Na allerlei verwikkelingen rond de verkoop van ons huis zijn we dan eindelijk aan de rit. twee weken later dan de bedoeling was, dus is het de vraag of we Portugal zullen halen. In elk geval willen we het rustig aan doen, behalve het eerste traject tot Parijs, dat willen we snel gaan doen.
Dinsdag 21 maart.
Twee weken hebben we het uitgesteld, maar uiteindelijk rijden we dan toch Zuidhorn uit richting Spanje, eerst nog even bij Gepke haar zus Ria in Hoogvliet langs om even bij te kletsen waarna we een camperplaats opzoeken in Spijkenisse. En rustige plaats aan “de Ritte” in gezelschap van nog een tweede camper brengen we hier de nacht door.
Woensdag 21 maart.
Aanvankelijk hebben we wat problemen met onze Tom Tom maar die lossen zich tijdens de rit vanzelf op. We nemen ons voor om vandaag een flinke rit te maken, België en noord Frankrijk hebben nou niet zo’n interessant landschap. Toch is het geen pretje om te rijden over de snelweg dus gaan we er bij Arras toch maar vanaf en rijden verder over de secundaire wegen naar Amiens. Bij Conty vinden we uiteindelijk een camperplaatsje waar al een tiental campers staan, we sluiten ons daar bij aan en hebben een rustige nacht, nadat we nog een wandeling hebben gemaakt door het niet erg leuke Franse dorpje. De gehele dag hebben we wat gebonk gehoord achter in de camper, maar konden we niet lokaliseren waar het vandaan kwam. Totdat ik eens onder de camper keek of het reserve wiel misschien en los onder hing. Daarbij viel mijn oog op de achterste bladveren en daar had ik de schuldige, finaal middendoor geknapt. Hier kunnen we niet mee naar Spanje zoveel is wel duidelijk. In het service boekje een adres van een Fiat dealer gezocht en die zit gelukkig 40 km verderop in Beauvais. Daar gaan we morgen eerst maar eens langs.
Donderdag 23 maart.
Op naar Beauvais, naar de dealer, maar daar kregen we direct de indruk dat ze niet zo blij met ons waren, de bladveren waren niet op voorraad en dat kon wel eens 4 of 5 april worden. Twee weken wachten hadden we echt geen zin in maar gelukkig kregen we van hen een adres van een andere dealer in Grandvilliers, weer 40 km terug naar het noorden dus. Daar kwamen we tegen elf uur aan en die probeerde ons terug te sturen naar Beauvais. Toen we vertelden dat die ons juist hierheen stuurde gingen ze kijken op internet en kwamen ze met de verrassende mededeling dat ze hem konden bestellen en dat hij er morgen zou zijn. Wij natuurlijk heel gelukkig. De nacht konden we op het terrein van de dealer doorbrengen. Nog een leuke wandeling gemaakt door Grandvilliers, een klein uitgestorven stadje.
Vrijdag 24 maart.
Tegen half tien zagen we de besteldienst het terrein op rijden en de bladveren werden uitgeladen. De baas van het spul kwam ons vertellen dat we de camper naar binnen konden rijden, en precies een uur later zat de veer er onder. De baas zelf heeft het klusje geklaard. Een zeer actief manneke, hij deed alles rennend. Allemaal heel erg vriendelijk, de baas de andere monteurs en de aanwezige klanten. Half elf reden we weer glunderend de weg op. Smalle weggetjes over richting Lisieux. Op een parkeerplaats vlak naast de prachtige Basiliek hebben we overnacht met nog enige campers. De Basiliek staat hier hoog boven de stad.
Het was een prachtige zonnige dag vandaag en we reden door een overwegen mooi landschap.
Zaterdag 25 maart.
De verjaardag van onze zoon Fred. Dus eerst een tijdje met hem aan de telefoon gezeten voordat we aan de rit gingen. Stralend mooi zonnig weer is het opnieuw vandaag. Ons doel is Mont St. Michel. Zo’n 25 jaar geleden hebben we hier al eens gestaan en overnacht aan het eind van de pier vlak onder de uit zee oprijzende berg met het middeleeuwse stadje. Optimisten die we zijn was het de bedoeling omdat nu weer te gaan doen. Maar dankzij de vooruitgang en de massale toeristen industrie zijn er op het vaste land nu een paar gigantische parkeerplaatsen aangelegd, waar vandaan je met een shuttle busje naar het stadje vervoerd kunt worden. We besluiten het dan maar over te slaan en rijden we een twintig kilometer door naar Cherrueix, waar we bij het strand een plekje vinden. De gehele middag genieten we in onze luie stoelen van de heerlijke zon, minstens 20 graden is het hier uit de wind. Wel maken we nog een lange wandeling langs het strand om onze spieren wat te trainen.
Zondag 26 maart.
Aan de rit, we steken Bretagne dwars over richting Quiberon. Langs Rennes dan naar Ploermel, Vannes en Auray. Bij Carnac rijden we het schiereiland op. Tot hier hebben we hoofdzakelijk snelwegen gereden, maar hier wordt het een lokale weg. Het is nog ruim 15 kilometer naar het stadje Quiberon. We zwerven eerst met de camper kriskras wat door het stadje en zoeken vervolgens de grote camperplaats aan de westkust op, dat wel 5 kilometer buiten het centrum ligt. Bij de entree staat een automaat waar je met je creditcard toegang kunt verschaffen. € 6,40 en als je eventueel ook water wilt tappen kun je dat direct betalen. Je krijgt een code waarmee je het water kunt tappen en tevens de poort weer openen als je vertrekt. We staan hier direct aan de rotskust, waar we een leuke wandeling langs maken met z’n tweeën. Gepke loopt nog een paar kilometer door als ik terug ga naar de camper. Langer dan 2 a 3 km lukt mij niet meer met m’n versleten knieën.
Maandag 27 maart.
Terug langs de zelfde weg komen we langs een restaurantje waar ze zeer creatief zijn met een enorme verzameling boomstronken. Fantastische figuren beelden ze er mee uit. De eigenaar moet hier al ettelijke jaren mee bezig zijn geweest want er staan honderden objecten. Terug naar Auray en Vannes waar we afzwaaien naar het zuiden. Het landschap is hier niet zo interessant en daarom schieten we maar even lekker op vandaag. We rijden over de enorme hoge brug bij St.Nazaire over de loire. We stoppen op een camperplaats in het kleine stadje Bourgneuf en Retz. Weer was het een heerlijke zonnige dag.
Dinsdag 28 maart.
Weer een heerlijk zonnetje, het kan niet op, we treffen het dit eerste weekje van onze vakantie. Via Bous rijden we naar Beauvoir sur Mer waar we afslaan naar de kust. Hier ligt een weg van 5,5 kilometer over de zeebodem naar het voormalig eiland Il de Noirmoutier. Hier kunnen we alleen over omdat het eb is, bij vloed staat hier 2 meter water op. Het is een hele bezienswaardigheid. Bovendien komen we er achter dat er dus toch “stratenmakers op zee” bestaan. We zien op de zeebodem overal mensen met emmertjes en harkjes die op zoek zijn naar oesters. Honderden mensen zie je dwalen.Verderop bij Les Dunes staan we op het randje van een duin bij de zee en eten daar ons broodje op waarna we door rijden naar Olonne sur Mer waar we bij een Super U een camperplaats vinden, heerlijk rustig staan we hier met een tiental andere campers.
Woensdag 29 maart.
We rijden door Les Sables-d’Olonne naar Lucon waar we naar het zuiden afzwaaien. Richting La Rochelle en door naar Rochefort met onderweg een uitstapje naar Fouras dat op een schiereilandje ligt. We zien hier een camperplaats maar die vinden we niet zo aantrekkelijk dus rijden we door naar Pont Abbe d’ Amoulli. Bij een Openlucht zwembad vinden we een plaatsje, we staan hier alleen. We maken nog een korte wandeling door het oude dorpje, maar genieten toch vooral van de heerlijke rustige, zonnige middag met een boek in de handen.
Donderdag 30 maart.
Al snel zitten we op de rondweg van Saintes en dan via lokale wegen naar St. Andre de Cubzac waar we op de snelweg naar Bordeaux terecht komen. Die houden we maar aan omdat dwars door die grote stad ons uren zou kosten. Door dit vlakke niet erg interessante landschap komen we na een uurtje aan bij het Bassin ‘d Arcachon, waar we een camperplaats zoeken. Via de buitenwijken met vele dure landhuizen belanden we in Pyla sur Mer. Hoog boven het strand is in het bos een mooie plek waar we met ca. 5 campers de nacht door brengen. Aan het eind van de middag dalen we door het bos naar beneden, naar het strand. Hier maken we een lange wandeling langs. Het is een keurig aangelegd wandelpad waar dan ook veel mensen slenteren.
Vrijdag 31 maart.
Weer door de woonbuurt rijdend komen we langs de Dunes de Pilat, een zandduin van ongeveer 100 meter hoog. Het duingebied is een beetje saai dus rijden we snel door naar het stadj Dax. Midden in de stad aan de rivier Adour is een kleine camperplaats voor 8 plaatsen waarvan er 7 bezet zijn, hebben wij even geluk!De gehele middag is het een beetje vochtig geweest buiten maar aan het eind van de middag klaar het op en maken we nog een wandeling door het centrum van Dax.
Zaterdag 1 april.
Voorbij Peyrehorade steken we de Pau over en het landschap word gelijk leuker. We zien de toppen van de Pyreneeën al in de verte verschijnen. Even voorbij St.Jean steken we de grens met spanje over, we rijden door een mooie Canyon naar Auritz. In een buitenwijk van Pamplona komen we op een keurige camperplaats terecht samen met een stuk of 10 anderen waaronder 3 Nederlanders.
Zondag 2 april.
Vandaag niet zo’n hele lange rit. Bij San Sebastian komen we uit bij de kust, een prachtige tocht met een schitterend uitzicht over de golf van Biskaya. Het zonnetje werkt daar natuurlijk aan mee. In St. Lekeitio heeft een grote camperplaats waar reeds 6 campers staan, wij sluiten ons daar bij aan. St. Lekeitio is een aardig havenplaatsje waar we dwars doorheen reden.
Maandag 3 april.
Opnieuw op pad, nu gaan we weer het binnenland in. Een prachtige route door de bergen in het achterland. Op tijd, rond het middaguur bereiken we in Lierganis. Hier is naast het station een camperplaats. Op deze route kwamen we dwars door Bilbao heen, op zich geen probleem alleen toen we er weer uit reden kregen we van onze Tom de opdracht om over 500 meter een afslag te nemen, maar in werkelijkheid was het reeds na 200 meter. Hier reed ik dus voorbij met de gedachte dat die van ons komt nog, nee dus. Dit betekende dat we meer dan 10 kilometer om rijden moesten. Helemaal terug naar de binnenstad en vervolgens weer proberen. Maar ja, waar waren we in de fout gegaan? te laat ontdekten we waar het gebeurt moet zijn, opnieuw de afslag gemist. Nog een keer het rondje rijden. Dat overkomt ons niet weer want nu wisten we zeker waar we in de fout waren gegaan.
Dinsdag 4 april.
Eerst omzeilen we Santander en rijden naar St. Vincente, een leuk haven plaatsje waar we nog een wandeling langs de vissersschepen maken. Het schijnt dat hier voornamelijk makreel wordt gevangen, iets anders wordt er niet aangevoerd. Hiervandaan besluiten we weer het binnenland in te rijden, richting Picos de Europa. Via een prachtige canyon naar Potes. Onderweg eten we ons broodje aan de rivier en Gepke doet daar haar wasje. Ze zoekt eerst een paadje naar de rivier, wat niet lukt. Dan blijkt direct naast de camper een kraan te zitten, mooier kan het toch niet. In Potes blijkt geen camperplaats te zijn dus rijden we door het natuurpark in. We rijden over een hoge pas, “Picos de Tres mares” van 2175 meter hoog. 60 kilometer rijden we over die slingerweg en komen maar een paar auto’s tegen. In Cervera de Pisuerga is achter een rommelig industrieterrein een camperplaats, heel ongezellig maar we blijven toch maar, we hebben het wel gehad voor vandaag.
Woensdag 5 april.
We staan hier heel hoog in de bergen van de Picos de Europa, dat betekend dat het hier behoorlijk koud is. Dus de kachel aan. We rijden vanuit het zuiden de Picos weer in, hier is het landschap eerst nog een stuk kaal maar als we de bergen weer door rijden via Riano en boven over de 1280 meter hoge Paso El Ponto is het landschap weer prachtig. We gaan op Gijón aan, een behoorlijk grote stad waar 3 camperplaatsen zijn. De eerste is helemaal niet aantrekkelijk evenals de tweede een kilometer verderop. Uiteindelijk waren we heel erg tevreden met de laatste, 100 meter van de oceaan en een mooi uitzicht over Gijón. We hebben direct een mooie wandeling gemaakt over de boulevard langs e zee. Ik ben daar op een bankje achtergebleven en Gepke is nog een paar kilometer doorgelopen richting het centrum. Mooi plekje, mooi uitzicht en mooi weer wat wil je nog meer. We hebben een Engels echtpaar naast ons staan die net een camper hebben gekocht en nu hun eerste reis maken. We gaan door richting Portugal zegt hij ( een echte praatjesmaker) Hij klets maar steeds door in een rap tempo het is echt allemaal niet te volgen. Z’n zuster, vader en moeder zijn precies zo verteld z’n vrouw ons, ze wordt er soms knettergek van. Maar wel gezellige mensen.
Donderdag 6 april.
Vandaag blijven we hier staan, lekker rustig dat wil zeggen totdat we de fietsen uit de garage halen en aan de rit gaan. Langs de boulevard richting Gijón. Het is een mooi fietspad zo langs het water en door de stad. We rijden helemaal naar de andere kant van Gijón waar we inkopen doen in een kleine buurtsuper en dan de terugweg aanvangen. Terug bij de camper lekker lui geweest in het zonnetje (23 gr.)boekje lezen, praatje maken met de buurman ( 1 richting verkeer) kaartje leggen en op bed.
Vrijdag 7 april.
Mooie route langs de kust gemaakt naar Foz. De camperplaats in Ribadeo konden we niet vinden maar toen zagen we aan de andere kant van een grote baai Foz liggen, en het leek of daar een aantal campers aan de kust stonden. Daar op af dus en inderdaad langs het water even buiten de haven stonden wel twintig campers, daar hebben we ons bij aan gesloten. Het dorpje zelf was uitgestorven en niet erg aantrekkelijk.
Zaterdag 8 april.
Vanmorgen hebben we de knoop doorgehakt, Mijn jicht begint op te spelen, ik krijg steeds meer last met m’n rechterarm waardoor het schakelen steeds moeilijker word. Wat als het hier in Spanje helemaal niet meer gaat. We besluiten dan ook om maar richting Nederland te gaan via de snelste weg, dat is toch nog ruim 2000 km dus we rekenen op 3 dagen. Aan de rit dus naar Anglet even voorbij Biarritz. Aan de kust en bij het strand vinden we drukke camperplaats waar we nog net een van de laatste plekjes in bezit nemen. Het betalen met de creditcard bij de parkeerautomaat gaat wat moeizaam maar met behulp van een paar (aardige) franse mannetjes lukt het uiteindelijk wel. We hebben nog een wandeling naar het strand gemaakt en toen lekker in het zonnetje met een boek.
Zondag 9 april.
Om half negen reden we alweer richting de snelweg. 550 km naar Esvres een dorpje vlak bij Tours. We stonden midden in het dorp bij het zwembad, rustig plekje. Heerlijk nog een paar uurtjes in de zon zitten lezen. Wandelingetje door het dorp waar niets te beleven viel.
Maandag 10 april.
Via de Peage naar Heule, een dorpje bij Kortrijk in België, we komen dus steeds dichter bij huis. Ongeveer € 120,= voor de peage betaald. Door Parijs over de boulevard de peripherique ging zonder problemen. Wel druk natuurlijk maar geen files. Ruim 500 km vandaag.
Dinsdag 11 april.
Kwart over acht reden we al, we ruiken de stal kennelijk. In de “outlet” in “Bataviastad” Lelystad hebben we nog wat inkopen gedaan, cadeautjes enz. Tegen vieren reden we Zuidhorn binnen. Het zit er op. Deze vakantie hebben we 5421 km gereden.
We zouden nog drie weken langer weggebleven zijn als ik niet dat probleem met m’n jicht had gehad, maar toch een hele fijne vakantie gehad.