In 1989 hebben we met onze vrienden Edu en Ria de Vries een rondtocht van bijna 6 week door Indonesië gemaakt. Dan ga je natuurlijk ook naar de “Borobudur”. Als je, als man, de teen aanraakt van een bepaalde buda die in zo’n stupa zit schijnt het dat je het eeuwige geluk krijgt. (Vrouwen moeten z’n hand aanraken) Dat moest ik natuurlijk ook proberen, dus m’n hand op de teen gelegd, maar daar lag al een hand, namelijk die van de minister van economische zaken van Thailand. Later ging hij, omringd door oranje monniken bidden. Wij keken daarnaar van een afstandje. De volgende avond zitten we in een restaurant te eten en Edu kijkt een Indonesische krant in, en ziet ons daar op de voorpagina staan, leuk hoor ben je aan de andere kant van de wereld en haal je de krant.
De Borobudur is een boeddhistisch heiligdom op 40 km ten noordwesten van Yogyakarta in de provincie Midden-Java een van de toeristische trekpleisters van Centraal-Java. De Borobudur is gelegen bij de Merapi, de meest actieve vulkaan van Indonesië, en is gebouwd in de periode 750-850. De Borobudur is opgebouwd als een grote stoepa. De basis van deze stoepa is 123 bij 123 meter. De stoepa heeft negen etages; de onderste zes zijn vierkant, de bovenste drie rond. De etages vertegenwoordigen de boeddhistische kosmos. Op de bovenste etages bevinden zich 72 kleine stoepa’s, die gebouwd zijn rondom één grote centrale stoepa. De kleine stoepa’s vertegenwoordigen van onder naar boven de weg die een boeddhist moet afleggen om uiteindelijk in het Nirvana te worden opgenomen. De open gaten in de onderste stoepa’s staan op hun punt (de weg is nog onzeker) en in de bovenste stoepa’s vlak, horizontaal (de weg is duidelijk, het geloof stevig). ’s Ochtends dient de Borobudur nog steeds als gebedsoord. Een pelgrim loopt iedere etage zevenmaal rond met de klok mee. In de stoepa’s bevinden zich beelden van Boeddha; wie door de gaten in de stoepa’s deze beelden aan kan raken ontvangt, volgens het lokale bijgeloof (niet volgens het boeddhisme), het eeuwige geluk.