Dag 44. 22 augustus 128 km.
De tweede helft van de afsnijding is beduidend ruiger. De bergen worden niet hoger maar wel steeds steiler. Honderden meters hoog steken ze vanuit het water van de meren steil omhoog en daar is ooit eens een weg in uitgebeiteld, vermoedelijk helemaal met handkracht. Dat moet echt een titanenstrijd zijn geweest en dan hak je echt geen overbodige rotsen weg, als paard en wagen er maar door konden. Dit betekende wel dat de wegen heel erg smal waren en dat voor een deel, op de moeilijke stukken, nog steeds het geval is. Als het heel moeilijk was werd er vaak een kort stukje tunnel in de rotswand gehouwen. Meestal zijn die 10 of 20 meter lang maar wij troffen er ook een van wel een kilometer lang. Als je dan bedenkt dat die maar 3,5 m breed zijn en nog bochtig ook hoop je geen tegenligger te treffen. Nou, wij troffen dat natuurlijk wel en dan ook nog eens een vrachtwagen. Maar laat dat, tot ons geluk, nou precies bij een kleine passingplaats midden in die tunnel zijn. Met veel heen en weer schuiven en inklappen van spiegels, oppassen voor de ruwe tunnelwand en zo lukte het uiteindelijk om tien minuten later ongehavende de tunnel te verlaten. Met zweet in je handen bedenk je wat gaat ons nog meer overkomen? Een vriendelijke chauffeuse van een grote schoolbus reed 100 m terug voor ons. Datzelfde deden wij voor een bejaarde dame. Opgelucht waren we toen we na 30 km bij Dale weer op de hoofdweg Bergen > Voss uitkwamen. En daarbij komt dat de regen deze hele weg, behalve in de tunnels, tegen de voorruit aan plensde. Voss waren we snel voorbij, we reden door het centrum waar geen mens op straat te zien was. Na 25 km en evenzoveel (brede) tunnels kwamen we in een 6 km lange tunnel terecht met in het midden een rotonde. We namen daar de afslag Odda. Toen we er uit reden kwamen we gelijk op een enorme brug over de Ardalsfjorden en daarna opnieuw een tunnel in, ook weer met een rotonde in het midden. Nog 18 km en we reden Kinsarvik binnen. Op ons oude plekje bij de ferry haven mag niet meer worden overnacht. Dan maar door naar de camperplaats vanuit Kinsarvik de bergen in. Volgens campercontact een officiële camperplaats, 12 jaar geleden nog door mij zelf aangebracht bij CC, staat nu ook een bordje “no camping” we nemen de gok en doen net of onze neus bloed en we blijven hier staan. Het is inmiddels droog geworden en zien waarachtig af en toe de zon nog even, dus we gaan een wandeling maken naar de woeste rivier, waar we in 1984 ook langs zijn gelopen voor onze wandeltocht over de Hardangervida.
Dag 45. 23 augustus 153 km.
Een dag vol zon totdat we aankwamen bij de voormalige ferryhaven in Ropeid aan de fjord tegenover Sand. Deze ferry is opgeheven maar het oude wachtlokaal is nog toegankelijk, is verwarmd en de toiletten zijn nog in gebruik, zelfs is er warm water ter beschikking. Vanaf Kinsarvik rijden we de 60 km langs de oever van de Sørfjorden. Het landschap doet denken aan de Moezel alleen zijn de bergen hoger en de fjord breder. Maar de hellingen zijn geheel beplant met fruitbomen, appels, kersen en pruimen. Tientallen stalletjes langs de weg bieden pruimen te koop aan. Bij Tyssedal zien we de grote staalfabriek aan het water staan. Even later rijden we Odda binnen. Bij de grote camperplaats waar we eerder hebben gestaan parkeren we de wagen en gaan aan de wandel, Odda onveilig maken. Eerst wat folders gehaald bij de VVV en dan een rondje dorp, want veel groter is het niet.
Naast onze camper staat een chinees met z’n camper, ja echt waar. Het is een deelnemer van een groep die een rondrit maken door Azie en Europa. Ze zijn op 21 april dit jaar gestart in Beijing en denken in oktober terug te zijn. Ze zullen dan ruim 48.000 km hebben gereisd. Ze streven naar zo veel mogelijk contacten met de plaatselijke bevolking te leggen voor een beter begrip van elkaars cultuur. Bij de Latefoss ontmoeten we de vrouw van de reisbegeleider en proberen een gesprek aan te gaan maar dat lukt niet erg want ze spreekt geen Engels en probeert ons zo snel mogelijk te lozen krijgen we de indruk. Geen culturele uitwisseling dus, want onze kennis van de Chinese taal is ook heel matig. De Latefoss, ja dat is een indrukwekkende waterval direct aan de kant van de weg. Een gigantische hoeveelheid water stort hier van de berg af en onder de brug door. Die brug kun je alleen maar droog oversteken als je helemaal verpakt bent in regenkleding. We rijden 20 km verder door een schitterend berglandschap waarna we afslagen de smalle weg in naar Sauda. Steeds hoger rijden we, tot ver boven de boomgrens. 27 km tot naar het hoogste punt van de Hellandsbygd pas, waar we onze middagstop houden. Een geweldig berglandschap, desolaat maar daardoor juist zo indrukwekkend. Na de middagrust nog ongeveer 60 km naar Ropeid.
Dag 46. 24 augustus 125 km.
Het lijkt goed met het weer. Niet zo’n zware bewolking vanmorgen. Al gauw blijkt onze verwachting uit te komen. De lucht gaat steeds verder open en de zon breekt door. Maximum temperatuur is 24 °C . de ferry hier is opgeheven maar zo’n 15 km verderop is een geheel nieuwe weg en brug aangelegd, we komen nu dus helemaal niet meer in Sand terecht. De volgende ferry in Nesvik bestaat nog wel. Hier varen we over naar Hjelmeland. Dan gaat het via Tveit, Tau naar Jørpeland. 20 km verder is de afslag naar de Preikestolen, de enorme vlakke rots die 600 m boven de Lysefjord uitsteekt. We rijden door, in ’81 hebben we die klim naar de rots al eens ondernomen. Een enorme belevenis om daar boven te staan. Maar nu zal ons dat zeker niet meer lukken. We rijden door naar een parkeerplaats vlak bij de ferry die over de Lysefjord vaart. Dit is onze plaats voor deze nacht. We genieten nog een paar uur van de zon en de hoge temperatuur. We staan heer uiteindelijk met 15 campers.
Dag 47. 25 augustus 176 km.
Word wakker, het zonnetje is al op. Dit zouden we wel willen zingen, want inderdaad de dag is weer zonnig begonnen en blijft dat de gehele dag. 24 °C, mooi toch. In Nederland is het vandaag 30 graden geweest en dat blijft het daar ook de komende dagen. Dit horen we op het nieuws van 8 uur, we hebben weer beeld want we staan net links van een hoge berg, geluk kan niet op. Vanmorgen eerst naar Byrkedal gereden. Een klein dorpje in Rogaland.
We zien dat de weg die we nu gaan volgen een tol weg is en we denken dat het contant betaald moet worden. Dat zien we immers op de verkeersborden staan, maar bij navraag in een hotel blijkt dit niet te kloppen het gaat net als overal in Noorwegen automatisch door de tolpoortjes waar we onderdoor rijden. Het dal waar we nu door gaan rijden, Hunnesdalen en Suleskarvegen voert ons naar het Setesdal. Prachtig mooi, onderweg zien we ontzettend veel huisjes in de bergen staan, vermoedelijk voor de verhuur. Het tweede stuk is een desolaat maar mooi kaal berglandschap met veel meren en nog veel meer schapen. Tijdens ons fruitstopje moesten we ze haast van ons afslaan zo brutaal zijn die beesten. Maar bijten doen ze niet en ze willen graag geaaid worden. Veel passing places op deze weg en heel erg druk dus het schiet niet erg op. Op de weg door het Setesdal gaat het een stuk sneller, uiteindelijk komen we op een parkeerplaats bij Storestraumen. Dat is een verbinding tussen twee meren en we hebben uitzicht op een oud sluisje. Prima plekje.
Dag 48. 26 augustus 132 km.
Opnieuw prachtig mooi weer, de gehele dag, 24 gr. We volgen het Setedal geheel in de richting van Kristiansand. 10 km daarvoor programmeer ik op Lillestrand want we hebben geen interesse om door de stad heen te rijden. We belanden daardoor opnieuw op een smalle landweg en dan vragen we er natuurlijk om moeilijke passages, zo ook nu. Weg werkers zijn bezig een stukje asfalt te repareren en hebben een vrachtwagen midden op de weg staan. Als ze klaar zijn heeft zich aan beide zijde een file ontwikkeld. De weg is niet breed genoeg voor ons en de vrachtwagen, waar bij komt dat het asfalt zeker 25 cm recht naar beneden gaat in de berm. Daar durf ik niet in te rijden, dat kost banden. Heel voorzichtig, net zo als de egeltjes het doen, gaan we met ingeklapte spiegel op het uiterste randje rijden en zo lukt het. Bij Lillesand komen we weer op de E18 en gaan op zoek naar een plekje voor de lunch. Al gauw zien we aan de fjord een klein plekje bij een steiger met een paar bootjes, een camper staan. Wij rijden er op goed geluk in en het blijkt een fantastisch mooi plaatsje te zijn, we zijn er gebleven, wat zeg ik, we zijn helemaal niet meer weggegaan, morgen zien we wel verder.
Dag 49. 27 augustus 230 km.
Weer een hele warme dag vandaag, 28 gr. In Nederland heerst op dit moment een hittegolf, de tweede dit jaar. We vertrekken uit Lillestrand met de bedoeling om in Arendal af te buigen naar Amli, het binnenland in dus. Maar ik heb geen nieuwe versie in mijn Tom Tom geladen dus hij weet niet dat er een splinternieuwe snelweg is aan gelegd vanaf Grimstad richting Oslo.
Deze heeft geen afslag in Arendal. Het heeft überhaupt geen afslagen tot Tvedestrand. Daar kunnen we weer met veel moeite terug naar de oorspronkelijke route. We rijden via Amli naar het Nessevatn waar we een prachtig plaatsje aan het water vonden. Hier hebben we heerlijk een paar uurtjes genoten van het mooie weer. We gaan nog even in discussie of we hier niet ook vannacht zouden blijven. Toch besluiten we nog een uurtje door te rijden. Dit hadden we beter niet kunnen doen want het lukt ons heel moeilijk om een plekje te vinden. Uiteindelijk lukt dat ons pas in Dalen, op de parkeerplaats van een cultureel centrum.
Dag 50. 28 augustus 180 km.
Veel kan ik niet vertellen over deze dag, Regen de gehele dag. Rijden door een landschap dat ongetwijfeld wonderschoon is maar waar we nauwelijks iets van kunnen zien door de regen en de laaghangende bewolking. Richting Rjukan rijden we over een hoogvlakte waar honderden huisjes staan. Het is onmiskenbaar een ski- en langlauf gebied. Maar het is nu volkomen uitgestorven. We drinken er een kopje koffie en rijden snel weer verder. Als we voor Rjukan van de helling naar beneden afdalen hebben we uitzicht op de waterkracht centrale die we aantal jaren eerder hebben bezichtigd. Rjukan is een zeer uitgestrekt dorp, vandaar rijden we richting Kongsberg. 7 km daarvoor gaan we op een camperplaats staan en daarna werd het droog.
Dag 51. 29 augustus 226 km.
We komen nu in de omgeving van Oslo en we hebben geen trek om daar dwars doorheen te rijden. Dan komen we op het idee om nog een paar dagen te gaan besteden aan het eiland Oland aan de zuidkust van Zweden. Dat betekend dat we dus zo snel mogelijk het stedelijke gebied te omzeilen. We rijden via de snelweg naar Drammen en dan door de Oslafjord tunnel van 7,5 km naar Drøbak. Het gaat snel op de autoweg, maar als we de grens met Zweden bij Holden oversteken hebben we het eigenlijk wel gezien en programmeren op een camperplaats in een natuurreservaat Tanumshede waar we tegen vier uur aankwamen en gelijk werd het mooi weer. Wat ik vergeten ben te melden dat we vanmorgen de dag zijn begonnen met een paar extra zoenen, want vandaag 59 jaar geleden zijn wij getrouwd en tevens is onze oudste kleindochter vandaag jarig.
Dag 52. 30 augustus 123 km.
Het lijkt beter te worden met het weer en dat blijkt later op de dag ook uit te komen. Lekker zonnig maar wel een flinke wind. Vandaag rijden we hoofdzakelijk over provincie wegen. We gaan naar Trollhättan, dat ligt aan de zuidoever van het Vänern meer. Het is de stad waar de sluizen zijn gebouwd die het grote niveau verschil van 32 meter tussen het meer en de Gőta rivier te overbruggen zodat er een verbinding is ontstaat tussen de Baltische zee en de Noordzee. In 1800 is reeds aangevangen met de bouw van een sluis in 1844 en 1916 kwam er nog een 2e en 3e sluis bij. De eerste twee bestaan nog alhoewel ze al lang niet meer in gebruik zijn. De derde is nog steeds functioneel. Het is natuurlijk een enorme commerciële opsteker geweest voor Trollhättan. Wij staan op een P. bij de oude sluizen voor de nacht en morgen gaan we naar een plek hogerop waar om 15.00 uur gedurende 10 tot 15 minuten de sluisdeuren worden opengezet waardoor er 300.000 liter per seconde door stroomt en er dus een enorme waterval ontstaat wat een spectaculair gezicht moet zijn. Normaal gebeurt dit in de zomer elke dag maar in deze periode alleen op zaterdag, dus wij boffen dat het morgen zaterdag is.
Dag 53. 31 augustus 74 km.
Lekker rustig dagje gehad. Eerst vanaf de oude sluizen naar boven gereden en een parkeerplaats gezocht in de buurt van waar het ’s middags gaat gebeuren. Nog geen 100 meter er vanaf aan het water een plekje waar 5 auto’s kunnen staan. Hier tot half drie geluierd en toen naar de brug gelopen waar we het beste uitzicht hebben. Er staan al ca. 25 mensen maar algauw groeide dat aan tot zeker honderd. Nog niet erg veel, we hadden er meer verwacht, maar ja het hoog seizoen is immers ook al voorbij. Het was inderdaad een adembenemend gezicht. De ene na de ander sluisdeur ging open en de vloedgolf kwam naar ons toe bruisen en onder de brug door stromen. Ik heb het grootste gedeelte gefilmd zodat we het later nog eens weer kunnen bekijken. Na tien minuten was het grootste spektakel achter de rug en zijn we nog een 75 km verder gereden naar een camperplaatsje aan een meer. Mede door het prachtige weer (30 gr) is het een fijne dag geworden. Tegen negen uur is er nog een klein buitje gevallen, afwachten hoe het morgen gaat.
Dag 54. 1 september 217 km.
Onweer en regen vandaag de gehele dag door tot een uur of 4, trieste dag. We rijden vandaag naar Főrsiőn een gehuchtje waar we een bosweggetje inslaan en na 2 km uitkomen bij een klein meertje. Dit is ons slaapplaatsje voor deze nacht er staat reeds een VW busje met daarin een jong Duits stelletje dat aan het eten koken is en de pannen in het meer wassen.Wij hebben nog een paar uurtjes leesplezier en het beantwoorden van een paar sms’jes. We zijn vandaag door Jőnkőping heen gereden, een erg moderne grote stad. Voor zover ik mij herinner worden hier lucifers gemaakt, de naam kan ik mij niet herinneren. Het landschap is niet erg boeiend, een beetje vergelijkbaar met noord-Duitsland. Maar door het slechte weer kunnen we er niet veel van zien. Morgen op naar Kalmar.
Dag 55. 2 september 123 km.
Geen wolkje in de lucht, dus het beloofd een mooie dag te worden. Later komen er wat wolkjes tevoorschijn aan de horizon en dat ziet er werkelijk prachtig uit de gehele dag. We rijden eerst naar Oskarshamn een redelijk grote haven stad. Hiervandaan vertrekt de ferry naar Gotland. Volgens Tom is hier een toerist office we volgen zijn coördinaten maar wat we vinden, geen info. We geven de moed al gauw op en rijden door. 40 km verder zien we diverse richting borden boven de weg hangen die aangeven dat er in Monsterä een bureau is. Snel draai ik het stuur om en we rijden het dorp binnen. Daar houden de aanwijzingen op, weer aan Tom gevraagd en ja, die wist er een. Wij dichtbij de camper geparkeerd en de winkelstraat ingelopen. Nou vergeet het maar weer een flop, niks te vinden. We vragen het aan een winkelmeisje die na enig nadenken ons naar een zijstraatje lokt en wijst naar een groot geel gebouw met een rode deur ginds bij de haven, dat is het! Opnieuw de camper opgestart, op naar de rode deur. Moedeloos zijn we als ook dat weer op niets uitloopt. We weten niet hoe snel we Monsterä teleurgesteld moeten verlaten, die Zweden, wonderlijke mensen zijn het, maar wel aardig. Dan maar naar Kalmar. Waar we op een 500 m vanaf het imposante kasteel een plekje vinden op de camperplaats. We laten de camper eenzaam achter en wandelen naar het kasteel. We kunnen er waarachtig naar binnen, het is prachtig gerestaureerd. Als we terug lopen naar de camper nemen we de route via het gigantische kerkhof dat prima is onderhouden en met heel veel bloemen bij de graven.
Dag 56. 3 september 342 km.
We rijden door het centrum van Kalmar en vandaar de lange hoge brug over naar het eiland Oland. Van een afstandje lijkt het een vrij vlak eiland. We zwaaien af in zuidelijke richting, Het is zo’n 60 km naar het uiterste zuidelijke puntje waar een de hoogste vuurtoren van heel Zweden staat. Het landschap is erg desolaat, de weg loopt tussen muurtjes van een halve meter hoog. Die zijn opgebouwd uit platte stukken kalksteen. Hier en daar staat een klein huisje maar wat bijzonder is dat er ontzettend veel houten molentjes staan, meer dan 400 molens staan er verspreid over het eiland. Honderd jaar geleden moeten er meer dan 2000 hebben gestaan. Ze waren in bezit van de plaatselijke boeren die hier hun graan vermaalden tot meel. Nu zijn het alleen maar toeristische bezienswaardigheden. Soms staan er een stuk of drie dicht bij elkaar. We bekijken er een paar en maken uiteraard veel foto’s. wat ook wel bijzonder is dat er veel grafvelden zijn. Die bestaan meestal uit een stukje braakliggend land met een aantal grote veldkeien. Helemaal aan het eind komen we bij een natuur reservaat waar ook de vuurtoren “Länge Jan” staat. Deze, in 1785 gebouwde en 42 meter hoge vuurtoren is de hoogste van heel Zweden. De kalkstenen ondergrond is heel sterk gelaagd en daarom eenvoudig als bouwmateriaal te benutten. Dat speelde daarom een belangrijke rol in de lokale economie, naast de visvangst en het houden van schapen. Veel van de rode en grijze kalksteen is geëxporteerd sinds de middeleeuwen en gebruikt voor de bouw van kastelen, huizen en kerken. Maar ook voor het produceren van cement. Na de middag besluiten we aan de rit te gaan richting Malmö, we hebben nog duizend km te rijden en we hebben nog 3 dagen. Op de snelweg schiet het lekker op en tegen half vijf vonden we een plekje in Karlshamn aan de haven.
Dag 57. 4 september 293 km.
Vandaag bijna de gehele dag regen, maar dat is niet zo erg want we gaan toch de gehele dag aan de rit. We pakken de snelste weg die overigens erg druk is. Maar toch schiet het lekker op. Eerst naar Malmo, waar we voor €135,= de brug over mogen steken. Voorbij Kopenhagen en bij Roskilde afzwaaien richting Rodby. Daar komen we niet aan want we gaan op ons oude plekje staan in Bogo op het eilandje Faro. Op de heenweg stonden we hier met zeker 40 campers, nu staan er drie. Maar later op de avond komen er nog wel tien bij. De vakantie periode is dus nog niet helemaal voorbij.
Dag 58. 5 september 257 km.
Weer op tijd aan de rit naar een cp bij een wildpark in Duitsland. Dus eerst met de ferry van Rodby naar Putgarden. Als we op de boot staan komt er een trein naast ons staan. Ja inderdaad, een trein. Dit hebben we nog nooit eerder meegemaakt. Maar op de heenweg stond er misschien ook wel een, alleen stonden we toen op het bovendek. Vandaag af en toe regen maar ook perioden met een heerlijk zonnetje. Het plekje bij het wildpark valt ons smerig tegen, het is een grote moddervlakte en we besluiten door te rijden naar Holsmoor zo’n 20 km boven Hamburg. Dit is een grote parkeerplaats aan de snelweg.
Dag 59. 6 september 333 km.
We staan lekker vroeg op, dan zijn we lekker op tijd thuis en op de snelweg is toch niet zo veel te genieten. Hamburg rijden we lekker snel doorheen, het is er wel druk maar er ontstaan zoals gebruikelijk hier geen files. Voor twaalven zijn we al bij Oldenburg en we gaan een hapje eten in een restaurant in het winkelcentrum Famila. Dan snel door naar huis waar we om 4 uur aan komen. Een fantastische vakantie is weer voorbij. Acht weken genieten van een onvoorstelbaar mooie natuur. Geweldig leuke contacten hebben we gehad en het weer? Nou, dat kon niet beter, vrijwel elke dag zon maar ook af en toe wat regen maar dat was nooit op een vervelend tijdstip. Nu maar nadenken over het volgende reisdoel.
Eindstand: 153.140
Beginstand: 140.944
Gereden: 12.196 kilometer.