaf Tintagel via een snelle weg richting Lands End. Maar dat betekende dat we een landweggetje door moesten dat zo steil en smal was dat de takken van de hagen aan beide zijden langs de camper schuurden. Daar dit niet bevorderlijk voor de lak is was ik al snel eigenwijs en sloeg een wat bredere weg in. Gelukkig was Tom het daar mee eens en konden we ons op een fatsoenlijke manier verplaatsen. Op die bredere weg konden we goed opschieten, zodat we al voor de middag de Oceaan voor ons zagen opdoemen. Lands end is het meest westelijke puntje van Engeland en daarom is het natuurlijke een toeristische trekpleister van de eerste orde. Om op de grote parkeerplaats te mogen staan moesten we ₤ 5,= dokken. Ergens anders gaan staan was onmogelijk tenzij we een paar kilometer terug zouden rijden. Het is natuurlijk logisch dat er gebruik wordt gemaakt van een dergelijke locatie. Naast een aantal winkels die souvenirs, fudge en andere eetwaren verkochten, was er het eerste en laatste huis. De eerste en laatste Inn van Engeland. Maar daarnaast was het er, als je die commerciële activiteiten wegdacht, echt heel erg mooi. De grillige rotsen langs de kust is daar oorverdovend mooi. De harde wind maakte
het nog mooier doordat de golven meters omhoog spoten. We maakten uiteraard een aantal foto’s van het gebeuren om vervolgens een mooie wandeling te maken. Op de kaart hadden we al het vissersplaatsje Mevagissey als volgende overnachtingplaats uitgezocht. Het blijkt een parkeerplaats in het centrum te zijn, we worden er hartelijk welkom geheten door Matthew Facey de beheerder. Na de koffie maken we gelijk een wandeling door het leuke havenplaatsje. Leuke smalle straatjes en enorm veel boetieks en visrestaurants. Aan de haven ontdekte ik een stalletje met verse vis, waar ze ook porties mosselen, scallobs, wulken en kokkels verkochten. Dat kon ik natuurlijk niet laten lopen, dus ik heb van een lekker bakje kokkels lopen smullen.


Dag 29
. Exmouth 18 september.

Veel regen vandaag, Maar toen we door St.Austel reden, ontdekten we dat daar een overdekte markt werd gehouden, daar hebben we een paar uurtjes rond gelopen. Het was net zoiets als de zwarte markt in Beverwijk, alleen veel kleiner.Evenals in Beverwijk was hier ontstellend veel rotzooi te koop, Je begrijpt gewoon niet hoe ze ooit van die rommel af zullen komen. Toch scoorde ik nog een sleepkabel voor de camper, die had ik nog niet. Deze kan 4 ton trekken. Gepke kwam met een pond gehakt en een doosje eieren thuis. Ik had Tom geprogrammeerd op Exmouth maar dan via Dartmoor. Dat was een treffer, wat is dat een mooi natuurgebied. Niet alleen de hoogvlakte maar ook de afdaling naar het zuiden toe is erg spectaculair. veel hellingen van 25 % en dat over meestal erg smalle wegen. Antieke bruggen over woeste beken, die net breed genoeg waren om onze hobby door te laten. Het was dan ook een weg die verboden was voor caravans en bussen langer dan 8 meter. Alles is goed gegaan gelukkig. Hier in Exmouth staan we weer aan een haven aan het eind van de boulevard. We waren hier op tijd daarom zijn we de stad nog even ingelopen en daar in een pub een hapje gegeten. ’t was goedkoop, maar daar was de kwaliteit dan ook naar. Veel keus hadden we echter niet, de meeste restaurants waren gesloten. Een visser die vlak bij ons stond haalde een dikke harder uit het water van 3,5 pond. We zijn de enige camper op dit plekje, lekker rustig.

Dag 30. Wareham.19 september.
Alweer regen vanmorgen. Ons eerste doel was Sidmouth, een leuk havenplaatsje waar we goede herinneringen aan hebben. De vorige keer dat we hier waren, jaren geleden, was hier een Folk Festival, In alle Pub’s zaten toen bandjes en individuele muzikanten. Het was toen een heel gezellige boel, bovendien hebben we hier toen een hele lange wandeling langs de kust gemaakt. Iets wat we vandaag weer van plan waren te doen als de lucht niet zo grauw en regenachtig was geweest. Ik weet het, een echte wandelaar trekt zich daar niets van aan, maar wij zijn toch kennelijk wat kieskeuriger geworden en reden daarom door naar Lyme Regis. ook dat is een leuke pittoreske havenplaats. Inmiddels was het opgeklaard en hebben we daar maar een paar uurtjes zoet gebracht. Volgens het boek van de NKC moest er in Poole een overnachtingplaats zijn. De omschrijving en de coördinaten kloppen behalve dan dat er beslist niet mag worden overnacht in de camper. Foutje, of het is inmiddels veranderd. ‘k zal het doorgeven aan Camper Contact als we terug zijn. Het is namelijk erg vervelend als je daar onverrichte zake aan komt en je moet weer op zoek naar een andere plaats. Volgens CC moet er 15 km terug ook een plaats zijn, maar dat blijkt gewoon een camping te zijn, waar we niet op zitten te wachten. Dan maar het Boek erbij van de Caravanclub en een CL opgezocht. Dat was een treffer, we staan nu op een weitje midden in het bos. Het eerste wat we zien is een eekhoorn die voor de camper langs wipt. Vervolgens verschijnen er 100 meter verderop drie reeën op de weide. Dit is echt natuur, dit is precies wat we verwachten van een CL. In het half donker maken we nog een lange wandeling door het bos.
Dag 31. Arundal 20.september.
Toch was er op deze simpele CL mogelijk om het toilet te legen en water in te nemen, wat we dan ook hebben gedaan. Op naar High Cliffe Castle, Een kasteel iets voorbij Bournemouth. Het is niet zo’n heel oud kasteel, Het is omstreeks 1830 gebouwd, waarvoor de eigenaar stenen en ornamenten van kastelen uit Frankrijk heeft gebruikt. Het is een typisch kasteel, dat in een L-vorm is gebouwd en met hoge schoorstenen. rond 1965 is er brand geweest waarbij de bovenverdieping is vernietigd. Het heeft daarna er jarenlang als een bouwval bij gestaan onder invloed van vandalisme en weersomstandigheden. Daarna is het aangekocht door de gemeente en met behulp van vrijwilligers en de National Trust, gerestaureerd. Het is nog lang niet klaar. Vele muren en plafonds zijn nog kaal en we vonden het niet zo bijster interessant, wel is er een mooie tuin bij en je kijkt uit op de grillige rotsen van de kust. Door gereden door de New Forest kwamen we nog door Lymington waar we een wandeling hebben gemaakt. Ons doel was de parkeerplaats bij het kasteel Arundal waar we reeds eerder hebben overnacht. Vandaag hebben we dus ons cirkeltje Engeland rond gemaakt, nu nog twee dagen.
Dag 32. Canterbury 21 september.
Opnieuw regen, de gehele nacht Echt Engels weer. ook vanmorgen allemaal regen tot aan 13.00 uur toen kwamen we namelijk aan op de `Park and ride` in Canterbury en begon de zon volop te schijnen. De eerste dag hier in Engeland stonden we hier ook en dat was goed bevallen. We kunnen hier overnachten en er is ook gelegenheid om water te tappen en te lozen evenals het toilet legen. Met de bus naar het centrum en terug. dat allemaal voor de prijs van ₤ 2,50 We gaan nog even de stad verkennen een pizza´tje eten en dan lekker een boekje lezen in de camper, hebben we onze laatste dag in Engeland goed besteed, nietwaar.

Dag 33. Dottignies 22 september.
Volop tijd hadden we om in Dover te komen, zoveel dat we ons te vroeg bleken aan te melden bij Seafrance, we mochten niet het terrein op. Dus aan de rit naar de “white cliffs” Dat is een terrein van de “National Trust” boven aan de krijtrotsen van Dover. Mede door het prachtige weer hadden we een prachtig uitzicht op de haven en over de prachtige, inderdaad, witte rotsen. Een druk verkeer daar beneden de ene ferry na de andere kwamen de haven in. Dit terrein is een voormalige militaire gevangenis, afgezien van wat fundamenten is daar niets meer van te zien. Evenals zo vele parkeerplaatsen in Engeland moesten we ook hier flink in de buidel tasten 6 pond voor een uurtje is rijkelijk veel. De overtocht naar Calais ging snel voorbij, helemaal voor mij omdat ik heerlijk een uurtje op een bank heb liggen slapen. We wilden vanmiddag nog even flink opschieten zodat we ten oosten van Kortrijk een GOP opzochten in Dottignies. (België) De coördinaten in het NKC boek klopten weer eens niet. Maar een vriendelijke Belg wist ons te vertellen waar we dan wel moesten zijn, een parkeerplaats achter een brandweer garage, waar reeds een Franse camperaar z’n plekje voor de nacht had gekozen.
Een wandeling door het slaperige dorp tot besluit van deze dag en hup naar bed.

Dag 34. Arnhem 23 september.
Niet zo veel verder hadden we onze volgende stop, Gent leek ons wel leuk om nog een paar uurtjes rond te slenteren. De ons bekende overnachtingsplaats in Gentbrugge was snel bereikt. ’t zat ons mee, de tram stond al op ons te wachten en binnen een half uur liepen we al door de prachtige binnenstad van Gent. We zijn hier vaker geweest, maar het blijft een boeiende stad. Wat slenteren langs de historische gebouwen en door de drukke winkelstraten kwamen we uiteindelijk op een leuke goederenmarkt. Lekker zitten lunchen op een terras in de zon, man wat wil je nog meer. Een hele gezellige afsluiting van deze vakantie. Rond een uur of vijf kwamen we uiteindelijk aan bij Anita enzo in Arnhem.
Dag 35. Zuidhorn 24 september.
Na de brunch op weg naar huis, waar ons genoeg werk ligt te wachten, post doorkijken, onkruid wieden, 10 machines vol was, mailtjes bekijken en beantwoorden en de camper wassen, wat bitter hard nodig was na een rit van 6839 km. het minst leuke werk daarom hebben we dat uitgesteld naar morgen.

De vakantie zit er weer op, kunnen we weer plannen maken voor de volgende.